ZOETERMEER – Er is elk jaar 1,4 miljard euro meer nodig voor het op peil houden van onze infrastructuur dan nu door het kabinet is begroot. Dat extra geld voor beheer, onderhoud, renovatie en vervanging is dringend nodig, merkt Elisabeth Post, bestuursvoorzitter van TLN bezorgd op. “Als sector vragen wij om een plan om het achterstallig onderhoud in te lopen.”
Uit de plannen die tijdens Prinsjesdag bekend werden gemaakt, blijkt dat de komende regeerperiode jaarlijks 500 miljoen euro wordt uitgetrokken voor de aanleg van infrastructuur voor het ontsluiten van nieuwe woningbouwlocaties. “Het is daarnaast heel belangrijk om de bestaande bruggen, viaducten en wegen in goede staat te houden”, stelt Post.
TLN vreest dat er, als het rijk de aanpak en de financiën niet op orde krijgt, alleen maar meer achterstallig onderhoud ontstaat, waardoor er steeds vaker infrastructuurknooppunten plotseling zullen uitvallen.
“Dan is de economische schade niet te overzien. De kosten van het uitvoeren van spoedreparaties en de financiële schade door verkeersinfarcten zijn uiteindelijk vele malen groter dan wat er nu nodig is voor onderhoud.”
Eerder dit jaar heeft de Algemene Rekenkamer berekend dat Rijkswaterstaat en ProRail tot en met 2037, 25 miljard euro extra nodig hebben om het hoofdwegennet en de spoorwegen in goede staat te houden. Dat is omgerekend ongeveer 1,7 miljard euro per jaar. Het kabinet stelt in de nieuwe begroting wel meer geld ter beschikking voor onderhoud en vernieuwing. Maar dat is nog steeds 1,4 miljard euro minder dan er volgens de Rekenkamer eigenlijk nodig is.
Einde levensduur
Post wijst erop dat Nederland de komende tientallen jaren voor de grootste onderhoudsopgave ooit staat om de infrastructuur te vernieuwen. Veel wegen, bruggen, viaducten en andere bouwwerken zijn namelijk aangelegd in de jaren ’60 en ’70 van de vorige eeuw. Deze zijn nu allemaal zo ongeveer tegelijkertijd aan het einde van hun levensduur.
Bovendien worden wegen en bruggen steeds zwaarder belast door de elektrificatie van het wagenpark waardoor er sneller slijtage optreedt. Zware regenval en droge zomers tasten het wegdek verder aan waardoor spoedreparaties vaker nodig zijn.
“Het moet een keer afgelopen zijn met al die spoedreparaties. Die zorgen voor een gigantische overlast”, waarschuwt Post. “Dat hebben we afgelopen jaren al veel te vaak gemerkt, zoals bijvoorbeeld bij de Haringvlietbrug (A29), de Wijkertunnel (A9), de Prinses Margriettunnel en het viaduct in de A7 bij Purmerend dat plotseling dicht moest. En dat is nog maar het topje van de ijsberg.”
Bij zulke calamiteiten gelden er vaak als eerste beperkingen voor het vrachtverkeer. Zo ging de brug bij Purmerend dicht voor vrachtverkeer. TLN ziet dat zulke beperkingen door geldgebrek voor het normale, reguliere onderhoud vaak veel te lang duren.
Uitstelgedrag
Naast TLN luidden ook gemeenten, ProRail en Rijkswaterstaat de afgelopen tijd al de noodklok over financiële tekorten op beheer en onderhoud. De hoeveelheid geld die beschikbaar is, is beperkt en zorgt volgens deze partijen voor uitstelgedrag. Precies daarom roept TLN het kabinet nu op om samen met andere infra-beheerders de tekorten in te lopen door het beheer en onderhoud planmatig en programmatisch aan te pakken.