Clicky

zondag 19 januari 2025 - 18:45 uur
Home Blog Pagina 9

Klein plusje voor goederenoverslag North Sea Port in 2024

Foto: North Sea Port

In 2024 boekten de bedrijven in North Sea Port een goederenoverslag via zeevaart van 66,3 miljoen ton, een stijging van 0,7 procent ten opzichte van 2023. De binnenvaart ging er met 4,4 procent meer op vooruit.

Deze lichte stijging biedt continuïteit en houvast voor het komende jaar. Een jaar waarin bedrijven blijvend toekomst zien in North Sea Port en fors investeren, met een verwachte gronduitgifte van meer dan 30 hectare.

Deze stijgingen in de goederenoverslag zijn alvast opbeurend te noemen, zeker gezien de huidige economische en geopolitieke ontwikkelingen. De overslag via zeevaart nam met 0,4 miljoen ton goederen toe ten opzichte van de serieuze dip in 2023. Deze lichte stijging is te danken aan de eigenheid van North Sea Port als bulkhaven: de overslag van droge bulkgoederen en breakbulk (stukgoed) nam beduidend toe. De diversificatie van de activiteiten in onze haven biedt in onzekere tijden vaak een tegengewicht. Omgekeerd, de overslag van vloeibare bulk nam af. De daling van specifieke producten gelinkt aan de industrie (in een zeer uitdagend speelveld) speelt ons als haven hierbij parten.

De overslag via zeevaart met Groot-Brittannië nam met liefst ruim een kwart toe waardoor het de eerste plaats van de belangrijkste handelspartners inneemt. De gevolgen van Brexit inzake tonnen goederenoverslag lijken van de baan. North Sea Port verstevigt hiermee zijn rol als sterk Europees verankerde haven.

De overslag via de binnenvaart blijft het met bijna een handvol procenten groei weer eens erg goed doen. De ideale locatie op het kruispunt van de West-Europese binnenwateren, onze goede haveninfrastructuur en de modal shiftprojecten om meer goederen via de binnenwateren te transporteren, bevorderen dit duurzame transport. En, niet te vergeten, de eigenheid van de soort producten – namelijk bulkgoederen – leent zich perfect voor de binnenvaart.

30 hectare gronduitgifte

De uitdagingen voor de komende jaren blijven legio. Alleszins op geopolitiek vlak met de oorlog Rusland-Oekraïne, de brandhaard in het Midden-Oosten, en de mogelijke handelsbelemmeringen vanuit de Verenigde Staten. Daarnaast kent de energietransitie een vertraging en blijven een gelijk en competitief speelveld binnen Europa en een Europese Industrial Deal broodnodig.

North Sea Port ziet echter de komende jaren heel wat investeringen gerealiseerd worden. De voorziene investeringen voor 2025 in sectoren als energie, offshore, logistiek en circulariteit bieden zicht op extra toegevoegde waarde, meer jobs en bijkomende financiële zekerheid voor het havenbedrijf. North Sea Port voorziet voor 2025 de uitgifte van meer dan 30 hectare grond, net zoveel als in 2024.

De uitdagingen van de industrie laten zich vaak eenvoudig weg in de overslagcijfers weerspiegeld zien – wat duidelijk het geval is met de mindere overslag van vloeibare bulkgoederen. Echter, zodra de industrie zijn elan opnieuw terugvindt – binnen een Europees industrieel en duurzaam beleid – zal het tij keren, waardoor we als Europese tophaven opnieuw op koers komen te zitten.

Bulkhaven bij uitstek

North Sea Port is en blijft een bulkhaven. Maar liefst driekwart van de overslag wordt nog steeds ingenomen door droge en vloeibare bulkgoederen.

De droge bulk nam weer toe (+2,1 procent) en blijft meer dan de helft (54 procent) van de overslag vertegenwoordigen (35,9 miljoen ton). Meer aanvoer van ijzererts, houtpellets, chemische producten en sojabonen zorgen daarvoor. De overslag van bouwmaterialen blijft gelijke tred houden, die van koolzaad nam af.

Breakbulk gaat er ook op vooruit (+7 procent) en blijft 15 procent van de overslag innemen (10,2 miljoen ton). Overslag van cellulose neemt hierbij toe, plaatstaal neemt af.
De overslag van rollend materieel, ro/ro, blijft met 3,7 miljoen ton overslag op hetzelfde peil. Hiermee neemt dit segment hetzelfde aandeel binnen de totale overslag in (6 procent).

De overslag van vloeibare bulk daalde (-3,5 procent) en neemt ruim een vijfde van de totale maritieme overslag in (22 procent, 14,6 miljoen ton). De daling zit hem bij petroleumproducten, biodiesel en de chemische basisproducten; producten kenmerkend voor de industrie.

De overslag van containers kent een verlies in tonnen (-18 procent) en komt op een totaal van 1,8 miljoen ton oftewel 175.000 TEU (-50.000 TEU). Binnen de goederenoverslag via zeevaart blijft het aandeel van containers wel gelijk (3 procent).

Uitgedrukt in goederensoorten zien we een stijging bij landbouwproducten (+4,9 procent, gedeeltelijk herstel na verlies in 2023), ertsen en metaalresiduen (+5,8, door meer ijzerertsen), meststoffen (+5,7 procent), chemische producten (+7 procent), voertuigen en machines, en andere fabricaten (+14,7 procent, waaronder cellulose). Een status quo kan genoteerd worden voor vaste brandstoffen. Een daling stellen we vast bij de voedingsproducten (-13 procent, waaronder minder koolzaad), petroleumproducten (-4 procent), ruwe mineralen en bouwmaterialen (-3 procent) en producten van de metaalindustrie (-11 procent, minder staaloverslag).

De verhouding import/export bij de overslag via zeevaart is 70 procent-30 procent, waarbij het aandeel export over de jaren heen licht toeneemt.

Groot-Brittannië duwt Verenigde Staten van de eerste plaats

Groot-Brittannië neemt met 6,0 miljoen ton goederenoverslag en een stevige groei (+26 procent, +1,2 miljoen ton) prominent de eerste plaats in van de belangrijkste handelspartners van North Sea Port – hiermee is de impact van Brexit (hopelijk) van de baan.

De Verenigde Staten kennen voor het tweede jaar op rij een daling (-6 procent = -300.000 ton) en komen van de eerste op de tweede plaats terecht, met een totaal van 5,1 miljoen ton. De handel met Zweden neemt toe (+8 procent, +300.000 ton) waardoor het land naar de derde plaats stijgt met een overslag van 4,3 miljoen ton.
Canada neemt opnieuw de vierde plaats in, gevolgd door Brazilië, Noorwegen, Spanje, Frankrijk, Rusland en Turkije op de tiende plaats.

Van de totale goederenoverslag via zeevaart neemt Europa 58 procent in (+2 procent aandeel), Noord-Amerika 14 procent (status quo), Zuid-Amerika 14 procent (-1 procent), Afrika 7 procent (status quo), Azië 3 procent (-1 procent). Oceanië, tenslotte, neemt daar 4 procent van in (status quo van dit aandeel).

Ook binnenvaart stijgt

De goederenoverslag via binnenvaart kwam in 2024 uit op 64,2 miljoen ton. Met deze stijging van 4,4 procent is het verlies van 2023 tegenover 2022 (wat een tweede recordjaar op rij was) haast weer goedgemaakt.

De overslag van vloeibare bulk neemt toe met 7 procent tot 34,5 miljoen ton , onder meer bij vloeibare petroleumbrandstoffen en chemische basisproducten. Droge bulk groeit met 5 procent tot 23,3 miljoen ton door extra overslag van veevoeders, zand en grind, en ruwe mineralen.

Containers dalen met 15 procent tot 2,2 miljoen ton. In TEU zien we een daling van 17 procent tot 240.000 TEU.

Ro/ro-binnenvaartschepen zijn goed voor 0,1 miljoen ton (status quo). Breakbulk neemt licht af met 3 procent tot 4,0 miljoen ton.

De verhouding import-export blijft met 41 procent-59 procent ongewijzigd.

Vakbond: arbeidsmarkt voor journalisten verslechtert

AMSTERDAM – De arbeidsmarkt voor journalisten is vorig jaar verslechterd. Volgens de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ) zijn er na een jarenlange afname vorig jaar meer journalisten op zoek gegaan naar een nieuwe baan. De werkloosheid onder journalisten is hierdoor opgelopen naar 7 procent, maakt de vakbond op uit cijfers over het aantal ww-uitkeringen in de branche.

In een woensdag verschenen rapport worden tal van cijfers genoemd. Zo telde de NVJ flink minder openstaande vacatures ten opzichte van 2023. Weliswaar zijn freelancers meer gaan verdienen, maar zij haalden volgens de NVJ ook een groter deel van hun inkomen van buiten de journalistiek. Nederland heeft in totaal zo’n 18.500 journalisten, onder wie veel parttimers. Ruim de helft is volgens de bond in loondienst.

“Onze verwachting is dat de werkloosheid onder journalisten het komende jaar verder stijgt. De recente daling in vacatures, en ontwikkelingen die boven de markt hangen, scheppen geen rooskleurig beeld van de arbeidsmarkt”, merken de deskundigen bij de bond op. De NVJ wijst onder meer op de aangekondigde overheidsbezuinigingen bij de NPO. “De landelijke en de regionale publieke omroepen zijn samen een van de belangrijkste journalistieke werkgevers van het land. Hoewel nog niet duidelijk is waar de NPO precies op gaat bezuinigen, is de kans klein dat redacties helemaal buiten schot blijven.”

Freelancers

Voor freelancers is het volgens de bond ook een onzekere tijd. “Allereerst vanwege de kans dat Nederland weer een grote mediaorganisatie minder telt als de voorgenomen overname van RTL Nederland door DPG Media doorgang vindt. Hoewel RTL Nederland door die overname niet verdwijnt, tellen de zenders van de omroeporganisatie en alle andere titels van DPG Media na de overname voor de Belastingdienst als één opdrachtgever. Dat maakt het voor freelancers lastig om hun werk voldoende te spreiden. En het verslechtert hun onderhandelingspositie.”

Daarnaast is de fiscus met ingang van dit jaar begonnen de regels tegen schijnzelfstandigheid te handhaven. Voor freelancers die veel op redacties werken, wordt het daardoor lastiger om hun werk te blijven doen. Verschillende werkgevers in de branche sorteerden hier vorig jaar al op voor. Ze kondigden aan alleen nog te willen werken met werknemers in loondienst of zzp’ers die aan de strengere eisen voldoen. Volgens de NVJ voldoen veel freelancers hier momenteel niet aan.

Aanhoudende klachten over Qbuzz in Friesland, FNV eist gesprek en actieplan

Foto: Transport Online | E. van der Wal

UTRECHT – Een tekort aan bussen, het ontbreken van dodehoekspiegels en zonneschermen die de achteruitkijkspiegels afdekken. Vakbond FNV ontvangt al weken een stroom van ernstige klachten van buschauffeurs die werken voor Qbuzz in Friesland. De vervoerder verzorgt sinds eind vorig jaar het streekvervoer in deze provincie. De situatie is zo ernstig dat de vakbond direct met Qbuzz om tafel wil en een actieplan eist.

“De frustratie bij onze leden is enorm en we hebben al een brandbrief naar Qbuzz gestuurd”, zegt Edwin Kuiper, bestuurder van FNV Streekvervoer. “De werkgever doet nu vrijwel niets om de problemen op te lossen. De chauffeurs moeten dagelijks op pad met bussen waar van alles aan mankeert. Dit kan zo niet doorgaan, de werkgever moet actie ondernemen.”

Brandbrief

In de brandbrief aan Qbuzz laat de vakbond er geen gras over groeien. De FNV stelt onder meer dat het de hoogste tijd is voor maatregelen. Maar tot op heden heeft Qbuzz nog niet gereageerd. Het aantal klachten is groot en gaat voor een groot deel over de veiligheid van de bussen. Verder klagen de chauffeurs over de krappe tijden die zijn ingepland voor een rit. Chauffeurs moeten de hele dienst van halte naar halte racen om op tijd te rijden. Ook ontbreken essentiële faciliteiten, zoals werkende telefoons en een fatsoenlijke kantine waar de chauffeur terecht kan tijdens zijn of haar lunchpauze.

Veiligheid staat op het spel

Kuiper is strijdbaar: “Het is ongekend dat we zoveel klachten binnenkrijgen, het zijn er meer dan honderd. Qbuzz moet nu echt haar verantwoordelijkheid nemen. Het is tijd om dit op te lossen. Niet morgen, maar vandaag. De veiligheid van de buschauffeurs, onze leden, maar ook passagiers en andere weggebruikers en de kwaliteit van het openbaar vervoer in Friesland staan op het spel.”

Onrust is groot

“Het is niet alleen onacceptabel voor de chauffeurs, maar ook voor de passagiers en andere weggebruikers. De onrust is groot, er moet nu duidelijkheid komen over hoe Qbuzz deze problemen gaat oplossen”, aldus Kuiper.

Acties niet uitgesloten

De FNV benadrukt dat het de verantwoordelijkheid van Qbuzz is om te zorgen voor veilige en goed onderhouden bussen, duidelijke communicatie en fatsoenlijke werkcondities voor de chauffeurs. Als er niet snel verbeteringen komen sluit de vakbond acties niet uit.

Defensie spreekt met topvrouw KLM over ongewenste werving piloten

DEN HAAG – Luchtvaartmaatschappij KLM komt piloten tekort en kijkt daarvoor ook naar piloten van Defensie. Dat is een “punt van zorg” voor het ministerie dat ook kampt met een tekort aan vliegers. Hierover is woensdag een gesprek gepland tussen staatssecretaris Gijs Tuinman en topvrouw Marjan Rintel van KLM.

Een woordvoerder van de bewindsman bevestigt berichtgeving hierover van De Telegraaf. De luchtvaartmaatschappij zou interesse hebben in ongeveer dertig gevechtspiloten. “Het probleem is groot genoeg dat het raakt aan de gereedheid van Defensie en er dus een gesprek nodig is”, aldus het ministerie.

Vliegers van Defensie hebben ook wel belangstelling voor een functie bij de KLM, erkent de woordvoerder. Piloten verdienen veel meer geld bij de luchtvaartmaatschappij dan bij de luchtmacht. Defensie hoopt de kwestie “goed op te lossen” en zegt een “goede relatie” met de KLM te hebben. Het ministerie heeft vaker overleg met de KLM.

De opleiding tot gevechtspiloot is kostbaar voor Defensie. Aan vliegers worden hoge eisen gesteld. “Die vind je niet zo gemakkelijk”, aldus de woordvoerder. Het is trouwens niet ongebruikelijk dat vliegers van Defensie overstappen naar de burgerluchtvaart. Na een opleiding kunnen ze daar relatief snel aan de slag.

Vorig jaar minste inbraken sinds 2012, in sommige steden stijging

Diefstal

DEN HAAG – Niet eerder sloegen inbrekers zo weinig toe als vorig jaar. De politie registreerde in 2024 ongeveer 22.300 woninginbraken. Dat zijn er bijna 500 minder dan in het jaar ervoor, en het laagste aantal sinds de politie begon met het bijhouden van deze cijfers in 2012. Dat blijkt uit een analyse van het ANP.

Het aantal woninginbraken daalt al jaren. In 2012 registreerde de politie er nog meer dan 90.000, wat neerkomt op gemiddeld 251 keer per dag. Tot coronajaar 2021 nam het aantal continu af. Sindsdien schommelt dit aantal jaarlijks tussen de 22.000 en 24.000 keer. Vorig jaar werd iedere dag gemiddeld 61 keer ingebroken.

In de meeste grote gemeenten daalde het aantal woninginbraken. In Rotterdam nam dit aantal met bijna een kwart af, en kwam dit cijfer voor het eerst onder de duizend uit. In 2012 werd nog bijna 4500 keer ingebroken in de stad. Ook in Groningen, Nijmegen en Utrecht daalde dit aantal vorig jaar flink. Dit was niet in alle grote steden het geval: in Breda, Tilburg en vooral Almere registreerde de politie juist meer inbraken. In de grootste gemeente van Flevoland werd 113 keer vaker ingebroken dan in 2023. Dat is de grootste toename in Almere in jaren.

In absolute aantallen werd vorig jaar het vaakst ingebroken in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Tilburg. Naar verhouding met het aantal inwoners gebeurde dit het vaakst in het Gooise Laren, Rozendaal in Gelderland, Amstelveen en Blaricum. Deze gemeenten staan allemaal in de top tien van hoogste gemiddelde inkomen per inwoner.

Duitse economie krimpt in 2024 voor het tweede jaar op rij

WIESBADEN – De Duitse economie is in 2024 voor het tweede jaar op rij gekrompen. De grootste economie van Europa kromp met 0,2 procent vergeleken met een jaar eerder, meldt het Duitse statistiekbureau Destatis op basis van voorlopige cijfers. In 2023 liet de belangrijkste handelspartner van Nederland al een krimp zien van 0,3 procent. De laatste keer dat de Duitse economie twee opeenvolgende jaren kromp was in 2002-2003.

Economen hadden voor heel 2024 ook gerekend op een krimp met 0,2 procent. Het is de tweede keer sinds 1950 dat de Duitse economie twee jaren op rij is gekrompen. Destatis maakte ook een schatting voor het vierde kwartaal van 2024 bekend. In het laatste kwartaal van vorig jaar daalde het Duitse bruto binnenlands product (bbp), de maatstaf voor economische groei, met 0,1 procent vergeleken met een kwartaal eerder. Economen hadden hier gerekend op een groei met 0,1 procent.

De Duitse economie is het afgelopen jaar grotendeels stilgevallen. Na een marginale groei in het eerste kwartaal daalde deze in het tweede kwartaal en groeide deze slechts licht in het derde kwartaal. Duitsland kampt onder meer met afnemende vraag uit China en een stijging van het aantal faillissementen. De vooruitzichten voor de Duitse export zijn ook somber, gezien de problemen in de belangrijke autosector en chemische industrie. De zwakke consumentenvraag en de hoge energieprijzen worden ook gezien als een belemmering voor de Duitse economie in 2025.

De Bundesbank verlaagde in december al de verwachtingen voor de Duitse economie. De centrale bank voorziet voor dit jaar een groei van slechts 0,2 procent. Eerder rekende de Bundesbank nog op een groei van 1,1 procent in het nieuwe jaar. Ook waarschuwde de centrale bank voor een mogelijke nieuwe krimp in 2025 als de Verenigde Staten onder president Donald Trump importtarieven gaan invoeren op Europese goederen. Als Duitsland inderdaad in 2025 voor het derde jaar op rij krimpt, zou dat voor het eerst zijn sinds de Tweede Wereldoorlog.

Bovenop de zwakke economie komt de instabiele politieke situatie in Duitsland. De Duitse regeringspartij FDP trok in november zijn ministers terug uit de coalitie, waardoor het kabinet is gevallen. Duitsers moeten daarom op 23 februari weer naar de stembus om een nieuw parlement te kiezen.

Doden en veel ongevallen in Duitsland door gladheid

STUTTGART – Gladheid heeft in Duitsland geleid tot veel verkeersongevallen. Er vielen zeker twee doden in de zuidelijke deelstaat Beieren.

Alleen in deelstaat Baden-Württemberg, die grenst aan Frankrijk en Zwitserland, worden volgens actualiteitenrubriek Tagesschau meer dan duizend ongevallen gemeld. De afdelingen spoedeisende hulp van ziekenhuizen zitten vol. De politie adviseert mensen zoveel mogelijk thuis te blijven.

Problemen ontstonden door een combinatie van neerslag en lage temperaturen. Een politiewoordvoerder in Reutlingen zei nog nooit zoiets te hebben meegemaakt. Regen die op de voorruit van auto’s viel, zou onmiddellijk zijn bevroren.

Het weer zorgt niet alleen voor overlast op de weg, maar ook in het vliegverkeer. Op de luchthaven van Stuttgart moest ijs van de banen worden gehaald. Vluchten liepen daardoor vertraging op. Twee vliegtuigen die onderweg waren naar de stad moesten worden omgeleid. Ze vlogen naar andere luchthavens in het zuiden van Duitsland.

IOC-baas Bach: Trump sportfan in hart en nieren

BERLIJN – Met Donald Trump hebben de Verenigde Staten vanaf volgende week een president die “een sportfan in hart en nieren” is. Dat zei Thomas Bach, de aftredend voorzitter van het Internationaal Olympisch Comité (IOC), in een woensdag gepubliceerd interview met persbureau dpa. Bach ziet daarom geen enkel probleem met het oog op het WK voetbal van 2026, deels in de VS, en de Olympische Spelen van Los Angeles in 2028.

“Hij was betrokken bij de biedingsfase voor beide evenementen, waar hij op de een of andere manier campagne voerde voor het WK en de Olympische Spelen. Daarom weet ik zeker dat hij beide sporttoernooien zal steunen”, aldus Bach.

Trump dreigde onlangs onder meer met handelsmaatregelen richting Canada, dat hij het liefst wil inlijven en wekte irritatie in Mexico door te zeggen dat hij de Golf van Mexico wil veranderen in de Golf van Amerika. Beide landen zijn medeorganisator van het WK voetbal in 2026. Trump ruziede ook met de Californische gouverneur Gavin Newsom, die hij nalatigheid verwijt naar aanleiding van de branden in Los Angeles.

Bach voorziet geen problemen. De Duitser feliciteerde Trump eerder met zijn verkiezingssucces, maar zegt verder geen dialoog te zoeken in zijn laatste maanden als IOC-voorzitter. “Ik denk niet dat het echt eerlijk of juist zou zijn, zelfs met betrekking tot mijn opvolgers, om nu opnieuw contact te zoeken en misschien beslissingen te beïnvloeden die dan op mijn opvolger rusten”, legde Bach uit. Zijn opvolger wordt half maart gekozen. Er zijn zeven kandidaten. Trump wordt op 20 januari beëdigd als president van de VS.

Twintig ziekmeldingen AH na eten bessen, schadeclaim ingediend

ZAANDAM – Twintig mensen hebben zich inmiddels bij Albert Heijn gemeld omdat ze ziek zijn geworden na het eten van blauwe bessen van de supermarktketen. Een klant heeft een schadeclaim ingediend, bevestigt een woordvoerster van AH na berichtgeving door de NOS.

Hoeveel geld de klant eist, weet de woordvoerster niet. “Alle meldingen die we krijgen, nemen we met de grootste zorg in behandeling.” De supermarktketen adviseert mensen die ziek worden naar de huisarts te gaan en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) te raadplegen.

Dinsdag waarschuwde AH dat kilozakken blauwe bessen uit het vriesvak van het huismerk besmet zijn geraakt met hepatitis A. De supermarktketen heeft de producten teruggeroepen. Klanten kunnen hun geld terugkrijgen.

België

Hoeveel mensen de zakken hebben gekocht, weet de woordvoerster niet. Het gaat om zeker 120.000 klanten die de zakken online hebben gekocht en persoonlijk zijn geïnformeerd door AH, onder wie 8000 klanten in België. In België heeft moederbedrijf Ahold Delhaize ook AH-filialen en locaties van supermarktketen Delhaize.

Ongeveer 2000 mensen met vragen hebben contact opgenomen met AH. Volgens de woordvoerster willen zij vooral weten wat ze moeten doen als ze zich ziek gaan voelen en of ze hun aankoopbedrag kunnen terugkrijgen.

Ziekteverschijnselen

Eerder werd bekend dat de besmette bessen uit Polen komen. De woordvoerster meldt dat nog onderzoek wordt gedaan naar hoe het fruit besmet is geraakt. Als dit bekend is, kijkt AH naar eventuele maatregelen tegen deze leverancier, aldus de zegsvrouw. Ze weet niet wanneer de bevindingen bekend zijn.

Hepatitis A is een leverontsteking die volgens het RIVM vooral bij kinderen voorkomt. Ook volwassenen kunnen het krijgen. Mensen die besmet zijn geraakt met het virus kunnen last krijgen van vermoeidheid, lichte koorts, pijn in de bovenbuik, misselijkheid en geelzucht. De meeste mensen zijn niet langer dan zes weken ziek.

ING: Flink meer woningverkopen met hogere huizenprijzen in 2025

Koopwoning

AMSTERDAM – De vraag naar koopwoningen blijft in 2025 verder toenemen, gedreven door hogere lonen, een verbeterd consumentenvertrouwen en een stijging van het aantal huishoudens. Tegelijkertijd komt er meer aanbod op de markt, al blijft dit historisch gezien beperkt. Volgens ING Research zal dit leiden tot meer dynamiek op een aanhoudend krappe woningmarkt.

Vraag naar koopwoningen blijft stijgen

De groeiende vraag naar koopwoningen wordt onder meer veroorzaakt door de verwachte stijging van het aantal huishoudens en de doorzettende loongroei, hoewel deze minder sterk is dan vorig jaar. Daarnaast wordt verwacht dat hypotheekrentes met een lange rentevaste periode stabiel blijven. Dit draagt bij aan een verbeterde betaalbaarheid van koopwoningen en vergroot de maximale leencapaciteit, wat ervoor zorgt dat woningzoekers meer kunnen bieden.

Het sentiment op de woningmarkt is eveneens verbeterd. Een groter aandeel woningzoekers verwacht dat de huizenprijzen zullen stijgen, wat hen kan aanmoedigen om hogere biedingen te doen. Dit creëert een zelfversterkend effect op de huizenmarkt.

Aanbod van koopwoningen neemt toe

Het aanbod van koopwoningen zal naar verwachting dit jaar groeien, mede doordat beleggers vaker huurwoningen verkopen. Ook het verbeterde sentiment speelt een rol, omdat huiseigenaren eerder bereid zijn hun woning te koop te zetten bij het zoeken naar een nieuw huis. Daarnaast draagt de verkoop van nieuwbouwwoningen aan meer aanbod bij, omdat kopers van nieuwbouw vaak hun bestaande woning verkopen voordat ze verhuizen.

Hoewel het aanbod toeneemt, blijft het niveau historisch laag. Hierdoor blijft de concurrentie onder woningzoekers groot en worden woningen naar verwachting snel verkocht.

Meer dynamiek in een krappe markt

De toename van zowel vraag als aanbod zorgt voor meer dynamiek. Het grotere aanbod biedt woningzoekers iets meer keuzemogelijkheden, maar door de aanhoudend hoge vraag blijft de markt krap.

Invloed van beleggers op de woningmarkt

Beleggers verkopen steeds vaker huurwoningen, wat bijdraagt aan een ruimer aanbod, met name van kleinere appartementen in steden. Dit drukt de prijsstijgingen enigszins. Tegelijkertijd vermindert de afgenomen vraag van beleggers naar bestaande woningen de opwaartse prijsdruk.

Verwachte groei woningverkopen en prijsstijging

Volgens ING Research zal het aantal woningverkopen dit jaar met 10 procent toenemen, naar een totaal van ongeveer 220.000. De huizenprijzen zullen naar verwachting stijgen met 5,5 procent, een minder sterke stijging dan vorig jaar.

Tientallen vluchten geannuleerd op Schiphol door de mist

SCHIPHOL – Op Schiphol zijn woensdagochtend enkele tientallen vluchten geannuleerd door de mist. Dat meldt een woordvoerder van de luchthaven. Reizigers moeten ook rekening houden met vertragingen.

De mist beperkt de capaciteit, zegt de woordvoerder. Hij weet niet of er banen zijn afgesloten. “Vanwege de zichtomstandigheden wordt gekeken wat mogelijk is. Het belangrijkste is veilig vliegverkeer.” Het is een puzzel die gelegd moet worden, zegt hij. Het vliegveld overlegt meerdere keren per dag met onder meer weerdiensten en luchtvaartmaatschappijen. Deze maatschappijen beslissen uiteindelijk over het annuleren van vluchten.

Het KNMI heeft woensdagochtend code geel afgekondigd vanwege dichte mist. De waarschuwing geldt inmiddels voor heel Nederland, behalve voor de Waddeneilanden. Het zicht is plaatselijk minder dan 200 meter, aldus het KNMI. Verkeer kan hierdoor hinder ondervinden. Voor Noord-Holland geldt code geel vooralsnog tot 11.00 uur.

Hoelang de problemen nog aanhouden voor Schiphol, weet de woordvoerder van het vliegveld niet. Als het weer opklaart, kan de normale capaciteit worden hersteld. Maar er zijn vluchten uitgehaald of vertraagd binnengekomen of vertrokken. “Dat merk je nog wel gedurende de dag.”

Ook Eindhoven Airport waarschuwt voor vertragingen en annuleringen door de mist. De website van dit vliegveld toont iets na 08.30 uur zes vertraagde aankomende vluchten, twee omgeleide vluchten naar Weeze en twee vertraagde vertrekkende vluchten.

Netcongestie noopt bedrijfsleven tot onderhandelen met netbeheerders

Elektriciteitsmast
Foto: Transport Online | E. van der Wal

AMSTERDAM – Het elektriciteitsnet groeit niet snel genoeg mee met de groeiende vraag naar elektriciteit. Nederlandse bedrijven en netbeheerders vrezen daarom vanaf 2026 voor overbelasting van het elektriciteitsnet in alle Nederlandse regio’s. Dit zet een rem op het tempo waarin de energietransitie in Nederland kan plaatsvinden.

ABN AMRO onderschrijft de zorgen van bedrijven en netbeheerders in haar geactualiseerde rapport ‘Voor wat, hoort wat. Oorzaken en oplossingen voor de toenemende druk op het elektriciteitsnet’. Volgens de bank moeten meer bedrijven samenwerken en onderhandelen met netbeheerders om de druk op het elektriciteitsnet te verlagen.

Recente wijzigingen in de regelgeving, zoals de introductie van nieuwe contractvormen, maken dat mogelijk. Elektrificatie speelt ook een belangrijke rol binnen de energietransitie, die nodig is voor het realiseren van de klimaatdoelen in 2030. Samenwerking en een slimme inzet van beschikbare netcapaciteit kunnen deze transitie versnellen.

Gezamenlijk onderhandelen over flexibele inzet stroomnet is cruciaal

Volgens ABN AMRO kunnen nieuwe samenwerkingsvormen tussen bedrijven op de korte termijn uitkomst bieden. Een belangrijke ontwikkeling is de opkomst van energie-hubs: een groep afnemers maakt gebruik van het energienetwerk en contracteert gezamenlijk capaciteit op het elektriciteitsnet bij de netbeheerder. Dit kan via een groepstransportovereenkomst (GTO) of een groepscapaciteitsbeperkend contract (GCBC). Via deze energie-hubs kunnen bedrijven vaak in totaal méér capaciteit benutten dan wanneer ze individueel opereren.

Als tegenprestatie geven de energie-hubs een deel van de opgetelde, eerder per bedrijf en aansluiting verstrekte capaciteit terug aan de netbeheerder. Deze herschikking van de capaciteit helpt de netbeheerder om wachtlijsten te verkleinen en het beschikbare netwerk beter te benutten.

“Bedrijven moeten in 2025 actief in gesprek gaan met naburige ondernemingen en de netbeheerders om hun stroomgebruik beter op elkaar af te stemmen. Anders worden ze in 2026 mogelijk verrast door verdere fysieke netcongestie,” zegt Peter van Ees, sector expert Energie van ABN AMRO.

“Een belangrijk voordeel van deze nieuwe contractvormen is dat bedrijven in een energie-hub zelf bepalen hoe ze de beschikbare capaciteit inzetten, door het stroomgebruik onderling te regelen. Dit betekent dat er meer stroom geleverd kan worden gedurende de dag, eenvoudigweg omdat de netcapaciteit beter wordt benut.”

Noodzakelijke onderhandeling ondersteund door wet- en regelgeving

Naast noodzakelijke investeringen in het elektriciteitsnet, efficiënter omgaan met energie en het zelf opwekken van energie, zijn dankzij aanpassingen in de wet- en regelgeving nieuwe samenwerkingsvormen mogelijk, zodat de beschikbare capaciteit beter kan worden verdeeld.

De Autoriteit Consument en Markt (ACM) heeft al regelgeving, zoals de netcode en de tarievencode, aangepast. Hierdoor kan het stroomnet flexibeler worden benut. De ACM roept netbeheerders daarom op hiervan gebruik te maken. In december 2024 heeft de Eerste Kamer daarnaast ingestemd met de Energiewet, die in april in werking treedt. In deze wet zijn wijzigingen voorgesteld om uitdagingen rond netcongestie aan te pakken.

De nieuwe Energiewet biedt afnemers van elektriciteit meer ruimte om in groepsverband, zoals energie-hubs, actief deel te nemen aan de energiemarkt.

Dode bij ongeval op N351 bij Makkinga

MAKKINGA – Bij een aanrijding op de N351 bij het Friese Makkinga is woensdagochtend iemand om het leven gekomen.

Het slachtoffer is een 22-jarige vrouw uit Heerenveen, zo meldt de politie. Het betrof een ongeval waarbij drie voertuigen betrokken waren.

Bij het ongeluk raakten twee mensen gewond. Het gaat om een 49-jarige man uit Oosterwolde en een 45-jarige man van wie de woonplaats onbekend is. De twee zijn overgebracht naar een ziekenhuis.

Het ongeluk gebeurde rond 06.30 uur. Wat de aanrijding veroorzaakt heeft, is niet duidelijk. De politie doet onderzoek.

KVK: Voor het eerst sinds tien jaar afname aantal starters

UTRECHT – In 2024 werden er 253.823 startende vestigingen (hierna genoemd ‘starters’) ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel (KVK). Dit is een daling van 8 procent ten opzichte van het jaar 2023, toen het er 277.188 waren. Het is voor het eerst sinds 2014 dat er sprake is van een daling in het aantal starters.

Het aantal stoppende vestigingen (hierna genoemd ‘stoppers’) betrof in 2024 163.878, dit is een stijging van 11 procent ten opzichte van 2023, toen het er 147.482 waren.

Op 1 januari 2025 stonden 2.581.399 vestigingen ingeschreven in Handelsregister. Op 1 januari 2024 waren dit er 2.516.204. Dit komt neer op stijging van 3 procent. De stijging neemt wel af, een jaar eerder (1/1/2023 t.o.v. 1/1/2024) bedroeg de toename 5 procent.

De afname van het aantal starters speelt bij alle sectoren, maar is opvallend hoog binnen de gezondheid en bouw. In deze sectoren is ook de stijging van het aantal stoppers het sterkst. De bouw en gezondheid zijn ook de sectoren waarin nog altijd de meeste ingeschreven vestigingen in het Handelsregister staan, samen met detailhandel en zakelijke diensten. In bijna alle sectoren is het aantal stoppers toegenomen.

“We zien een historische trendbreuk, met voor het eerst in 10 jaar een afname van het aantal startende vestigingen. Met name het aantal nieuwe bedrijven opgericht door in Nederland geboren mensen is enorm afgenomen (-12 procent); het aantal starters geboren in het buitenland blijft redelijk stabiel (-3 procent). In het Nederlandse ondernemerslandschap vindt een verschuiving plaats naar mensen die niet hier zijn geboren: in 2024 was 30 procent (69.024) van de startende ondernemers in het buitenland geboren”, zegt Erik Stam, hoogleraar strategie, organisatie en ondernemerschap aan de Universiteit Utrecht.

Zzp

Het aantal zelfstandigen zonder personeel (zzp’er) is in 2024 toegenomen van 1.710.161 naar 1.772.367 (1-1-2024 ten opzichte van 1-1-2025), dat is een stijging van 4 procent. De groei neemt wel af, in 2023 lag de groei nog op 7 procent. Ook in het aantal startende zzp‘ers is een afname te zien, van 9 procent. Dit is vergelijkbaar met de totale afname van het aantal starters (-8 procent). Het aantal stoppende zzp’ers is toegenomen met 20 procent. Dit laatste aantal ligt fors hoger dan de toename van het totaal aantal stoppers (+11 procent).

“Hoewel er onzekerheid heerst, blijft de drang naar ondernemerschap in Nederland groot. Want hoewel de groei van het aantal zzp’ers vertraagt, laat 2024 nog steeds een stijging zien van het aantal zzp’ers t.o.v. 2023. Zo zie je dat de behoefte aan autonomie en het verlangen om het werkende leven zelf vorm te geven, nog altijd sterker zijn dan de druk van fiscale afbouw en handhaving op schijnzelfstandigheid. Het werkklimaat verandert, maar de wens om zelf de regie te hebben over het eigen werk, blijft onverminderd groot”, zegt Cristel van de Ven, voorzitter van Vereniging Zelfstandigen Nederland (de koepel van belangenbehartigers voor zzp’ers).

Faillissementen

Naast het aantal stoppers nam ook het aantal faillissementen in 2024 toe ten opzichte van 2023, namelijk met 34 procent. In 2024 waren er 4.467 faillissementen, in 2023 waren dit er 3.326. In vrijwel alle sectoren steeg het aantal faillissementen. De detailhandel telde met 1.053 absoluut gezien het meeste faillissementen, dit is een toename van 51 procent tegenover 2023. Hierop volgen de zakelijke dienstverlening (657 in 2024, 519 in 2023) en de horeca (432 in 2024 en 293 in 2023).

“Het aantal faillissement neemt toe, volgens verwachting. De golf van faillissementen na de coronacrisis zwelt aan, maar het is nog altijd niet de tsunami die werd verwacht. Ook in historisch opzicht valt het nog mee: het aantal faillissementen in 2024 is bijvoorbeeld nog steeds veel lager dan voor 2017”, aldus Erik Stam.

Ruim 870 duizend slachtoffers van psychisch geweld

DEN HAAG – In 2024 gaven ruim 870 duizend mensen van 16 jaar of ouder aan dat zij in de afgelopen twaalf maanden slachtoffer zijn geweest van een of meerdere vormen van psychisch geweld in huiselijke kring. Dit is 6 procent van alle 16-plussers, ongeveer evenveel als in 2020 en 2022. Dit blijkt uit cijfers afkomstig uit de Prevalentiemonitor Huiselijk Geweld en Seksueel Grensoverschrijdend gedrag van het CBS en het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum (WODC). Dit is een internetenquête waaraan ruim 25 duizend mensen van 16 jaar of ouder deelnamen.

Psychisch geweld is een vorm van huiselijk geweld, waarbij het gaat om regelmatig voorkomende vormen van verbale agressie, dreiging of intimidatie door een gezins- of familielid, partner of ex-partner. Psychisch geweld kan bijvoorbeeld gaan om treiteren, pesten, vernederen, intimideren en bedreigen.

Vrouwen iets vaker slachtoffer van psychisch geweld dan mannen

Vrouwen kregen iets vaker dan mannen te maken met psychisch geweld in de huiselijke kring: 7 procent tegen 5 procent. Vooral bepaalde vormen van psychisch geweld, zoals kleineren of vernederen, bang maken of intimideren, of op een andere manier gecontroleerd of geïntimideerd worden, kwamen bij vrouwen meer voor dan bij mannen.

Jongeren kregen het vaakst te maken met psychisch geweld in de huiselijke kring. Zo gaf 16 procent van de 16- tot 18-jarigen, en 12 procent van de 18- tot 24-jarigen, aan in de twaalf maanden voorafgaand aan het onderzoek slachtoffer te zijn geweest van psychisch geweld. Voor 24- tot 45- jarigen, 45- tot 65-jarigen en mensen van 65 jaar of ouder was dit respectievelijk 7, 5 en 2 procent.

Bi-plus en homoseksuele vrouwen vaker slachtoffer

Van zowel de homoseksuele als de bi-plus vrouwen kreeg 11 procent te maken met psychisch geweld in huiselijke kring, wat bijna twee keer zo vaak is als gemiddeld in Nederland. Naast seksuele oriëntatie speelt ook genderidentiteit een rol in de mate van slachtofferschap. Zo kregen mensen die zich identificeren als non-binair of genderqueer (dus niet eenduidig als man of als vrouw) relatief vaak te maken met psychisch geweld in huiselijke kring. Van de non-binaire of genderqueer mensen had 21 procent in 2024 te maken gehad met deze vorm van geweld.

Partner het vaakst pleger van psychisch geweld

Van de mensen die aangeven slachtoffer te zijn geweest van psychisch geweld in huiselijke kring, gaf 41 procent aan dat de partner dit deed. Daarmee is de partner het vaakst pleger van psychisch geweld. Vooral onder 24-plussers komt partnergeweld relatief veel voor: van hen gaf ongeveer de helft aan dat de partner de pleger was.

Jonge slachtoffers (16 tot 24 jaar) gaven het vaakst aan dat een ouder, of een broer of zus de pleger was van het psychisch geweld (63 en 50 procent). Ook 24- tot 35-jarigen noemden relatief vaak de ouder(s) als pleger. De groep 35-plussers gaf juist vaker aan dat hun kind (of kinderen) de pleger(s) van het geweld was (waren).

Slachtoffers praten over ervaringen, maar weinig met politie

Een ruime meerderheid van de slachtoffers (81 procent) heeft met iemand gepraat over het psychisch geweld. Vrouwelijke slachtoffers praatten er vaker over dan mannelijke slachtoffers (86 tegen 73 procent).

Slachtoffers die praatten over wat hen overkomen is, deden dit vooral binnen hun eigen sociale omgeving, bijvoorbeeld met een vriend of vriendin (44 procent), een ander familie- of gezinslid dan de partner (38 procent), of met de partner (37 procent). 33 procent sprak erover met een hulpverlener zoals een (huis)arts, psycholoog of maatschappelijk werker. Minder vaak is er contact geweest met een medewerker van Veilig Thuis (2 procent) of van de politie (4 procent).

×