DEN HAAG – Libanon is blij met de zorgen en de solidariteit die worden geuit over de Israëlische aanval op het zuiden van het land, maar Libanon heeft meer nodig. “Nederland heeft daarbij een bijzondere rol en zou als zetel van onder meer het Internationaal Gerechtshof (ICJ) Israël moeten vragen het internationale recht na te leven”, zegt de Libanese ambassadeur in Den Haag, Abdel Sattar Issa tegen het ANP. Hij vindt dat er “veel meer internationale druk moet komen om Israël te dwingen de agressie tegen Libanon te stoppen en om de territoriale integriteit van het land te respecteren”.
“Nederland heeft de speciale positie omdat hier internationale hoven en andere internationale juridische organen zijn”, zoals het ICJ en het Internationaal Strafhof (ICC). Nederland heeft Libanon wel humanitaire steun beloofd. “Buitenlandminister Caspar Veldkamp heeft in een telefoongesprek met zijn Libanese collega Abdallah Bou Habib gezegd dat Nederland kijkt naar mogelijkheden om Libanon met humanitaire hulp bij te staan”. Nederlandse UNIFIL-veteranen zamelen volgens de ambassadeur medische hulpgoederen in om die zo snel mogelijk naar Libanon te sturen.
De Israëlische aanvallen zijn vooral gericht op gebieden waar sjiieten wonen in het zuiden, het noordoosten en het zuiden van de hoofdstad Beiroet. Daarbij vallen veel slachtoffers en volgens de Libanese regering zijn circa een miljoen mensen ontheemd. Hezbollah is een sjiitische sociale, politieke en militaire beweging.
Volgens Sattar Issa zijn de doorgaans weinig eensgezinde Libanese bevolkingsgroepen niet dieper in conflict geraakt door de huidige Israëlische aanvallen op Hezbollah. “Het land verenigt zich juist tegenover een aanval van buitenaf”, aldus de gezant.