UTRECHT – Het Openbaar Ministerie heeft maandag een celstraf van tien jaar en tbs met dwangverpleging geëist tegen de 38-jarige Enid T. voor brandstichting in de Arnhemse De Wiltstraat. Bij de brand kwamen twee vrouwen van 46 en 51 jaar om het leven, zijn twee panden verwoest en raakten vijf andere panden zwaar beschadigd.
De fatale brand woedde op 31 januari vorig jaar vanaf 05.45 uur in de wijk Sint Marten in Arnhem. De brandweer had ruim zes uur nodig om het vuur onder controle te krijgen en vond pas ‘s avonds tijdens het nablussen het eerste verminkte lichaam. De volgende dag is het tweede stoffelijk overschot gevonden.
De brand begon bij de ingang van een schuur met daarbovenop een geïmproviseerde woning van een van de slachtoffers. “Een woning die eigenlijk geen woning was”, zei de moeder van het 46-jarige slachtoffer maandag in de rechtbank in Utrecht. “Ze woonde er illegaal en gaf heel veel overlast. Wat ze haar huisje noemde was een zolder boven een garage, die door de gemeente op meer dan tien punten was afgekeurd”, vertelde de moeder. “Het hele gebouw was zeer brandgevaarlijk en er was geen vluchtweg. Wat moeten ze bang zijn geweest toen ze het vuur zagen en nergens heen konden. Verschrikkelijk, daar moet ik niet aan denken.”
Psychoses
De verdachte kende de twee slachtoffers uit het Arnhemse daklozencircuit. T. was verslaafd aan drank en drugs, vertelde ze de rechters. Ze zei dat ze wakker werd in de rook en dat ze zich niet kan herinneren dat ze de brand heeft aangestoken. T. kampte volgens gedragsdeskundigen van het Pieter Baan Centrum destijds met psychoses, mogelijk als gevolg van trauma’s uit het verleden in combinatie met drugsgebruik. Dat maakt haar in de visie van de deskundigen verminderd toerekeningsvatbaar.
T. stichtte de brand uit boosheid na een conflict met beide vrouwen, zei de officier van justitie. T. vertelde familieleden dat ze met een aansteker een teddybeer had aangestoken. Daarna sloeg ze op de vlucht. De slachtoffers zaten volgens de aanklager in de val. De brand ontwikkelde zich volgens hem zo snel, dat de vrouwen geen tijd hadden alarm te slaan. De schuurwoning was niet op elektriciteit en het lichtnet aangesloten, wat betekent dat er geen sprake kan zijn geweest van kortsluiting.