ROTTERDAM – Het Seatrade-concern en twee bestuurders betalen het Openbaar Ministerie (OM) ter buitengerechtelijke afdoening een bedrag van in totaal 2.650.000 euro voor het overbrengen van vier schepen naar respectievelijk India, Bangladesh en Turkije, zonder dat daarbij de voorschriften uit de EVOA in acht zijn genomen.
Daarnaast treft het OM een schikking van 3.000.000 euro met de reder. Dit is het bedrag dat de reder volgens het OM met de overbrengingen zou hebben verdiend.
Procesverloop
De rechtbank Rotterdam deed op 15 maart 2018 uitspraak ten aanzien van het concern en de twee bestuurders voor het handelen in strijd met artikel 10.60 Wet milieubeheer en de regels gesteld in de Europese Verordening Overbrenging Afvalstoffen (EG) Nr. 1013/2006. Aan de rechtspersonen, behorende tot het concern, werden geldboetes van in totaal 2.550.000 euro opgelegd.
Aan de twee bestuurders werd een geldboete van 50.000 euro en een beroepsverbod voor de duur van een jaar opgelegd. Een derde bestuurder werd vrijgesproken.
Op 30 juni 2020 werden deze uitspraken door het Gerechtshof te Den Haag vernietigd door een gebrek in de samenstelling van de rechtbank. Hierdoor zou de behandeling van de zaak niet hebben plaatsgevonden door een onpartijdige rechterlijke instantie (artikel 6 lid 1 EVRM).
EVOA
Voor de overbrenging van afval vanuit de Europese Unie heeft de EVOA regels. Die regels houden onder meer in dat gevaarlijk afval niet mag worden vervoerd naar landen zoals India, waarop het OESO-besluit niet van toepassing is. De overheid ziet toe op naleving van de EVOA.
Passende afdoening
De directie van het Seatrade-concern erkent dat zij de vier schepen naar India, Bangladesh en Turkije heeft overgebracht, zonder daarbij de voorschriften van de EVOA in acht te nemen. Zij betreurt, met de kennis van nu, de keuzes die toen gemaakt zijn en zegt erop toe te zien dat eventuele toekomstige ontmantelingen van zeeschepen volgens de geldende regels zullen plaatsvinden.
Gelet op het procesverloop evenals de verklaring van de directie van het concern, acht het OM dit een passende en adequate afdoening.