BRUSSEL – De Europese Unie heeft veel meer laadpunten nodig voor elektrische auto’s om de CO2-doelen te halen, zegt de Europese autobrancheorganisatie ACEA. De verkoop van stekkerauto’s is de afgelopen jaren veel harder gegroeid dan de installatie van laadpalen. Daarom moeten er tot 2030 jaarlijks acht keer zoveel laadpunten bijkomen, volgens de brancheclub.
Vorig jaar zijn er 150.000 publieke laadpalen geïnstalleerd, waardoor het totaal op 630.000 komt. Volgens de Europese Commissie moeten er in 2030 3,5 miljoen laadpunten zijn. Om dat te bereiken, moeten er jaarlijks bijna drie keer zoveel laadpunten worden geïnstalleerd.
De ACEA zet nog een stuk hoger in. De brancheorganisatie schat dat er in 2030 8,8 miljoen laadpunten nodig zijn. Om dat doel te halen zouden er 1,2 miljoen laadpalen per jaar moeten worden geïnstalleerd, acht keer zoveel als het installatiepercentage in 2023.
De bestaande laadpunten zijn bepaald niet gelijk over de EU verdeeld. 61 procent van alle laadpalen in de EU staat in Nederland, Frankrijk en Duitsland. Nederland heeft 144.453 laadpalen, 52 keer zoveel als Roemenië, dat veel groter is. In landen als Estland, Letland en op Cyprus en Malta staan slechts enkele honderden laadpalen.
“We hebben een massale adoptie van elektrische auto’s in alle EU-landen nodig om Europa’s ambitieuze CO2-reductiedoelstellingen te halen”, zegt Sigrid de Vries, directeur bij ACEA. “Dit zal niet gebeuren zonder de wijdverspreide beschikbaarheid van openbare oplaadinfrastructuur door de hele regio.”
“Makkelijke toegang tot openbare laadpunten is niet nice to have, maar een essentiële voorwaarde om het wegvervoer te decarboniseren”, waarschuwt ze. “De investeringen in publieke laadinfrastructuur moeten dringend worden opgevoerd als we de infrastructuurkloof willen dichten en de klimaatdoelstellingen willen halen.”