ROTTERDAM – De raadsvrouw van de Spaanse vrachtwagenchauffeur Juan C.S, die op 27 augustus 2022 inreed op een barbecuefeest van de ijsclub in Nieuw-Beijerland, wil een aantal aanvullende onderzoeken en getuigen horen in aanloop naar de rechtszaak tegen haar cliënt. Dat zei ze in de rechtbank in Rotterdam tijdens een inleidende zitting.
De advocaat twijfelt namelijk of het cocaïnegebruik van de 46-jarige Spanjaard wel van invloed is geweest op de epileptische aanval die de chauffeur kreeg voor de aanrijding met zeven doden en zeven gewonden tot gevolg. Het gemeten cocaïnegehalte in het bloed van de verdachte was zo laag dat dat niet van invloed was op zijn rijgedrag. De verdachte moest volgens de aanklager weten dat door cocaïnegebruik de werking van zijn medicijnen is beïnvloed. C.S. herinnert zich niets van het ongeluk.
De rechtbank ging in op een deel van de verzoeken. Maar wees een verzoek af om een getuige te horen die heeft verklaard dat de route die de chauffeur volgde, een omleiding als gevolg van een afgesloten snelweg, gevaarlijk zou zijn.
Ze verzocht de rechtbank verder om het rijverbod voor een personenauto van de verdachte in te trekken, die hij in Spanje voor zijn werk nodig heeft. De rechtbank wees dit verzoek af.
Het OM stelt dat de verdachte door zijn epilepsie niet gerechtigd was om een vrachtwagen te besturen, mede omdat bekend is dat de gebruikte anti-epilepsiemedicijnen de rijvaardigheid beïnvloeden en de werking ervan wordt verminderd door drugsgebruik. Verdachte is ook in Spanje meermalen aangehouden voor rijden onder invloed van drugs. Onduidelijk is of hij in Spanje wel mag rijden op een vrachtwagen met deze aandoening.
De verdachte, die een maand na het incident werd vrijgelaten en daarna naar Spanje vertrok, was zelf niet bij de regiezitting aanwezig. Dat was volgens de rechter in dit stadium nog niet nodig. Hij is wel verplicht aan alle onderzoeken mee te werken en te verschijnen bij de inhoudelijke behandeling van de zaak.
Wanneer de zaak verder gaat, is nog niet duidelijk. Mogelijk volgt nog een inleidende zitting. De rechter verwacht dat de inhoudelijke behandeling pas in het nieuwe jaar zal zijn.