KOPENHAGEN – De Deense containerrederij Maersk vaart voorlopig niet op de haven van Baltimore, meldt het bedrijf. Eerder dinsdag stortte een brug bij die haven in nadat een containerschip tegen een pijler was gebotst.
Door de botsing is de haven van Baltimore voor schepen niet bereikbaar. Schepen die naar de haven wilden gaan, moeten nu wachten totdat de vaarroute weer open is of uitwijken naar een andere haven. Maersk kiest dus voor dit laatste. Ook autofabrikanten Ford en General Motors (GM) laten schepen met hun voertuigen uitwijken naar andere havens.
Andere havens aan de oostkust van de Verenigde Staten kunnen extra schepen ontvangen. Het gaat onder meer om havens in New York, New Jersey and Virginia. De haven van Baltimore, een van de grootste havens in het oosten van de Verenigde Staten, speelt een belangrijke rol in het transport van onder andere auto’s.
Weinig effect
Het schip dat tegen de brug botste, de Dali, was gehuurd door Maersk op het moment van het ongeluk. Tijdens de botsing waren geen werknemers van Maersk aan boord.
De haven van Baltimore is de op een na belangrijkste Amerikaanse haven voor de uitvoer van steenkool. Door het instorten van de brug ligt de export van de grondstof vanuit de haven waarschijnlijk zes weken stil, verwacht topman Ernie Thrasher van steenkoolbedrijf Xcoal Energy & Resources. Daarmee is tot 2,5 miljoen ton aan steenkool geblokkeerd.
Niet al het steenkooltransport kan uitwijken naar andere plekken, stelt Thrasher. “Je zal wat omleidingen zien naar andere havens, maar de andere havens zijn best druk.” Het instorten van de brug heeft volgens hem overigens weinig effect op de wereldwijde prijzen van steenkool, omdat maar 2 procent van al het steenkool dat wereldwijd per schip gaat, via Baltimore wordt verscheept.