DEN HAAG – De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) heeft een last onder dwangsom opgelegd aan een groot plaagdierbeheersingsbedrijf. Dit bedrijf heeft de voorschriften voor het gebruik van bestrijdingsmiddelen tegen ratten en muizen niet goed nageleefd. De ILT gaat hiertoe over naar aanleiding van bevindingen van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) vorig jaar bij 46 bedrijven. De Inlichtingen- en Opsporingsdienst van de NVWA is onder leiding van het Openbaar Ministerie tevens een strafrechtelijk onderzoek gestart bij de plaagdierbeheerser.
De ILT legt een last onder dwangsom van €5.000 per dag op bij elke geconstateerde overtreding. Deze last wordt opgelegd om een einde aan de overtredingen te maken en om herhaling in de toekomst te voorkomen.
Ingrijpen na bevindingen NVWA
De ILT heeft ingegrepen na bevindingen van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). In oktober 2023 heeft de NVWA 46 veehouderijen tijdelijk stilgelegd, nadat sporen van een muizenbestrijdingsmiddel waren aangetroffen in de lever van een kalf, afkomstig uit een van deze veehouderijen. De NVWA constateerde dat het verantwoordelijke plaagdierbeheersingsbedrijf de regels voor het gebruik van het muizengif onvoldoende had nageleefd. Er werd gif gebruikt op plekken, waar de kalveren het op konden likken. Hierdoor zijn deze dieren blootgesteld aan het bestrijdingsmiddel.
Integrated Pest Management (IPM)
Daarnaast werd de voor knaagdierbeheersing de verplichte werkwijze Integrated Pest Management (IPM) niet tot nauwelijks toegepast. IPM is sinds januari 2023 verplicht. Kortgezegd houdt het in dat gif inzetten de laatste optie is en dat er eerst preventieve maatregelen, wering en mechanische bestrijding moeten worden ingezet. Ook ontbraken de verplichte risico-inventarisatie en het plan van aanpak. De ILT en NVWA zijn met het plaagdierbeheersingsbedrijf in gesprek gegaan om implementatie van de verplichte IPM-werkwijze te versnellen.
Veilig voor mens, dier en milieu
Het is van belang dat er veilig wordt gewerkt met bestrijdingsmiddelen1 en dat de voorschriften in de toelatingen ervan worden nageleefd. Dit om te voorkomen dat bestrijdingsmiddelen bijvoorbeeld in voedingsmiddelen terecht komen, waardoor ze schadelijk kunnen zijn voor mensen. Verkeerd gebruik van bestrijdingsmiddelen kan ook leiden tot schade aan het milieu (bijvoorbeeld vergiftiging van roofvogels) en afnemende werking (resistentie).
Toezicht
De ILT houdt toezicht op de door agrariërs ingehuurde plaagdierbeheersers. Vanuit de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden is de ILT bevoegd om op te treden bij overtredingen van die wet. De NVWA kijkt vooral naar de risico’s voor voedselveiligheid als gevolg van onjuiste toepassing van ratten- en muizengif door voedselproducerende bedrijven, zowel door agrariërs zelf als de ingehuurde plaagdierbeheersers. De ILT en NVWA werken hierin intensief samen en delen benodigde informatie met elkaar om zo gezamenlijk toezicht te kunnen houden op het uitvoeren van ongediertebestrijding door agrariërs zelf en plaagdierbeheersers.
[1] De term bestrijdingsmiddelen betreft in het algemeen zowel gewasbeschermingsmiddelen als biociden, waaronder de rodenticiden vallen.