DEN BOSCH – Het gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft een 22-jarige man die werkte als pakketbezorger veroordeeld tot 6 jaar gevangenisstraf en tbs met dwangverpleging wegens doodslag. Hij heeft in 2020 in Wijchen een man doodgereden nadat deze hem aansprak op zijn rijgedrag.
Het slachtoffer sprak de bestuurder van een bedrijfswagen aan op zijn rijgedrag in een woonwijk van Wijchen. Daarop ontstond een woordenwisseling. Toen de man voor de auto van de bezorger ging staan om een foto te maken van het kenteken, reed de bezorger de man aan. Het slachtoffer belandde op de motorkap, werd meegesleurd, viel van de motorkap en kwam onder de auto. Hij werd in totaal drie keer door de verdachte overreden en is uiteindelijk overleden aan zijn verwondingen. De verdachte verliet de plaats van het ongeval en liet het slachtoffer in hulpeloze toestand achter.
Het gerechtshof Arnhem – Leeuwarden veroordeelde de verdachte tot 7 jaar gevangenisstraf en tbs wegens doodslag, net zoals de rechtbank Midden-Nederland eerder had beslist. De verdachte ging tegen de uitspraak van het hof in cassatie bij de Hoge Raad.
De Hoge Raad heeft het arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden vernietigd, omdat de pleitnota niet (meer) bij de stukken zat en heeft de zaak verwezen naar het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch om opnieuw te worden behandeld en beoordeeld.
Door zijn handelen heeft de verdachte het slachtoffer op een verschrikkelijke manier het leven ontnomen, en de nabestaanden hun partner, vader en zoon. Hij beging zijn daad nadat hij was aangesproken op zijn rijgedrag. Dit kan ertoe leiden dat mensen elkaar niet meer durven aanspreken op hun (rij)gedrag als dit zulke consequenties kan hebben. Het hof rekent de verdachte het feit zwaar aan en veroordeelt hem tot een gevangenisstraf van zes jaar en tbs met dwangverpleging wegens doodslag.
De verdachte is in het Pieter Baan Centrum onderzocht door gedragsdeskundigen en deze schatten de kans op herhaling hoog in, o.a. door zijn huidige psychische toestand en gebrek aan probleembesef. Het hof vindt het daarom van belang dat de psychische problematiek van de verdachte spoedig wordt behandeld. Dat is voor het hof één van de redenen om een lagere gevangenisstraf op te leggen.