ROTTERDAM – Eneco probeert niet langer de opdracht voor de bouw van windmolenparken IJmuiden Ver Alpha en Beta binnen te slepen. De energieleverancier heeft te veel problemen met de manier waarop Nederland een nieuwe exploitant voor deze te bouwen windparken op zee selecteert. Met die huidige opzet denkt Eneco dat de bouw van windmolenparken niet toekomstbestendig is. Maar volgens het bedrijf zijn er oplossingen.
Volgens Eneco, dat samen met Noors energiebedrijf Equinor optrok, is de aandacht bij de aanbestedingsprocedure te veel naar de financiële kant opgeschoven. Het zou daardoor gemakkelijker zijn om de tender te winnen door hogere bedragen te bieden, in plaats van ‘kwalitatieve’ pluspunten te scoren als aandacht voor herstel van de zeebodem.
Tegelijkertijd zijn de kosten voor het bouwen van windmolenparken sterk gestegen door hogere prijzen voor bijvoorbeeld koper en staal, terwijl er onzekerheid is over elektriciteitsprijzen.
Voorstellen
Het gaat om twee kavels voor de bouw van windmolenparken die allebei een capaciteit van 2 gigawatt moeten krijgen. Daarmee zijn ze goed voor genoeg energie om 4 miljoen huishoudens van stroom te voorzien.
Eneco doet ook voorstellen waarmee het weer aantrekkelijk zou worden om te investeren in windmolenparken. Wat de energieleverancier betreft krijgen kwalitatieve criteria voor bijvoorbeeld de flora en fauna in zee een belangrijke rol bij tenders. Ook kan het volgens Eneco helpen om met contracten te werken waarbij de windexploitant boven een bepaalde elektriciteitsprijs aan de overheid betaalt, maar geld van de overheid krijgt als de prijs onder een grens komt.
Een andere oplossing is het combineren van aanbestedingen voor windmolenparken en de productie van waterstof. Om op een ‘groene’ manier waterstof te maken is namelijk veel duurzaam opgewekte elektriciteit nodig. Als een ontwikkelaar van een windmolenpark verzekerd is van een klant voor grote hoeveelheden windenergie, kan dat onzekerheid wegnemen over grote schommelingen in de elektriciteitsprijs.