DEN HAAG – In 2023 namen 369 mensen, die een misstand op het werk vermoedden, contact op met het Huis voor Klokkenluiders voor advies. Dat is een toename van 50 procent ten opzichte van het jaar ervoor. Ook nam de complexiteit van de vermoede misstanden toe. De inwerkintreding van de Wet bescherming klokkenluiders en de media-aandacht voor misstanden speelden daarin een rol. Tegelijkertijd klopten ook veel meer werkgevers aan bij het Huis voor advies. Bijvoorbeeld over het inrichten van een goede meldregeling of het voeren van intern onderzoek naar misstanden. Dit blijkt uit het jaarverslag 2023 van het Huis voor Klokkenluiders.
Vermoedens van misstanden waarover mensen het Huis benaderden, gingen onder meer over de omgang met bedrijfsgeheimen en persoonsgegevens, vermoedens van fraude of het overtreden van veiligheidsvoorschriften. Daarnaast ontving het Huis, net als voorgaande jaren, veel meldingen over sociale (on)veiligheid en grensoverschrijdend gedrag op de werkvloer. De zaken die het Huis als ‘klokkenluiderszaak’ aanduidde, speelden veel in de zorg, het onderwijs en binnen gemeenten.
“Degenen die bij ons een probleem aankaartten, benoemden vaak het gedrag van de top van hun organisatie als onderdeel van dat probleem” zegt Wilbert Tomesen, voorzitter Huis voor Klokkenluiders. “Zodra werkgevers, met toestemming van een melder, weten dat het Huis meekijkt met de wijze waarop met een melding wordt omgegaan, is alleen dat al vaak een trigger om nog eens extra goed naar de zaak te kijken. Dit leidt bij werkgevers geregeld tot aanpassing van de ingezette lijn.”
369 adviesvragers vermoede misstand
Bij het Huis voor Klokkenluiders kan iedereen terecht die een werkgerelateerde misstand wil melden. Het huis geeft werknemers daarbij onafhankelijk, vertrouwelijk en kosteloos advies. In 2023 namen 369 mensen, die een misstand op het werk vermoedden, contact op met het Huis voor advies. In 2022 waren dit 243 mensen. Opvallend was dat er in 2023 meer (politieke) ambtsdragers, leidinggevenden, vertrouwenspersonen en ZZP’ers tussen zaten dan in voorgaande jaren.
Tomesen: “Vertrouwenspersonen klopten vaak aan bij het Huis. Ofwel voor advies over een individuele casus in hun organisatie, dan wel voor algemenere vragen over de rol van vertrouwenspersonen bij meldingen. Opvallend genoeg bleken vertrouwenspersonen die een beroep op ons deden niet altijd te beschikken over de nodige (basis)kennis over het melden. Dit speelt vooral wanneer wij zien dat de werkgever niet voldoende heeft geïnvesteerd in het faciliteren van de personen die de rol van vertrouwenspersoon vervullen. Dat dit cruciaal is voor een goed verloop van een meldingsproces staat bij die werkgevers nog onvoldoende op het netvlies.
Met de inwerkingtreding, begin 2023, van de Wet bescherming klokkenluiders (Wbk) vallen zzp’ers ook onder de wettelijke bescherming tegen benadeling als ze een melding hebben gedaan. “Dat neemt niet weg dat we nog regelmatig van zzp’ers horen dat zij benadeeld worden”, zegt Tomesen. “Een melding van een mogelijke misstand los je niet op door simpelweg een contract niet te verlengen. Deze dien je als werkgever altijd serieus te nemen.”
Klokkenluiderszaken
Van de 369 adviesverzoeken zijn er 37 aangeduid als ‘klokkenluiderszaak’, zoals vastgesteld in de Wbk. Het Huis heeft hierin geconstateerd dat er een redelijk vermoeden van een misstand was, die het ‘maatschappelijk belang raakt’. De helft van deze zaken speelde in de semipublieke sector. In de zorg ging het bijvoorbeeld over het onbevoegd verrichten van medische handelingen, dat ten koste kon gaan van de veiligheid van patiënten of cliënten. Ook meldden meerdere werknemers uit de academische wereld zich bij het Huis. Hierbij stond de aantasting van de academische vrijheid vaak centraal. Verder was het niet naleven van veiligheidsvoorschriften van vervoersmiddelenfabrikanten een terugkerend thema.
Benadeling door het doen van een melding
In de meeste klokkenluiderszaken ervaart de melder benadeling. Vaak gaat het om pestgedrag, sociale isolatie, intimidatie, beëindiging van het dienstverband of bedreiging. “Wanneer melders ons benaderen, hebben zij vaak al een conflict met de werkgever. We denken dan uiteraard mee hoe we ze dan nog het beste kunnen helpen, maar het beperkt onze ruimte om nog te kunnen interveniëren. Hoe eerder mensen bij ons komen met een vermoeden, hoe beter we ze kunnen helpen om tot een goede afhandeling te komen”, zegt Tomesen.
Maatwerk en onderzoek
Eén van de manieren om tot een goede aanpak te komen voor zowel de melder als de oplossing van de misstand en/of benadeling, is via Maatwerkzaken. Daarin betrekt het Huis met toestemming van de melder ook de werkgever. Het afgelopen jaar liepen 12 Maatwerkzaken, waarvan er zes zijn afgerond. Deze zijn vertrouwelijk en worden niet gepubliceerd. Daarnaast heeft het Huis drie onderzoeken gepubliceerd. Eén onderzoek betrof een misstand rondom de inhuur van externen bij een omgevingsdienst. Een tweede onderzoek ging zowel over een misstand bij een uitvoeringsorganisatie, als ook de benadeling die een financieel medewerker ervoer, na het doen van een melding. Het derde onderzoek draaide om de benadeling van een voorzitter van de Raad van Commissarissen van een woningbouwcorporatie.
Ook werkgevers kloppen vaker aan
Niet alleen werknemers die een misstand vermoeden, kunnen bij het Huis terecht. Ook het aantal werkgevers dat in 2023 contact opnam met het Huis (276 organisaties) steeg met meer dan 50 procent. Die vragen gingen vooral over het inrichten van een meldregeling of het voeren van intern onderzoek. Ook wilden organisaties advies over het vertrouwenswerk binnen de uitvoering van de wet. Tomesen: “Voorkomen is beter dan genezen en daarom besteden we veel aandacht aan preventie richting organisaties. Als een organisatie een succesvol meldbeleid hanteert, waarin melders en meldingen serieus genomen worden, kunnen misstanden juist voorkomen worden”.