DEN HAAG – Transportondernemers die meerdaagse, of op meer dagen, internationale ritten maken, mogen, onder voorwaarden, als verblijfskosten een vast bedrag per gereden dag ten laste van hun winst brengen. Voor 2024 is dit bedrag vastgesteld op € 48,00.
Het bedrag dat eigen rijders in aanmerking mogen nemen (in 2024: € 48,00) wordt jaarlijks aangepast.
De regeling geldt voor transportondernemers (eigen rijders) die hun winst aangeven in de inkomstenbelasting, niet voor ondernemers die aangifte vennootschapsbelasting doen.
Aan deze regeling is een aantal voorwaarden verbonden:
- De rit moet langer duren dan 24 uur zijn.
- De verste bestemming mag niet in Nederland liggen. Er is geen maximum afstand.
- De regeling geldt voor alle meerdaagse ritten in dat jaar.
- U moet het aantal gereden dagen kunnen aantonen met bijvoorbeeld tachograafschijven, facturen en rittenstaten.
- De vertrek- en terugkomdag tellen elk mee voor een halve dag.
- U geeft de winst aan in de aangifte inkomstenbelasting. Deze regeling geldt niet voor ondernemers die onder de vennootschapsbelasting vallen.
U moet elk jaar opnieuw bekijken of u deze regeling wilt gebruiken. Als u gebruikmaakt van de regeling, hoeft u geen bewijsstukken van de verblijfskosten te bewaren.
De regeling geldt ook voor internationale ritten die starten op meer dan 50 kilometer van het woonadres van de transportondernemer, ook als deze korter duren dan 24 uur. Hierbij gelden de volgende twee voorwaarden:
- Deze ritten vinden plaats op aaneengesloten dagen (eventueel met ritten waarbij men meer dagen aaneengesloten in het buitenland verblijft).
- Het traject van elke rit bevindt zich geheel buiten een afstand van 50 km van het woonadres van de transportondernemer.