ARNHEM – Het college van de gemeente Druten mag een omgevingsvergunning verlenen voor het realiseren van een tijdelijke noodopvanglocatie voor ongeveer 100 asielzoekers vanaf 25 april 2024. Dat oordeelt de voorzieningenrechter.
Volgens een omwonende die de zaak aanspande is de bouw van een noodopvanglocatie in strijd met een goede ruimtelijke ordening. De voorzieningenrechter gaat hier niet in mee en wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Het Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers (COA) wil in Druten een tijdelijke noodopvanglocatie voor de duur van 2 jaar voor ongeveer 100 asielzoekers realiseren, omdat er te weinig opvangplekken zijn.
De gemeente Druten wees de locatie aan de Scharenburg in Druten aan als locatie voor noodopvang. Rond deze locatie staan meerdere woningen en boerderijen. De gemeente Druten verleende op aanvraag van het COA een vergunning in afwijking van het bestemmingsplan voor de bouw van een tijdelijke noodopvanglocatie.
Als een gemeente in afwijking van een bestemmingsplan een omgevingsvergunning verleent, moet worden gekeken of er sprake is van een goede ruimtelijke ordening. Dit betekent in dit geval dat er geen sprake mag zijn van onevenredige aantasting van de leefbaarheid van de woon- en leefomgeving.
Het geschil spitst zich op de vraag of het plaatsen van een aggregaat, een voetgangersbrug, lichtmasten, camera’s, een zendmast en het belemmeren van vrij uitzicht, leidt tot een onevenredige aantasting van de leefbaarheid van de woon- en leefomgeving van de omwonende. Ook maakte de omwonende zich zorgen over de sociale veiligheid en de afstand van de noodopvanglocatie tot veehouderijen in verband met gezondheidsrisico’s.
De voorzieningenrechter stelt op de punten van het aggregaat en de lichtmasten vast dat de motivering van de gemeente Druten gebrekkig is. Dit moet de gemeente in de beslissing op het bezwaar van de verzoeker herstellen. Over de overige punten die de omwonende aanvoerde, is de voorzieningenrechter van oordeel dat er geen aanleiding is om aan te nemen dat er sprake is van een onevenredige aantasting van de leefbaarheid van de woon- en leefomgeving.
Ook omdat het COA en de gemeente Druten tijdens de rechtszaak een aantal toezeggingen deden om de hinder voor verzoeker te beperken. De voorzieningenrechter is van oordeel dat de omgevingsvergunning voor het tijdelijk afwijken van het bestemmingsplan terecht is verleend.
De voorzieningenrechter ziet daarom geen aanleiding de verzochte voorziening toe te wijzen. Wel ziet de voorzieningenrechter aanleiding om aan de verleende vergunning het voorschrift te verbinden dat het aggregaat niet in werking mag zijn tussen 23:00 uur in de avond en 07:00 uur in de ochtend.