ASSEN -“Het is een verschrikkelijke tragedie. Nooit had het zover mogen komen, maar het is toch gebeurd.” Dat zei Richard K. (50) woensdag in een op schrift gestelde verklaring ten overstaan van de rechtbank in Assen. K. was in de rechtszaal verschenen voor de eerste inleidende zitting in zijn strafzaak. Hij wordt verdacht van de moord op een 44-jarige vrouw en haar 38-jarige man, op 16 januari in Weiteveen.
In zijn verklaring betuigde K. geëmotioneerd spijt aan de nabestaanden, waarvan een aantal zich in de zittingszaal bevond. “Woorden kunnen niet beschrijven hoeveel spijt ik heb.” K. betuigde ook spijt aan zijn eigen familie. De levens van beide families zijn “geruïneerd”, zei hij. “Ik wens iedereen veel sterkte, voor nu en in de toekomst.” Hij zei open te staan voor een gesprek met de nabestaanden. De slachtoffers hadden twee jonge kinderen.
“Mijn cliënten hadden al verwacht dat de verdachte spijt zou gaan betuigen”, zo reageerde de advocaat van de nabestaanden na afloop van de zitting. “Vooral omdat hij vastzit en nu waarschijnlijk alles zal proberen om een mogelijke levenslange gevangenisstraf te ontlopen.”
K. ontkent dat hij op de bewuste dag een vooropgezet plan heeft gehad om de slachtoffers te doden, zoals het Openbaar Ministerie stelt. “Ik was mezelf niet”, zei hij. Hij zou bang zijn geweest dat hem of zijn gezin iets zou overkomen.
Aan het geweld, dat eerder door het OM is omschreven als “excessief”, ging een langlopend conflict vooraf. De slachtoffers hadden hun huis een jaar eerder gekocht van K. (zijn ouderlijke woning). Nadien zouden er ernstige gebreken aan het licht zijn gekomen. Het conflict escaleerde en leidde onder meer tot meerdere meldingen bij de politie.
K.’s advocaat betoogde dat zijn cliënt heeft gehandeld in een impuls en dat zijn “impulscontrole” niet in orde is, als gevolg van hersenschade. Hij is bereid mee te werken aan een onderzoek daarnaar, aldus de raadsman.
De geestvermogens van K. zullen worden onderzocht in het Pieter Baan Centrum, de observatiekliniek van justitie, waar hij naar verwachting in mei een plaats kan krijgen. Dat onderzoek kan mogelijke mede uitwijzen hoe K. tot de geweldsexplosie is gekomen en – in de woorden van de rechtbankvoorzitter – “wat u heeft bezield”.
De volgende tussentijdse zitting is voorlopig gepland op 9 juli. De inhoudelijke behandeling zal niet eerder dan komend najaar plaatsvinden, verwacht de rechtbank, en mogelijk later.