DEN HAAG – Gemeenten moeten zogeheten derdelanders voorlopig weer dezelfde opvang en rechten geven als andere vluchtelingen uit Oekraïne. Demissionair staatssecretaris Eric van der Burg (Asiel) schrijft in een brief aan de Tweede Kamer dat hij hiertoe genoodzaakt is omdat de Raad van State over de kwestie vragen heeft gesteld aan het Hof van Justitie van de Europese Unie, zo werd donderdag bekend. Hij heeft de gemeenten hierover al ingelicht.
De hernieuwde bescherming duurt in ieder geval totdat het hof antwoord heeft gegeven. Het is niet bekend wanneer dat gebeurt. Over de derdelanders is een juridisch gevecht losgebarsten waardoor gemeenten ook niet precies meer wisten wat ze moesten. De tijdelijk opvang was begin april beëindigd maar sommige gemeenten kozen ervoor om de betrokkenen toch nog op te vangen. Andere gemeenten beëindigden wel de opvang en Van der Burg herhaalt in de brief dat zij dit rechtmatig hebben gedaan.
Als derdelanders nog in Nederland zijn, kunnen zij weer opvang krijgen bij de gemeenten. Degenen die al zijn vertrokken uit Nederland, kunnen dat niet meer doen, licht een woordvoerster van het ministerie toe.
VNG blij met brief
Derdelanders woonden met een tijdelijke verblijfsvergunning in Oekraïne toen Rusland dat land ruim twee jaar geleden binnenviel. Ze vluchtten naar Europa en kregen tijdelijk bescherming. Het kabinet wil dat ze terugkeren naar hun land van herkomst, maar meerdere derdelanders hebben dat besluit aangevochten. Verschillende rechtbanken hebben een ander oordeel gegeven, waarna de Raad van State zich er weer over boog.
Het Veiligheidsberaad en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) zijn blij dat de brief van Van der Burg zorgt voor eenduidigheid. “Deze lijn geeft zowel gemeenten als derdelanders voorlopig duidelijkheid”, laat een woordvoerder van de VNG namens beide organisaties weten.