ZUTPHEN – De rechtbank veroordeelt drie mannen voor het plegen van een mislukte overval in Vaassen. Een 20-jarige man uit Bathmen en een 19-jarige man uit Vaassen krijgen een gevangenisstraf van 12 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk.

Een andere 20-jarige man uit Vaassen wordt veroordeeld tot 197 dagen jeugddetentie waarvan 180 dagen voorwaardelijk. Daarbij moet hij een taakstraf van 200 uur uitvoeren. Ook moet het trio een schadevergoeding betalen aan het slachtoffer.

De drie mannen betraden op 7 januari 2024 rond 23:00 uur met gezichtsbedekkende kleding en een nepvuurwapen een restaurant in Vaassen. Op dat moment waren de eigenaresse en haar partner in het restaurant aanwezig. Ze richtten het nepvuurwapen op de eigenaresse, die vluchtte naar de ruimte waar haar partner op dat moment was. Een van de mannen opende toen de kassalade en toen hij zag dat daar niets in zat, vluchtten de mannen het restaurant uit. De mannen bekenden dat zij het restaurant probeerden te overvallen.

De 20-jarige man uit Vaassen en de 19-jarige man verklaarden dat zij niet wisten dat de andere man het nepvuurwapen mee zou nemen. De rechtbank vindt dit wel bewezen. Zo verklaarde de andere man iets anders in zijn verhoor bij de politie en wordt zijn verklaring ondersteund door andere bewijsmiddelen.

De psychologen adviseerden het volwassenenstrafrecht toe te passen in de zaken van de 20-jarige uit Bathmen en de 19-jarige man en het adolescentenstrafrecht toe te passen in de zaak van de andere 20-jarige man. Verder adviseerden de psychologen het delict de mannen verminderd toe te rekenen vanwege verschillende stoornissen.

De reclassering adviseerde in alle zaken een (deels) voorwaardelijke straf met bijzondere voorwaarden met dadelijke uitvoerbaarheid op te leggen. De rechtbank neemt de adviezen van de psychologen en de reclassering over.

De rechtbank houdt bij het bepalen van de straf rekening met de verminderde toerekeningsvatbaarheid van de mannen. Desondanks is een gevangenisstraf volgens de rechtbank passend voor de 20-jarige man en de 19-jarige man voor wie het volwassenenstrafrecht wordt toegepast.

De rechtbank legt deze twee mannen een hogere straf op dan de straf die is geëist door de officier van justitie, omdat de rechtbank vindt dat de ernst van de mislukte overval de oplegging van een (deels) onvoorwaardelijke gevangenisstraf van langere duur rechtvaardigt. Aan het voorwaardelijk deel verbindt de rechtbank een proeftijd van 2 jaar met bijzondere voorwaarden.

Voor de 20-jarige man voor wie het jeugdstrafrecht wordt toegepast, vindt de rechtbank 197 dagen jeugddetentie waarvan 180 dagen voorwaardelijk en 200 uur taakstraf passend. Daarbij moet de man zich tijdens zijn proeftijd van 2 jaar houden aan verschillenden bijzondere voorwaarden, zoals een meldplicht bij reclassering, een ambulante behandeling en meewerken aan middelencontrole.

De eigenaresse van het restaurant kampt sinds de mislukte overval met angsten en slaapproblemen. De mannen moeten gezamenlijk aan de vrouw een schadevergoeding van duizend euro betalen.