GENEVE – Uit een nieuw Europees rapport over het tekort aan vrachtwagenchauffeurs van de IRU blijkt dat meer dan de helft van de transportbedrijven hun activiteiten niet kunnen uitbreiden vanwege het tekort aan chauffeurs.
Meer dan de helft van de Europese transportbedrijven kan hun activiteiten niet uitbreiden omdat ze geen geschoolde arbeidskrachten kunnen vinden vanwege het tekort aan vrachtwagenchauffeurs, blijkt uit het onderzoek van de IRU uit 2023 onder ruim 1.000 Europese goederenvervoerders over de weg.
Andere gevolgen van het tekort zijn een verminderde productiviteit voor bijna 50 procent van de ondervraagde bedrijven en een daling van de omzet voor 39 procent.
De EU, Noorwegen en Groot-Brittannië komen samen ruim 233.000 vrachtwagenchauffeurs tekort. Er wordt verwacht dat dit in 2028 de 745.000 zal overschrijden als gevolg van gepensioneerde chauffeurs als er geen noemenswaardige actie wordt ondernomen.
Het Europese beroep van vrachtwagenchauffeur is aan het vergrijzen met een gemiddelde leeftijd van 47 jaar. Een derde van de vrachtwagenchauffeurs is ouder dan 55 en zal naar verwachting in de komende tien jaar met pensioen gaan, terwijl minder dan 5 procent jonger is dan 25 jaar.
Meer dan 70 procent van de Europese transportbedrijven streeft naar maatregelen om chauffeurs te behouden en/of aan te trekken.
Meer dan de helft van de werkgevers biedt prestatiebeloningen en hogere salarissen om chauffeurs vast te houden en aan te trekken. In Europa ligt het bruto salaris van een vrachtwagenchauffeur gemiddeld 55 procent hoger dan het nationale minimumloon, in Nederland loopt dat volgens de IRU zelfs op tot 233 procent.
Andere maatregelen die door transportbedrijven worden geïmplementeerd, zijn onder meer het investeren in betere voertuigen (44 procent), het dekken van de kosten voor toegang tot het beroep (35 procent) en het bieden van bijscholingsmogelijkheden (25 procent).
De hoge kosten voor het verkrijgen van een vrachtwagenrijbewijs en beroepskwalificaties in Europa, die gemiddeld 3,7 keer hoger zijn dan het gemiddelde maandelijkse minimumloon, vormen een aanzienlijke belemmering voor het aantrekken van mensen voor het beroep, vooral jongeren.
IRU-directeur van EU Advocacy Raluca Marian zei: “IRU’s laatste Europese rapport over het tekort aan vrachtwagenchauffeurs toont duidelijk aan dat transportbedrijven, en bijgevolg de handel in de EU, worden belemmerd door het tekort aan chauffeurs. Het is ook duidelijk dat bedrijven er alles aan doen om meer chauffeurs aan te trekken en te behouden.”
“Hoewel de oorzaken achter het tekort aan chauffeurs divers zijn, moeten de EU en regeringen hun rol spelen bij het wegnemen van toegangsbarrières en het ondersteunen van aantrekkelijkere arbeidsomstandigheden.”
“Wat bijvoorbeeld de barrières betreft: de kloof tussen school en wiel moet worden gedicht door 17-jarigen de kans te geven rijervaring op te doen naast een chauffeurstrainer, en de erkenning van rijbewijzen en kwalificaties uit derde landen moet worden geharmoniseerd op EU-niveau. De rustomstandigheden van chauffeurs moeten ook worden verbeterd, onder meer door veiliger parkeerplaatsen aan te leggen.”
Lage participatie van vrouwen
Slechts vier procent van de Europese vrachtwagenchauffeurs is vrouw. Duitsland (7,2 procent), Roemenië (6,1 procent) en Frankrijk (4,5 procent) hebben het hoogste aandeel vrouwelijke vrachtwagenchauffeurs. De beschikbaarheid van veilige arbeidsomstandigheden en toegang tot goed uitgeruste rustzones zijn de voornaamste zorgen voor vrouwen. Het verbeteren ervan is van cruciaal belang om meer vrouwen voor het beroep aan te trekken.