WENCHANG – China wil het eerste land worden dat rotsen en bodem ophaalt van de achterkant van de maan. Het vaartuig dat dit moet uitvoeren, de Chang’e-6, is vrijdag gelanceerd vanaf het zuidelijke eiland Hainan. Hij moet in juni landen in de krater Apollo, bij de zuidpool van de maan.
China is al jaren bezig met missies naar de maan. In 2007 en 2010 kwamen de satellieten Chang’e-1 en Chang’e-2 in een baan eromheen. In 2013 werd China het derde land ooit dat een lander veilig en wel op het oppervlak van de maan zette, met de missie Chang’e-3. De opvolger, Chang’e-4, landde aan de achterkant van de maan, wat niemand eerder was gelukt.
Met de vorige missie, Chang’e-5, wist China weer een stap verder te gaan. Het land haalde toen materiaal van de maan om dit naar de aarde te brengen. De bestemming van die missie was een vlakte die vanaf de aarde te zien is.
Geen directe verbinding
Nu gaat China dus naar de achterkant van de maan. Daar landen is lastig omdat de vluchtleiding geen directe verbinding met het vaartuig heeft. De maan zelf zit namelijk in de weg. Na de landing heeft Chang’e-6 twee dagen de tijd om ongeveer 2 kilo materiaal op te graven. Na terugkeer kunnen wetenschappers de monsters in hun lab onderzoeken. De Apollo-krater is veel ouder dan al het materiaal dat eerder werd opgehaald van de maan. De monsters kunnen wetenschappers dus nieuwe kennis over het verre verleden van de maan geven.
De volgende stap voor China is het bouwen van een maanbasis en het sturen van mensen. De missies zijn vernoemd naar Chang’e, in oude Chinese mythes de godin van de maan.