DEN HAAG – Het aantal werklozen is in de afgelopen drie maanden toegenomen, met gemiddeld 2 duizend per maand. In april waren er 375 duizend mensen werkloos, dat is 3,7 procent van de beroepsbevolking. Dit meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers. De toename van de werkloosheid sluit aan bij het verslechterde economische beeld van Nederland in april. UWV registreerde eind april 170 duizend lopende WW-uitkeringen, 4 duizend minder dan in maart.
Eind vorig jaar hadden voor het eerst meer dan 9,8 miljoen mensen betaald werk. Het aantal werkenden schommelde de maanden erna rond die 9,8 miljoen. Gemiddeld over de afgelopen drie maanden daalde dit aantal met gemiddeld 2 duizend per maand.
Om verschillende redenen hadden 3,6 miljoen mensen van 15 tot 75 jaar in april geen betaald werk. Naast werklozen ging het om 3,2 miljoen mensen die niet kort geleden naar werk hebben gezocht en/of daarvoor niet direct beschikbaar waren. Zij worden niet tot de beroepsbevolking gerekend. Het gaat vooral om mensen die met pensioen zijn of niet kunnen werken door ziekte of arbeidsongeschiktheid. Gemiddeld over de afgelopen drie maanden veranderde het aantal mensen buiten de beroepsbevolking nauwelijks.
UWV: aantal WW-uitkeringen licht afgenomen
Eind april 2024 verstrekte UWV 170,3 duizend lopende WW-uitkeringen. Dat zijn 4,2 duizend uitkeringen minder dan een maand eerder (-2,4 procentpunt). Er kwamen 18,4 duizend nieuwe uitkeringen bij en er werden 20,6 duizend uitkeringen beëindigd.
UWV: aantal WW-uitkeringen neemt in vrijwel alle sectoren af
Het aantal WW-uitkeringen nam het meest af in de landbouw, groenvoorziening, visserij (-7,4 procentpunt), bij de uitzendbedrijven (-5,4 procentpunt), de horeca en catering en het bank- en verzekeringswezen (beide -3,3 procentpunt) en de bouw (-3,0 procentpunt). Voor de meeste van bovenstaande sectoren betreft het een seizoenspatroon dat in voorgaande jaren ook zichtbaar is in april.
Meer mensen 1 tot 3 maanden werkloos
Ten opzichte van een jaar geleden, waren er in het eerste kwartaal van 2024 vooral meer mensen die 1 tot 3 maanden werkloos zijn. Ten opzichte van twee jaar geleden is ook het aantal mensen dat 3 tot 6 maanden werkloos is, toegenomen. Het aantal langdurig werklozen (1 jaar of langer) nam af.
Iets meer instroom dan uitstroom
De ontwikkeling van de werkloosheid is het resultaat van onderliggende stromen tussen de werkzame, de werkloze en de niet-beroepsbevolking.
De werkloosheid kan toe- of afnemen door vier verschillende stromen. Twee van die stromen kunnen de werkloosheid doen dalen. De eerste is de stroom van werklozen die een baan vinden. De tweede is de stroom van werklozen die stoppen met zoeken en de arbeidsmarkt verlaten.
Er zijn ook twee tegengestelde stromen, die de werkloosheid kunnen vergroten. Het gaat om werkenden die hun baan verliezen en om mensen die zich eerder niet aanboden op de arbeidsmarkt en op zoek zijn gegaan naar werk. Als ze niet meteen werk vinden, worden ze deel van de werkloze beroepsbevolking.
De eerste maanden van 2024 groeide de werkloosheid vooral doordat meer mensen buiten de beroepsbevolking op zoek gingen naar werk. In april is die instroom weer wat afgenomen (123 duizend in de afgelopen drie maanden), maar nog steeds is de instroom groter dan de uitstroom, waardoor de werkloosheid licht toenam.
Het aantal mensen buiten de beroepsbevolking die direct werk vonden, was in de afgelopen drie maanden 178 duizend. Dat aantal loopt al langere tijd terug. In december vorig jaar ging het nog om 221 duizend baanvinders in de voorafgaande drie maanden.