SCHERPENZEEL – Op zondag 12 mei is op 77-jarige leeftijd Hendrik Jan van Bentum overleden. De heer van Bentum was de oprichter van H.J. van Bentum Transport uit Woudenberg.
Op 18-jarige leeftijd begon Hendrik Jan van Bentum zijn werkzame leven als chauffeur bij het transportbedrijf ‘Risico’ van zijn vader. In 1969 startte Hendrik Jan van Bentum, samen met zijn vrouw, een eigen transportbedrijf in Woudenberg. Hendrik Jan rijdt als chauffeur en zin vrouw Janny deed de administratie.
Sinds de oprichting is het bedrijf met name actief in het vervoer van droge stoffen in bulkopleggers, maar ook containers worden vervoerd van Rotterdam naar het Duitse achterland.
In 2005 nam zoon Henk, met zijn vrouw, het transportbedrijf van zijn ouders over.
“Met zijn enorme charisma en ondernemersgeest heeft hij de fundering gelegd van ons bedrijf. Hendrik Jan had het unieke vermogen om mensen te raken met enkel een woord of blik. Die zachte kant maakte hem geliefd bij vele mensen om hem heen. Met zin aanstekelijke enthousiasme en gedrevenheid inspireerde hij ons allemaal”, aldus familie, directie en medewerkers van H.J. van Bentum.
De uitvaart van Hendrik Jan van Bentum zal zaterdag 18 mei plaatsvinden.
UTRECHT – Vakbond FNV roept leden uit verschillende regio’s die werken in de metaal- en techniekbranche op donderdag voor 24 uur het werk neer te leggen. Het gaat om werknemers uit Gelderland, Zeeland en vakbondsregio Zuidwest Nederland. Eerder werd al in andere regio’s gestaakt om het uitblijven van een cao. De bond, die bovendien dreigt met nog meer stakingen, wil op die manier zijn eisen voor de nieuwe cao afdwingen.
Volgens onderhandelaar namens de bond Peter Reiniers willen werkgevers nog altijd niet tegemoetkomen aan de belangrijkste cao-eisen, iets wat hij “zwaar teleurstellend” noemt. “We hebben de afgelopen cao-periode fors ingeleverd op koopkracht, maar hier lijken de werkgevers totaal geen boodschap aan te hebben”, stelt hij. “De sector moet echt voorbereid zijn op de uitdagingen van de toekomst, zoals de energietransitie, automatisering en digitalisering. Daarvoor moet de nieuwe cao staan als een huis. Daarom blijven we staken, net zolang tot we een goede cao hebben.”
Onder de cao Metaal en Techniek vallen volgens FNV zo’n 360.000 werknemers. Zij werken voor kleinere metaal- en techniekbedrijven, zoals installatie- of isolatiebedrijven. FNV eist voor hen onder meer een salarisverhoging van ruim 10 procent ter compensatie van de gestegen inflatie. Daar bovenop wil de bond nog een loonsverhoging van 100 euro bruto per maand om de koopkracht van medewerkers te herstellen. Ook wil FNV dat de lonen voortaan meebewegen met de inflatie, de automatische prijscompensatie.
Metalektro
Voor een andere cao in de technieksector hebben vakbonden dinsdag wel een akkoord bereikt met werkgevers. Dat gaat om de cao Metalektro, die geldt voor 170.000 medewerkers. Al deze mensen werken voor diverse bedrijven in de metaalindustrie en de elektrotechnische industrie, zoals voor chipmachinefabrikant ASML en vrachtwagenfabrikanten DAF en Scania. Vakbondsleden moeten nog instemmen met het akkoord, dat zonder stakingen tot stand is gekomen.
Werknemers die vallen onder deze cao krijgen verdeeld over drie stappen 9 procent meer loon. “Het is ons in deze woelige economische tijden van onzekerheid gelukt om tijdig een akkoord te sluiten. Dat is op het conto te schrijven van de opgebouwde relatie tussen FME en de vakbonden”, stelt voorzitter Theo Henrar van werkgeversorganisatie FME.
‘Fatsoenlijke loonstijging’
Volgens FNV-onderhandelaar Albert Kuiper neemt FME daarmee wel verantwoordelijkheid. “In tegenstelling tot de kleinmetaal, waar het personeel nu via stakingen in actie is voor een fatsoenlijke loonstijging.”
DEN HAAG – Pieter Omtzigt is “zeer onaangenaam verrast” door het bericht dat de afhandeling van de toeslagenaffaire mogelijk miljarden euro’s meer kost. Die verwachte financiële tegenvaller maakt de formatiegesprekken “niet gemakkelijker”, zegt de NSC-leider.
In het slechtste scenario kost een nieuwe methode om gedupeerde ouders te compenseren 5 miljard euro extra, werd maandag bevestigd aan het ANP na berichtgeving van de NOS. Dat bedrag wordt genoemd in conceptstukken van de evaluatie van de alternatieve schaderoute die wordt uitgevoerd door de Stichting (Gelijk)waardig Herstel (SGH). Ouders met aanvullende schade moeten hierdoor sneller compensatie krijgen.
“Zoals u weet ben ik een van de weinige Kamerleden die tegen de hersteloperatie heeft gestemd, omdat die onbeheersbaar zou worden”, zegt Omtzigt. Mensen met weinig schade worden daardoor goed geholpen, vindt hij, terwijl zware gedupeerden “achteraan de rij” moeten aansluiten.
Het proces van compensatie is nu “heel onbeheersbaar geworden” zegt Omtzigt, die een belangrijke rol heeft gespeeld bij het onthullen en onder de aandacht brengen van de toeslagenaffaire. Hij vindt dat het demissionaire kabinet opheldering moet geven.
De informatie over de financiële tegenvaller komt naar buiten op een pikant moment, aangezien de onderhandelende partijen uiterlijk woensdag hun akkoord op hoofdlijnen willen afsluiten.
“Wen er maar aan als regering”, relativeert Omtzigt, vooruitlopend op een mogelijke coalitie. “Als je er niet tegen kunt dat er dingen gebeuren, dan moet je niet in de politiek gaan.” In de laatste week van de informatieronde onder Ronald Plasterk liep Omtzigt nog boos weg van de onderhandelingstafel omdat hij niet te spreken was over mogelijke financiële tegenvallers die ministeries op een rij hadden gezet.
VEGHEL – Van de Beeten in Veghel heeft vier robuuste Volvo FMX460 10×4 kippers in gebruik genomen. Hiermee komt het aantal Volvo trucks in de indrukwekkende vloot op 62 stuks.
In 1964 begint Cor van de Beeten, de vader van de huidige directeur Bas van de Beeten, te werken bij het ouderlijk landbouwbedrijf. In de loop der jaren verandert dit in een loonbedrijf. In 2009 verkoop Van de Beeten het loonbedrijf en richt zich voornamelijk op grondverzet. Door de jaren heen is het bedrijf gegroeid, ook door overnames ; en is de focus op een viertal pijlers: grondverzet , inrichting van buitenruimtes, verhuur van grondverzetmachines en handel in primaire en secundaire bouw- en grondstoffen.
Bijna 100% Volvo Trucks
Het wagenpark van Van de Beeten bestaat bijna uit 100% Volvo Trucks, door bedrijfsovername zijn er een aantal van een ander merk in de vloot, deze worden echter vervangen door Volvo’s. De vloot bestaat uit trekker-opleggercombinaties met kiptrailers, diepladers, open opleggers en walkingfloors, containerwagens, knijperwagens en vaste kippers. Tot deze laatste werden onlangs door Volvo-dealer Bas Truck Center vier nieuwe Volvo FMX460 10×4 kippers toegevoegd.
Robuust en wendbaar
Doordat het werk en de inzet van de trucks zeer divers is, is er gekozen voor de stoere en robuuste Volvo FMX X-High. Door de rechte voorassen in combinatie met ‘grote’ wielen ontstaat er een grote bodemvrijheid. Op de twee 10 tons voorassen zijn 375/95 R22,5 banden gemonteerd en op de starre tandem 19 tons achter 325/90 R24. Standaard komen deze Volvo’s als 8×4 uit de fabriek.
Door Veldhuizen Trucks wordt er een derde 10 tons stuuras bijgeplaatst waarop een 385/65 R22,5 band is gemonteerd. Door montage van een kleinere band in combinatie met een grote hefhoogte en de mechanische besturing, hindert deze as in geheven toestand niet bij terreinwerk. Ook in geladen toestand kan de as in het terrein geheven worden door een simpele druk op de knop. Volvo vier- en vijfassers zijn standaard voorzien van Volvo Dynamic Steering, waardoor de trucks eenvoudig te manoeuvreren zijn.
Om de truck nog wendbaarder te maken verplaatst Veldhuizen Trucks de uitlaatdemper, die normaal tussen as twee en drie gemonteerd is, tussen as een en twee. In verband met de grote wielen, moest deze iets hoger gemonteerd worden. Kipperbouwer AJK, paste hier op de kipperbak iets aan, waardoor de geïsoleerde kipper met afdekkleppen toch laag gemonteerd kon worden. Door de verplaatsing van de uitlaatdemper is de wielbasis tussen as een en as vier slechts 560 cm. Deze 49 tons vijfassers beschikken over bijna 30 ton laadvermogen.
Stoere uitstraling
Rechte voorassen, grote wielen, robuuste FMX-bumper, Kelsa lampenbeugel op het dak en dicht gebouwde zijkanten geven de vier Volvo 10×4 kippers van Van de Beeten een stoere uitstraling. Verder beschikkende trucks over een Driver Comfort-, Media- en Navigatie-pakket.
AMSTERDAM – De totale belastingbijdrage van het Nederlands bedrijfsleven bedroeg vorig jaar 298 miljard euro, meldt accountants- en adviesorganisatie PwC op basis van eigen berekeningen. Dit geld komt terecht in de schatkist, de sociale fondsen en bij de Europese Unie. PwC maakt de belastingbijdrage, die tot nu toe onbekend was, de dag voor Verantwoordingsdag bekend.
Op Verantwoordingsdag leggen ministeries verantwoording af over de financiën en het gevoerde beleid van het jaar ervoor. Het kabinet presenteert op de derde woensdag in mei het Financieel Jaarverslag van het Rijk en de jaarverslagen van alle ministeries.
Tijdens het debat over het Belastingplan 2024 in de Eerste Kamer in november 2023 werd gevraagd hoeveel belasting de top 100 bedrijven en de 4000 grootste bedrijven in Nederland afdragen, uitgesplitst naar belastingmiddel. De minister van Financiën gaf destijds aan dat deze inzichten op korte termijn niet beschikbaar waren.
Ondernemingsklimaat onder druk
“Met dit rapport geven we inzicht in de tot nu toe onbekende belastingbijdrage van het bedrijfsleven en voegen we feiten en cijfers toe die nodig zijn om het debat over het ondernemingsklimaat te kunnen voeren”, stelt Janet Visbeen, voorzitter van de belastingadviespraktijk en bestuurslid van PwC Nederland.
Visbeen benadrukt het belang van dit debat, omdat het ondernemingsklimaat in Nederland onder druk staat nu steeds meer bedrijven overwegen hun uitbreidingsinvesteringen buiten Nederland te doen. Ze roept de overheid op de cijfers over de belastingbijdrage van het bedrijfsleven, de publieke sector en particulieren beschikbaar te maken. Transparante overheidsfinanciën zijn volgens haar van groot belang voor het vertrouwen in de overheid.
Gemaakt onderscheid
Bij de berekening heeft PwC onderscheid gemaakt tussen betaalde en geïnde belastingen. Betaalde belastingen (113 miljard euro) zijn belastingen die samenhangen met de bedrijfsuitoefening en de winst en vormen kosten voor een onderneming. Geïnde belastingen (199 miljard euro) zijn de belastingen en premies die het bedrijfsleven int namens de overheid en die vervolgens voor het grootste deel in de sociale fondsen terechtkomen. De som van de betaalde en geïnde belastingen ligt hoger dan het bedrag van 298 miljard euro. Om geen belastingen dubbel te tellen, heeft PwC in de totale bijdrage echter een correctie gemaakt.
ANTWERPEN – Vandaag, dinsdag 14 mei, lanceert Port of Antwerp-Bruges een wereldprimeur: de Methatug. Deze sleepboot die vaart op methanol maakt deel uit van een vergroeningsprogramma voor de eigen vloot en is een belangrijke stap in de transitie naar een klimaatneutrale haven tegen 2050. Het project wordt gefinancierd door het Europese onderzoeksprogramma Horizon 2020 en is onderdeel van het FASTWATER-project, dat de haalbaarheid van methanol als duurzame brandstof voor de scheepvaart wil aantonen.
Eerste sleepboot op methanol
Methanol is een van de brandstoffen van de toekomst en zorgt voor een lagere uitstoot, een belangrijke factor in de ambitie van Port of Antwerp-Bruges om tegen 2050 klimaatneutraal te zijn. Vandaag werd in de Antwerpse haven de eerste sleepboot ter wereld die vaart op methanol, de Methatug, ingehuldigd. Methanol kan worden geproduceerd uit hernieuwbare bronnen, is een schone brandstof en is toepasbaar op zowel nieuwbouwschepen als retrofits omdat het vloeibaar is onder omgevingsomstandigheden.
Voor de Methatug werd de motor van een bestaande sleepboot omgebouwd tot een ‘dual fuel’ motor, wat betekent dat deze draait op een mengsel van methanol en traditionele brandstof. De 30 meter lange sleepboot heeft een trekkracht van 50 ton en kan 12.000 liter methanol opslaan, voldoende voor twee weken sleepwerk.
FASTWATER-project
De Methatug maakt deel uit van het Europese FASTWATER-project, dat de haalbaarheid van methanol als duurzame brandstof voor de scheepvaart wil aantonen, en werd gefinancierd door het Europese onderzoeks- en innovatieprogramma Horizon 2020. Naast Port of Antwerp-Bruges, zijn verschillende andere partners vanuit het FASTWATER consortium betrokken bij dit project: het Zweedse scheepsontwerpbureau ScandiNAOS, de Belgische motorenfabrikant Anglo Belgian Corporation, het Duitse bedrijf Heinzmann verantwoordelijk voor de methanolinjectoren, de Universiteit Gent voor het emissiemonitoringsprogramma en de Canadese methanolleverancier Methanex tijdens de testproeven. In het FASTWATER-project worden ook de conversies naar methanol-aandrijving van een pilotenboot in Zweden, een riviercruiseschip in Duitsland en een kustwachtschip in Griekenland uitgewerkt.
Groene vloot en multi fuel port
Deze wereldprimeur past binnen het integrale vergroeningsprogramma van de eigen vloot van Port of Antwerp-Bruges waarbij systematisch wordt gestreefd naar de integratie van de meest milieuvriendelijke beschikbare technologieën. Eerder werden al de Hydrotug 1, de eerste sleepboot op waterstof, en energie-efficiënte RSD sleepboten toegevoegd aan de vloot. Later dit jaar volgt nog een sleepboot op elektriciteit, een Europese primeur.
Als vijfde grootste bunkerhaven ter wereld heeft Port of Antwerp-Bruges bovendien de ambitie om een volwaardige multi-fuel port te worden waar zee- en binnenschepen, naast conventionele brandstoffen, ook alternatieve, koolstofarme brandstoffen zoals methanol, waterstof of elektriciteit kunnen bunkeren. Begin april vond in dit kader de eerste methanolbunkering met het diepzeeschip Ane Maersk plaats in Antwerpen, een nieuwe mijlpaal in deze ambitie.
Jacques Vandermeiren, CEO Port of Antwerp-Bruges: ”Samen met onze partners pionieren we met innovatieve technologieën voor de transitie naar alternatieve en hernieuwbare energiebronnen. De Methatug is een volgende en cruciale stap in onze inspanningen om onze eigen vloot groener te maken en tegen 2050 klimaatneutraal te zijn. Dankzij projecten als deze effenen we het pad en hopen we een voorbeeld en inspiratiebron te zijn voor andere havens.”
Annick De Ridder, havenschepen van de Stad Antwerpen en voorzitter van de raad van bestuur van Port of Antwerp-Bruges: “Onze haven is dé economische motor van Vlaanderen en als wereldhaven scoort zij menig wereldprimeur. Net zoals met de Hydrotug, ‘s werelds eerste sleepboot op waterstof, bevestigen we met de Methatug, ’s werelds eerste sleepboot op methanol, onze pioniersrol op het gebied van de energietransitie.”
Prof. Sebastian Verhelst, projectcoördinator FASTWATER: “Methanol heeft alles om de brandstof van de toekomst te worden en een baanbrekende rol te spelen in de vergroening van de scheepvaart. Dankzij de expertise en de inspanningen van de verschillende partners uit het consortium, kunnen we nu met de Methatug belangrijke stappen zetten om de haalbaarheid hiervan aan te tonen.”
NIJMEGEN – Pro-Palestijnse demonstranten hebben in diverse steden de nacht doorgebracht in hun tenten die ze hadden opgezet bij universiteiten. In Nijmegen zijn op het terrein van de Radboud Universiteit volgens een woordvoerder van de organisatie zo’n zestig mensen blijven slapen. “De sfeer is goed, iedereen heeft lekker geslapen. We hebben net ontbijt gekregen van een actiegroep in Nijmegen.”
Op het grasveld staan nu zo’n 35 tenten, vertelde hij. De studenten en medewerkers zijn bezig met een programma voor deze tweede protestdag. “Met speeches, een voorstelling, leesgroepen en discussies. We hopen weer veel studenten te ontvangen.”
De betogers hebben na maandagavond niets meer gehoord van de universiteit. “In het laatste contact gaven ze het advies om te vertrekken, dat hebben we niet gedaan. We zullen vandaag wel weer van ze horen”, zegt de woordvoerder. De demonstranten willen pas vertrekken als hun eisen zijn ingewilligd. Behalve het verbreken van de banden met Israël willen de betogers ook dat de universiteit “de genocide in Gaza” veroordeelt en Palestijnse studenten en universiteiten steunt.
Tentenkampen
Na een zogenoemde walk-out, uit protest tegen de aanpak van de demonstraties van afgelopen week, verrezen er maandag bij meerdere universiteiten in het land tentenkampen.
Bij de Rijksuniversiteit Groningen is de nacht rustig verlopen. Volgens een woordvoerster van de universiteit hebben zo’n vijftig mensen er de nacht doorgebracht. De driehoek (gemeente, politie en Openbaar Ministerie) besloot maandag dat de betogers voorlopig mogen blijven, zolang de bereikbaarheid niet in het geding is.
Andere uni’s
Ook in Eindhoven en Maastricht hebben de demonstranten geslapen in tentjes bij de universiteit.
DOHA – De gesprekken over een staakt-het-vuren in Gaza zijn volgens de premier van Qatar nagenoeg vastgelopen.
Dat komt volgens Sheikh Mohammed bin Abdulrahman Al-Thani door de omstreden Israëlische operatie in Rafah. Qatar bemiddelt tussen Hamas en Israël.
“Helaas gaan de zaken op dit moment niet de goede kant op, en de huidige stand van zaken is dat we ons bijna in een impasse bevinden”, zo zei de minister-president op een bijeenkomst van het Qatar Economic Forum.
Ondanks grote internationale druk om Rafah niet binnen te vallen, zegt Israël de operatie in de stad voort te zetten. Ook deze dinsdag meldden inwoners van verschillende wijken dat er tanks door de straten rijden.
In Rafah wonen grote aantallen vluchtelingen uit heel Gaza. Hulporganisaties hebben gezegd dat de invasie voor de stad rampzalig zou zijn.
ROTTERDAM – The Belgian Hydrogen Council (BHC), NLHydrogen (NLH) en de Duitse Nationale Waterstofraad (Nationaler Wasserstoffrat, NWR) tekenden vanochtend, op de World Hydrogen Summit in Rotterdam, een Memorandum of Understanding (MOU), waarmee ze hun engagement voor gezamenlijke initiatieven gericht op het bevorderen van de waterstofeconomie in de Noord-West-regio van Europa bekrachtigen.
Het MOU bouwt voort op de lange geschiedenis van samenwerking en wederzijdse ondersteuning tussen België, Nederland en Duitsland. Het wil een platform creëren voor samenwerking tussen industrie, overheid, universiteiten, onderzoeksinstituten en het maatschappelijk middenveld om innovatie en duurzaamheid in de waterstofsector te bevorderen.
Tot de belangrijkste doelstellingen van het MOU behoren het vergemakkelijken van gezamenlijke publicaties, het bevorderen van de wijdverspreide toepassing van waterstoftechnologieën en het ondersteunen van de integratie van waterstof in het landschap van hernieuwbare energie, in overeenstemming met het Europees beleid zoals RED II/III (Richtlijn Hernieuwbare Energie II/III).
De drie partijen geloven dat deze samenwerking brede marktvoordelen zal opleveren door het bevorderen van gezamenlijke initiatieven op het gebied van markt- en technologieontwikkeling, evenals beleid, het regelgevend kader en communicatie met belanghebbenden.
Jacqueline Vaessen, waarnemend directeur van NLHydrogen, is enthousiast: “Nederland, België en Duitsland zijn historisch gezien de belangrijkste gebruikers van waterstof in Europa, en we staan voor vergelijkbare uitdagingen bij de productie en het gebruik van schone waterstof in verschillende sectoren. De krachten bundelen met andere verenigingen om deze uitdagingen aan te pakken komt de ontwikkeling van de waterstofmarkt in de drie landen ten goede.”
Naadloze grensoverschrijdende samenwerking tussen België, Nederland en Duitsland zal prioriteit krijgen om de impact van waterstofinitiatieven op regionale schaal te maximaliseren.
Tom Hautekiet, voorzitter van de Belgian Hydrogen Council verklaart: “De import van groene waterstof uit landen met voldoende wind, zon en ruimte naar de Europese industrie is een belangrijke stap om de Europese klimaatdoelstellingen te halen. België en Nederland zullen belangrijke hubs zijn om waterstof te transporteren naar de Duitse industrie. Dit strekt zich uit tot het harmoniseren van regelgeving en het implementeren van gedeelde infrastructuur voor import, afname en doorvoer. Op die manier kunnen we een robuust ecosysteem creëren en een invoerhub in Noordwest-Europa oprichten. Deze gezamenlijke inspanning zal niet alleen onze Belgische industrie ten goede komen, maar ook bijdragen tot de welvaart van de hele regio”.
Het MOU beschrijft verschillende belangrijke activiteiten die in het kader van deze samenwerking moeten worden uitgevoerd, waaronder informatie-uitwisseling, gezamenlijke bijeenkomsten en workshops, samenwerking bij evenementen en gezamenlijke communicatie en promotie van de resultaten.
“Het MOU markeert een nieuwe mijlpaal in onze gezamenlijke inspanningen voor een duurzame energietoekomst. We zullen onze expertise en middelen inzetten om vooruitgang te boeken bij de invoering en integratie van waterstoftechnologieën. Dit zal nieuwe kansen creëren, de technologische vooruitgang versnellen en de weg vrijmaken voor een waterstofaangedreven Europa,” voegde Katherina Reiche, voorzitster van de Duitse Nationaler Wasserstoffrat toe.
De ondertekening van dit MOU betekent een belangrijke stap voorwaarts in de gezamenlijke inspanningen van de Belgische, Nederlandse en Duitse industrie, universiteiten, onderzoeksinstellingen en het maatschappelijk middenveld om innovatie te stimuleren en de wijdverspreide toepassing van waterstoftechnologieën in Europa te bevorderen. Het is ook een sterk signaal aan de respectieve regeringen en het nieuwe Europees Parlement dat samenwerking tussen naburige lidstaten essentieel zal zijn om onze waterstofmarkt voor de toekomst te versterken.
ROTTERDAM – Rotterdam The Hague Airport (RTHA) en het Havenbedrijf Rotterdam gaan hun samenwerking intensiveren voor het verduurzamen van de luchtvaartsector. Op de eerste dag van de World Hydrogen Summit in Ahoy Rotterdam tekenden de luchthaven en het havenbedrijf een intentieovereenkomst voor het verder ontwikkelen van toeleveringsketens voor duurzamere brandstoffen, zoals Sustainable Aviation Fuels (SAF) en waterstof als vliegtuigbrandstof. Beide havens werken aan het opzetten van nieuwe ketens voor de toevoer, productie en afname van alternatieve brandstoffen en gaan kennis delen op dit gebied.
Verduurzaming van de luchtvaart
De verduurzaming van de luchtvaart kent een drietal richtingen. Ten eerste duurzame vliegtuigbrandstoffen (SAF). Deze alternatieve brandstoffen kunnen bijgemengd worden in bestaande vliegtuigen.Ten tweede batterij-elektrisch vliegen, waarbij batterijen als energiedrager in het vliegtuig worden gebruikt. Ten derde het gebruik van groene waterstof als duurzame energiedrager. Voor RTHA zijn alle drie de richtingen relevant en toepasbaar. Zo zal er voor kortere vluchten zoals lesvluchten elektrificatie plaatsvinden en wordt er in de komende jaren versneld SAF bijgemengd boven de Europese bijmengverplichting op de luchthaven voor de commerciële luchtvaart.
Daarnaast legt de luchthaven ook de focus op het toepassen van waterstof. Deze nieuwe vorm van luchtvaart vergt naast de ontwikkeling van waterstof-aangedreven vliegtuigen ook de ontwikkeling van compleet nieuwe waterstofinfrastructuur op luchthavens en bijbehorende (toeleverings)ketens. De opgedane kennis en ervaring wordt op dit nieuwe gebied gedeeld met en tussen andere (Europese) luchthavens.
Luchthaven en haven
In de haven van Rotterdam wordt zowel duurzame kerosine op basis van biobased grondstoffen (SAF) als waterstof geproduceerd en geïmporteerd door diverse partijen. Bedrijven als Shell, Neste, Varo, UPM en BP hebben hiervoor aankondigingen gedaan en de eerste fabrieken zijn momenteel in aanbouw. Naast deze biobased SAF zal er in de toekomst ook vraag zijn naar SAF op basis van CO2, eFuels genaamd. Voor de productie van eFuels is waterstof als bron nodig.
RTHA is een relatief kleine luchthaven waar ruimte is voor innovatie op het gebied van nieuwe brandstoffen. Zo is er een kleinschalige vloeibare waterstofopslag in ontwikkeling en heeft het meerdere waterstof-gerelateerde projecten op de planning staan.
Daarnaast bevindt de luchthaven zich dichtbij de Rotterdamse haven waar deze nieuwe brandstoffen aanwezig zullen zijn. De regio lijkt daardoor goed gepositioneerd om actief bij te dragen aan de verduurzaming van de luchtvaart en kan zo een hub gaan vormen voor verduurzaming van de luchtvaart.
Ontwikkeling van nieuwe toeleveringsketens
Verschillende elementen spelen een rol bij het bouwen van nieuwe ketens voor alternatieve brandstoffen: de infrastructuur, transportketens, standaardisering en certificering en bijbehorende (nieuwe) veiligheidseisen. Deze ontwikkeling vergt compleet nieuwe samenwerkingen en nieuwe partijen die elkaar moeten vinden om de ketens voor de levering van deze brandstoffen op te bouwen.
De samenwerking tussen Havenbedrijf Rotterdam en luchthaven Rotterdam The Hague Airport maakt het mogelijk om deze ketens op kleine schaal te bouwen, ervan te leren en daarna groter uit te rollen. Zo kan de samenwerking gaan dienen als blauwdruk voor toeleveringsketens van duurzamere brandstoffen als SAF en waterstof voor andere regio’s en grotere luchthavens, zoals bijvoorbeeld Schiphol.
Deze samenwerking brengt de partijen die benodigd zijn om deze nieuwe ketens te ontwikkelen ten behoeve van de verduurzaming van de luchtvaart dichter bij elkaar.
Havenbedrijf Rotterdam en RTHA zijn begonnen met een studie naar de volume verwachtingen richting 2050 en bijbehorende (toeleverings)ketens. Daarnaast staan op de luchthaven de eerste pilotcases al gepland als onderdeel van het DutcH₂ Aviation Hub waterstofprogramma.
Voor het valideren van deze verwachtingen en het verder uitbouwen van de ketens zijn beide partijen op zoek naar partners. Partijen die hierin een bijdrage kunnen leveren worden uitgenodigd om met RTHA en of Havenbedrijf Rotterdam contact op te nemen.
MALMÖ – De European Broadcasting Union (EBU) heeft haar statement over de diskwalificatie van Joost Klein uitgebreid. De organisatie van het Eurovisie Songfestival blijft achter de beslissing staan om Klein uit de wedstrijd te halen. “Het gedrag van Joost was een duidelijke overtreding van de wedstrijdregels die zijn opgesteld om een veilige werkomgeving voor het personeel te waarborgen”, schrijft de EBU.
Daarnaast schrijft de organisatie dat de beslissing om Klein te diskwalificeren kwam na een “grondig intern onderzoek” en dat het werd gesteund door het bestuur en het vaste adviesorgaan Eurovision Song Contest Reference Group. Volgens de EBU was het niet gepast om Klein mee te laten doen in de finale “gezien de omstandigheden en het feit dat de zaak van de politie binnenkort aan de officier van justitie wordt overhandigd”.
“De versie van de gebeurtenissen zoals die in sommige publieke reacties en op social media is gepresenteerd komt niet overeen met de verklaringen van medewerkers en getuigen die met ons en met de Zweedse politie zijn gedeeld”, stelt de EBU. Verder wil de organisatie niets over de kwestie zeggen om het lopende juridische proces.
De NPO heeft mede namens de AVROTROS bezwaar gemaakt tegen de diskwalificatie van Klein. Volgens de omroep, die verantwoordelijk is voor de Nederlandse inzending voor het Eurovisie Songfestival, maakte de artiest een “dreigende beweging” naar de cameravrouw. De omroep geeft dinsdag aan op de uitkomst van het onderzoek te wachten en verder geen inhoudelijke reactie te willen geven.
DEN HAAG – Bijna de helft van de Nederlanders van 15 jaar of ouder had in 2023 vertrouwen in de Europese Unie (EU). Dat is meer dan het vertrouwen in de Tweede Kamer (29 procent) of politici in het algemeen (24 procent). Wel is het vertrouwen in de EU de laatste twee jaar gedaald. Dat blijkt uit het onderzoek Sociale Samenhang en Welzijn dat het CBS in de periode 2012 tot en met 2023 onder bijna 92 duizend personen van 15 jaar of ouder heeft uitgevoerd.
In 2023 had 47 procent van de Nederlanders van 15 jaar of ouder vertrouwen in de Europese Unie (EU). Dat is minder dan twee jaar eerder toen 53 procent dat aangaf. Ondanks deze afname, is het nog steeds hoger dan in 2012. Toen had 39 procent vertrouwen in de EU.
Het vertrouwen in de politiek nam sinds 2012 (Tweede Kamer) en 2016 (politici) toe, met als hoogtepunt het begin van de covid-19 pandemie in 2020. In het eerste coronajaar had 53 procent vertrouwen in de Tweede Kamer en 40 procent in politici. Daarna zette de daling in die groter was dan die van de EU.
Vertrouwen in de EU het laagst in Oost-Groningen
Het laagste vertrouwen in de EU was er gemiddeld van 2012 tot en met 2023 onder de bevolking van Oost-Groningen (31 procent), Delfzijl en omgeving (33 procent) en Midden-Limburg (35 procent).
De regio Gooi en Vechtstreek is de enige waar een meerderheid vertrouwen heeft in de EU (51 procent).
Vertrouwen in Tweede Kamer het hoogst in de regio Gooi en Vechtstreek
Van 2012 tot en met 2023 werd gemiddeld het laagste vertrouwen in de Tweede Kamer gemeten in de regio Oost-Groningen (23 procent), Delfzijl en omgeving (25 procent), gevolgd door Zuidoost-Drenthe (29 procent) en Midden- en Zuid-Limburg (30 procent).
Met 46 procent heeft men in de regio Gooi en Vechtstreek het grootste vertrouwen in de Tweede Kamer.
Meeste vertrouwen in de rechterlijke macht
Van alle instituties was in 2023 het vertrouwen in de rechterlijke macht het grootst (78 procent). In 2012 was het vertrouwen in de rechterlijke macht nog 69 procent. Het vertrouwen in de politie en het leger was achtereenvolgens 77 procent en 67 procent. In 2012 was dat respectievelijk 68 procent en 59 procent.
Het vertrouwen in banken is vergeleken met 2012 toegenomen, terwijl dat in de grote bedrijven is gedaald. Na het vertrouwen in politici en de Tweede Kamer, is er het laagste vertrouwen in kerken.
Vertrouwen in medemens stijgt
In 2023 gaf 67 procent van de bevolking aan vertrouwen in de medemens te hebben. In 2012 had nog 58 vertrouwen in de andere mensen. Daarna is dit sociaal vertrouwen toegenomen. Vooral in 2021 groeide het sociaal vertrouwen.
Het sociaal vertrouwen is gemiddeld over 2012 tot en met 2023 het laagst in Oost-Groningen (46 procent). Ook in een aantal grensregio’s is het onderlinge vertrouwen lager dan gemiddeld, waaronder Delfzijl en omgeving (52 procent) en Zuid- en Midden-Limburg (55 procent).
Het hoogst is het sociaal vertrouwen in de regio Gooi- en Vechtstreek (70 procent). De provincie Utrecht (69 procent) en Noord-Overijssel (68 procent) complementeren de top 3 met het grootste aandeel dat vertrouwen heeft in de medemens.
DEURNE – Ebusco, een pionier en koploper in de ontwikkeling van elektrische bussen, oplaadsystemen en energieopslag, kondigt vandaag aan dat haar Raad van Commissarissen voornemens is Michiel Peters voor te dragen als Co-Chief Executive Officer (Co-CEO). Michiel zal per 1 augustus in dienst treden bij Ebusco als Co-CEO met de wederzijdse intentie om deze positie in het vierde kwartaal van 2024 te formaliseren. Michiel zal het executive team voorzitten en rapporteren aan de Raad van Commissarissen.
In lijn met de eerdere aankondiging op 29 januari 2024 met betrekking tot de introductie van de Co-CEO rol, is de Raad van Commissarissen verheugd aan te kondigen dat Michiel Peters (1966) per 1 augustus 2024 zal starten als Co-CEO en voorzitter van het Executive Team van Ebusco.
Michiel heeft meer dan 20 jaar ervaring als CEO en COO in het bredere industriële domein, waaronder 4 jaar als CEO van Vanderlande en 6 jaar als CEO van Moba Group. Hij begon zijn carrière bij McKinsey & Company. Michiel heeft een Master in Toegepaste Natuurkunde van de Technische Universiteit Delft en is gepromoveerd aan de Technische Universiteit Eindhoven.
Frank Meurs, die deze rol sinds januari op interim-basis vervulde, zal de organisatie per 31 juli 2024 verlaten. In de komende weken zullen Frank Meurs en Michiel Peters intensief contact hebben om een uitvoerige overdracht te garanderen. De Raad van Commissarissen is Frank dankbaar voor zijn inzet tijdens deze interim-rol en de bijdrage die hij heeft geleverd aan het bedrijf.
Peter Bijvelds, Oprichter en Co-CEO van Ebusco licht toe: “Ik ben erg blij dat Michiel samen met mij Ebusco zal leiden. Michiel heeft meer dan 20 jaar ervaring in het leiden van industriële bedrijven en ik heb er alle vertrouwen in dat we met het nieuwe Executive Team in pole position zijn om de groeistrategie waar te maken.”
Derk Haank, voorzitter van de Raad van Commissarissen van Ebusco, voegt hieraan toe: “Met de komst van Michiel Peters kan het bedrijf zich richten op het ombuigen van de financiële prestaties en het realiseren van het groeiplan.”
Met het oog op de voorgestelde benoeming en Michiel’s verantwoordelijkheid op het gebied van strategie en operational excellence heeft Ebusco besloten om de Capital Markets Day te verplaatsen naar eind 2024. Michiel zal deze tijd gebruiken om zich verder vertrouwd te maken met Ebusco’s activiteiten en stakeholders, zijn eigen visie op het bedrijf te ontwikkelen en zijn expertise in het leiden van industriële groeibedrijven in te zetten.
AMSTERDAM – Op de Roeterseilandcampus op de Universiteit van Amsterdam (UvA) is de schoonmaak bezig na het onrustige einde van de demonstratie maandag. Een verslaggever ter plaatse ziet dat schoonmakers het ABC-gebouw worden binnengelaten. Andere mensen mogen het pand niet in. Op straat is al veel opgeruimd, op een verdwaald politielint na.
Alle campussen van de UvA blijven dinsdag en woensdag dicht, op uitzondering van de faculteiten geneeskunde en tandheelkunde. Het College van Bestuur (CvB) nam de beslissing, omdat het de veiligheid van de mensen op de universiteitslocaties niet kan garanderen. De afgelopen week zijn op meerdere locaties van de UvA demonstraties geweest.
Het gaat om pro-Palestijnse betogers, die willen dat de universiteit alle banden verbreekt met Israëlische instituten die deelnemen aan “genocide, apartheid en uitbuiting van het Palestijnse volk en hun land”.
Aangifte
Het CvB benadrukt dat de demonstratie van maandag bij de Roeterseilandcampus “ordelijk” is verlopen, maar dat de sfeer na afloop, rond 14.00 uur, onmiddellijk omsloeg toen in het zwart geklede en gemaskerde mensen het pand binnengingen. Die groep heeft vernielingen aangericht in het ABC-gebouw. De UvA heeft aangifte gedaan van huisvredebreuk en vernieling.
Geert ten Dam, voorzitter van het CvB, zei dinsdagochtend in het NOS Radio 1 Journaal dat de UvA niet meer in gesprek gaat met actievoerders. “Wij gaan de gesprekken wel vervolgen, maar dat doen we met onze eigen mensen en binnen onze normale, gewone overlegstructuur”, legt Ten Dam uit. “Wij gaan niet meer praten met actievoerders en wij gaan ook niet meer om tafel zitten met mensen die gezichtsbedekkende kleding dragen. Dat hebben wij vorige week alleen gedaan in een uiterste poging om te de-escaleren.”
Eerder tentenkamp
Vorige week werd een tentenkamp op Roeterseiland door de politie ontruimd. Daarop trok de groep demonstranten naar het Binnengasthuisterrein, waar ze een gebouw bezetten. Dat werd woensdag door ME ontruimd. In het gebouw op het Binnengasthuisterrein is voor ongeveer 1,5 miljoen euro aan schade aangericht, meldde de UvA vorige week.
DEN HAAG – Het aantal conducteurs dat door een ongeval, waaronder geweld, met verzuim gaat, komt “naar verhouding vaak voor”. Dat blijkt uit de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en onderzoeksinstituut TNO.
“Geweld tegen conducteurs kan zeker een oorzaak zijn, maar de groep in de enquête is te klein om te concluderen dat het ook steeds vaker voorkomt”, zegt CBS-onderzoeker Luuk Hovius.
Afgelopen maand was er veel te doen om geweld tegen conducteurs en ander ov-personeel nadat een NS-conducteur werd mishandeld in een trein tussen Delft en Den Haag. De NS legde na het incident samen met andere vervoerders het trein- en busverkeer drie minuten stil om aandacht te vragen voor agressie in het ov.
Hoewel de CBS-cijfers geen trend laten zien die wijst op een toename van het verzuim door geweldsincidenten onder conducteurs, ziet de NS wel een duidelijke stijging van het aantal incidenten. De vervoerder registreerde afgelopen jaar 1042 geweldsincidenten, 8 procent meer dan in 2022.
Hoewel 5,5 procent van de conducteurs verzuimt door een ongeval, is het niet de beroepsgroep met de meeste verzuimgevallen. Vooral politiepersoneel en brandweerlieden vielen tussen 2021 en 2023 gemiddeld vaak uit als gevolg van een ongeval op werk, volgens het CBS gaat het om 6,3 procent van de totale beroepsgroep.
Psychische belasting is met 17 procent daarbij de meest gegeven reden voor verzuim onder de ruim 65.000 werknemers die de enquête invulden. Dat is het hoogste sinds het begin van de meting van verzuimoorzaken in 2017. Daarnaast komen snijwonden (14 procent) en uitglijd-incidenten (12 procent) vaak voor. Desondanks vindt 93 procent van de werknemers dat er geen extra maatregelen nodig zijn op het gebied van veiligheid en bedrijfsongevallen.