ARNHEM – Het gerechtshof veroordeelt een 38-jarige vrouw uit Ede tot een gevangenisstraf van zes jaar voor het plegen van doodslag. Ook moet de vrouw haar rijbewijs voor tien jaar inleveren en schadevergoedingen betalen aan de nabestaanden van het slachtoffer.
Op 19 maart 2022 veroorzaakt verdachte op een parkeerplaats bij een winkelcentrum in Ede parkeerschade aan het busje van het latere slachtoffer. Als zij daarop wordt aangesproken, probeert verdachte met haar auto van de parkeerplaats weg te rijden. Het slachtoffer probeert dat te voorkomen door voor de auto te gaan staan. Verdachte rijdt dan drie keer over het slachtoffer heen, eerst vooruit. Als ze dan vastzit, rijdt ze achteruit en dan nogmaals vooruit.
Het slachtoffer is zwaargewond en overlijdt later die dag. Verdachte zegt dat ze het slachtoffer niet heeft gezien en niet heeft gemerkt dat zij over hem heen reed. Zij was in paniek geraakt en wilde koste wat het kost weg.
De psycholoog die verdachte onderzocht, komt tot de conclusie dat verdachte onder meer lijdt aan PTSS, vanwege een jarenlange gewelddadige relatie die kort daarvoor was beëindigd. De psycholoog oordeelt dat verdachte verminderd toerekeningsvatbaar is.
De rechtbank heeft bij vonnis van 28 maart 2023 verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes jaar. Het openbaar ministerie had negen jaar geëist. Zowel de verdachte als het openbaar ministerie zijn in hoger beroep gegaan.
Het hof is het met de rechtbank eens dat uit de bewijsmiddelen blijkt dat verdachte het slachtoffer heeft kunnen zien en feitelijk ook heeft gezien voordat zij is gaan rijden. Het hof wil wel aannemen dat verdachte in paniek was en weg wilde. Het hof gelooft echter niet dat verdachte zodanig in paniek was dat zij niet heeft gemerkt dat zij drie keer over het slachtoffer heen is gereden.
Verdachte ging een boodschap doen en werd aangesproken vanwege blikschade die zij had veroorzaakt. Verdachte wilde vervolgens koste wat het kost weg uit die situatie. Dit handelen is niet rationeel, het is geen normale reactie. Het hof is net als de rechtbank van oordeel dat dit gedrag voor een deel moet worden toegerekend aan de PTSS waaraan verdachte lijdt. Dat zij helemaal niet wist wat zij deed, gelooft het hof niet. Ze kon haar auto wel doelgericht sturen en heeft allerlei dingen rond de aanrijding opgemerkt, zoals bijvoorbeeld de reactie van een getuige. Ook blijkt uit de bewijsmiddelen dat na het feit de paniek al snel is weggeëbd. Het hof vindt daarom ook dat in dit geval een gevangenisstraf van zes jaar passend is.
Het hof legt daarnaast een ontzegging van de rijbevoegdheid van tien jaar op, omdat verdachte bij het hof heeft laten weten dat zij eigenlijk zo weer de weg op kan. Zij realiseert zich nog altijd niet dat zij gezien haar labiele mentale toestand de weg niet op had mogen gaan, althans niet met een motorrijtuig.