North Sea Port en ProRail, de beheerder van het Nederlandse spoornet, gaan nog nauwer samenwerken om het aandeel van de trein in de haven tegen 2030 met de helft te verhogen. In een intentieverklaring zijn afspraken gemaakt om dat doel te bereiken.
North Sea Port ligt als multimodale haven op het kruispunt van het goederenvervoer via zeevaart, binnenvaart, wegvervoer, pijpleiding en het spoor. Dat het belang van het spoor almaar toeneemt, bewijzen de recente investeringen bij Verbrugge Terminals in Vlissingen, de uitbreiding van bundels voor treinen met een lengte van 750 lengte en de plannen voor het doortrekken van het spoor tussen Zelzate en Terneuzen.
Naar 15 procent transport via spoor
Nadat eerder al een samenwerkingsakkoord met de Belgische spoornetbeheerder Infrabel was gesloten, tekende North Sea Port als grensoverschrijdende haven een gelijkaardige intentieverklaring met ProRail. North Sea Port wil samen met de Nederlandse tegenhanger van Infrabel meer goederen van de vrachtwagen op de trein krijgen. Doel is het aandeel van het spoorvervoer in North Sea Port tegen 2030 van 10 procent naar 15 procent op te krikken.
Doorgedreven samenwerking
Continu overleg, een betere coördinatie en gerichte investeringen zijn drie hoekstenen van het akkoord. Een ‘Kernteam Spoor’ krijgt de opdracht een spoorvisie uit te werken voor de verdere uitbouw van de spoorinfrastructuur in en rond North Sea Port en voor het wegwerken van bottlenecks. Een ‘spoorcommunity’ moet meer gebruikers over de streep trekken.
Het akkoord spoort volledig met de eigen strategie van zowel ProRail als North Sea Port. Beide mikken op een vergroening van het transport en dus lagere emissies. En dat door een groei van het spoorvervoer, toekomstbestendige infrastructuur en een efficiëntere benutting ervan, en een verdere digitalisering van de gegevensuitwisseling.