DEN HAAG – Het Openbaar Ministerie heeft dinsdag een werkstraf van 200 uur geëist tegen FVD-Kamerlid Gideon van Meijeren voor opruiing.
De politicus staat dinsdag bij de rechtbank in Den Haag terecht voor twee gevallen van opruiing, waarbij hij suggereerde dat geweld tegen de overheid geoorloofd en misschien zelfs noodzakelijk is. Daarmee is volgens de officier van justitie “een strafrechtelijke grens overschreden.”
Het eerste moment was op 2 juli 2022, tijdens een boerenmanifestatie in het Gelderse Tuil, waarbij de politicus in een toespraak opriep tot geweld tegen de overheid indien er boerenbedrijven onteigend zouden worden. Direct na de speech wist Van Meijeren dat een deel van het publiek zijn uitlatingen zou opvatten als een oproep tot geweld, zei de aanklager.
Uitspraken
Het tweede geval betreft uitspraken in een interview dat op 13 november 2022 gepubliceerd werd op internet. In dat gesprek spoorde hij volgens het OM aan om op te trekken naar het parlement, dat zolang moet duren tot de regering weg is. Hij zei wel te hopen dat deze revolutie vreedzaam zou verlopen.
Het OM zegt dat Van Meijeren zich ervan bewust was dat het anti-overheidssentiment broeide toen hij zijn uitlatingen deed. “Hij stookt en port”, zei de officier. Volgens hem krijgt een politicus “ruim baan” om zijn mening te uiten, maar moet dat wel gebeuren binnen de regels van de rechtsstaat. “Vastgesteld moet worden dat verdachte deze verantwoordelijkheid naast zich neer heeft gelegd en dat ook blijft doen.”
Volgens de aanklager speelde Van Meijeren in op gevoelens van wantrouwen tegen de overheid door coronamaatregelen en de stikstofproblematiek. De uitlatingen van Van Meijeren moeten volgens het OM in deze context van verhitte gemoederen worden beoordeeld. “Delen van zijn publiek vatten zijn woorden op als oproep tot geweld.”