DEN HAAG – Tweede Kamerlid Gideon van Meijeren gaat in hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank, die de FvD-politicus dinsdag een taakstraf van tweehonderd uur oplegde voor opruiing. Op X zegt Van Meijeren dat hij strafrechtelijk is veroordeeld om zijn mening. “Dit is niet alleen een aanval op mij, maar op de vrijheid van ons allemaal. Uiteraard leg ik me hier niet bij neer en ga ik in hoger beroep. Als wij niet opgeven, zal uiteindelijk de waarheid overwinnen!”
Van Meijeren stond terecht voor twee gevallen van opruiing, die de rechtbank beide bewezen achtte. Het eerste moment was toen de FvD’er in juli 2022 in een toespraak tijdens een boerenmanifestatie sprak over geweld tegen de overheid, als er boerenbedrijven zouden worden onteigend. Het tweede geval van opruiing had betrekking op een interview later dat jaar, waarin Van Meijeren aanspoorde om op te trekken naar het parlement en daar net zolang te blijven tot de regering weg zou zijn.
Volgens de rechtbank gebruikte Van Meijeren zijn positie als volksvertegenwoordiger om het publiek, in dit geval ontevreden boeren, aan te zetten tot gewelddadige acties. “U benoemt de mogelijkheid om met geweld in opstand te komen”, aldus de rechtbank. “U bent zelf misschien wel voorstander van vreedzaam en geweldloos verzet, maar uw publiek hoeft dat niet te zijn.”
In een video op X noemt Van Meijeren de uitspraak “zeer teleurstellend en bovenal onrechtvaardig”. Volgens hem is sprake van een politiek en oneerlijk proces en heeft hij juist opgeroepen tot vreedzaam en geweldloos verzet. Hij zegt zich “tot de laatste snik” te zullen verdedigen “tegen deze bizarre beschuldigingen”. “En daarom ga ik in hoger beroep, niet alleen voor mezelf maar voor de vrijheid van meningsuiting van ons allemaal.”