AMERSFOORT – De forse prijsstijging die NS voor 2025 heeft aangekondigd, zet de betaalbaarheid van het hele openbaar vervoer verder onder druk. Daarvoor waarschuwt Rover.
Treinkaartjes bij NS worden volgend jaar 6,18 procent duurder. De forse prijsverhoging komt in een tijd waarin steeds meer mensen moeite krijgen om de hoge kosten van het openbaar vervoer te betalen. Bovendien haalt NS al jaren de afspraken over de kwaliteit niet. Rover is er dan ook zeker van dat de laatste prijsverhoging reizigers gaat kosten.
“Eerst was het personeelsgebrek, daarna wegblijvende reizigers, toen weer kinderziektes van nieuwe treinen en constructiefouten op de HSL”, vat Rover-directeur Freek Bos samen. “Reizigers kunnen al jaren niet meer op voldoende kwaliteit rekenen. Hierbij past alleen een prijsverhoging van 0 procent.”
Rover vindt dat NS zich meer bewust moet zijn van haar maatschappelijke taak. “Deze forse prijsstijging bij NS zet de betaalbaarheid van het hele openbaar vervoer onder druk. Reizigers moeten steeds meer plannen laten vallen vanwege de hoge reiskosten”, aldus Freek Bos.
“En ook voor busbedrijven betekent dit straks minder klanten wanneer zij niet meer naar het station gebracht hoeven te worden.” Rover hekelt bovendien het besluit van NS om de toeslag op papieren kaartjes met 50 procent te verhogen, waarmee specifieke doelgroepen die bijvoorbeeld de taal onvoldoende beheersen of digitaal niet vaardig zijn, worden getroffen.
Wat Rover betreft, zou NS de tarieven juist moeten laten zakken. Zo zou het minimumtarief van een reis op korte afstand gelijk moeten zijn aan het minimumtarief voor bus, tram en metro. Het hogere basistarief voor internationale reizen is Rover ook een doorn in het oog.
Ook wil Rover dat NS een prijsverhoging van 7,85 procent voor het binnenlandse deel van de regionale internationale treinen weer terugdraait. NS heeft in 2024 tenslotte geld heeft gehad van het Rijk zodat de tarieven niet hoefden te stijgen maar voerde hiermee toch een prijsverhoging door.
