DEN HAAG – Het terugdringen van de “doorgeschoten internationalisering” op universiteiten en hogescholen wordt een van de belangrijkste prioriteiten van aankomend onderwijsminister Eppo Bruins.
Dat zorgt namelijk voor een “enorme druk op het systeem, op de docenten en de rijksbegroting”, zegt hij tijdens de hoorzitting van kabinetsleden van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in de Tweede Kamer. Bruins wordt namens NSC onderwijsminister.
Bruins’ voorganger Robbert Dijkgraaf heeft al een wetsvoorstel ingediend dat ervoor moet zorgen dat studies niet meer zomaar in het Engels worden aangeboden. Daar gaat Bruins mee door. “Want Nederlands als taal in het onderwijs is een van de weinige knoppen waar je aan kan draaien.” Het merendeel van de internationale studenten komt uit andere Europese landen. Regels van de Europese Unie schrijven voor dat zij mogen studeren tegen dezelfde tarieven als hun Nederlandse studiegenoten.
Het wetsvoorstel van Dijkgraaf over internationalisering wordt de “basis” van Bruins’ plannen. “Maar ik ga er wel met een stofkam doorheen”, zegt hij na de hoorzitting. “Omdat ik ook zeker wil weten dat het niet iets stukmaakt.” Hij wil bijvoorbeeld goed controleren of tekortsectoren die internationale studenten juist nodig hebben “in een wat soepeler regime komen”.
Na beëdiging wil Bruins samen met zijn ambtenaren uitzoeken of de instroom van internationale studenten ook op andere manieren in te perken is. De coalitiepartijen hopen namelijk uiteindelijk 293 miljoen euro per jaar te besparen door Nederland minder aantrekkelijk te maken voor internationale studenten. “Ik heb mij te houden aan dit financieel kader”, aldus de beoogd minister.