AMSTERDAM – Een 43-jarige man is veroordeeld tot 25 jaar en 6 maanden gevangenisstraf voor zijn rol bij de moordaanslag op Djordy Latumahina, zijn vriendin en hun toen tweejarige dochter in 2016 in Amsterdam Nieuw-West.
De man is volgens de rechtbank de aanstichter en organisator van de schietpartij. Hij heeft een 46-jarige man ertoe aangezet om de moord op Latumahina en de pogingen tot moord op diens vriendin en dochter te laten plegen. De 43-jarige wordt tevens veroordeeld voor zijn coördinerende en leidende rol binnen een criminele organisatie. De rechtbank spreekt hem vrij van de voorbereiding van een andere liquidatie in 2015 in Berlijn.
De Amsterdamse dj Djordy Latumahina werd in oktober 2016 door twee schutters neergeschoten terwijl hij met zijn vriendin en dochter in zijn auto zat in een parkeergarage van zijn appartementencomplex in Amsterdam Nieuw-West. Hij overleed ter plekke, zijn vriendin raakte zwaargewond. Hun dochter bleef wonderwel ongedeerd. Volgens informatie van het Team Criminele Inlichtingen was er sprake van een persoonsverwisseling. Niet Latumahina maar ene ‘Gino’ zou het beoogd doelwit zijn geweest.
De twee schutters en een aantal andere betrokkenen bij deze schietpartij zijn inmiddels onherroepelijk veroordeeld. De 43-jarige man die vandaag is veroordeeld werd later aangehouden.
Het bewijs in de zaak tegen de 43-jarige man is met name gebaseerd op ontsleutelde berichten. De rechtbank concludeert dat deze informatie rechtmatig is verkregen en dat de man de gebruiker is geweest van de accounts die aan hem worden toegeschreven.
De moordaanslag was zorgvuldig voorbereid en er is gebruik gemaakt van (semi)automatische wapens, gestolen auto’s en prepaid-telefoons. De 43-jarige man is volgens de rechtbank de aanstichter en organisator van de schietpartij. Hij heeft de 46-jarige man ertoe aangezet de moordaanslag te plegen, gaf hem toestemming de moordopdracht uit te laten voeren en betaalde hem daar loon voor.
Hij verstrekte informatie over de moordopdracht aan de 46-jarige man, die op zijn beurt de twee schutters aanstuurde. De schutters vroegen aanvankelijk om een foto van het beoogde doelwit. Toen zij die niet kregen, namen ze zonder te weten hoe het beoogde doelwit eruitzag met zeer grof geweld een jong gezin onder vuur, dat op de verkeerde tijd op de verkeerde plaats was.
De 43-jarige man vervulde een coördinerende en leidende rol binnen de criminele organisatie van 11 augustus 2015 tot en met 1 januari 2017 oordeelt de rechtbank. Binnen de organisatie werden opdrachten gegeven om geweldsklussen uit te voeren en was er een duidelijke taakverdeling. Naast het uitzetten van geweldsklussen vroeg de man om updates, zorgde hij voor loonbetalingen en voor een vergoeding van onkosten en motiveerde en instrueerde hij een andere man om de geweldsklussen uit te voeren. Uit de aangetroffen communicatie blijkt dat de organisatie zich genadeloos bezighield met moord en zwaar geweld.
De rechtbank kan niet vaststellen dat de 43-jarige man samen met anderen bewust samenwerkte aan de voorbereiding dan wel uitlokking van de op handen zijnde moord op een slachtoffer in 2015 in Berlijn. Uit de ontsleutelde berichten blijkt dat hij wist van het liquidatieplan. Maar zijn rol is van onvoldoende gewicht om van medeplegen te spreken en daarom spreekt de rechtbank hem daarvan vrij.
De rechtbank heeft aansluiting gezocht bij de hoogte van de gevangenisstraffen die eerder zijn opgelegd aan de medeplegers van de moordaanslag. Bij de twee schutters was de maximale tijdelijke gevangenisstraf van 30 jaar het uitgangspunt. De 46-jarige man die de schutters aanstuurde is eerder veroordeeld tot 26 jaar gevangenisstraf. De 43-jarige man had een vergelijkbare rol en daarom neemt de rechtbank een straf van 26 jaar als uitgangspunt.
Vanwege de overschrijding van de redelijke termijn om deze rechtszaak te behandelen wordt er 6 maanden van de gevangenisstraf afgetrokken. De rechtbank legt de 43-jarige man 25 jaar en 6 maanden gevangenisstraf op. Daarnaast moet hij schadevergoedingen betalen aan de ouders van Latumahina en zijn vriendin van respectievelijk 10.000 euro en ruim 20.000 euro.