ZUTPHEN – De rechtbank Gelderland veroordeelt een 41-jarige vrouw uit Apeldoorn voor het veroorzaken van een verkeersongeval in haar woonplaats waarbij het slachtoffer is overleden. De vrouw en het slachtoffer reden allebei op een fiets en kwamen met elkaar in botsing. De vrouw krijgt een voorwaardelijke taakstraf van 60 uur.
In juni 2023 fietste de vrouw over een fietspad richting een gelijkwaardige kruising. Het zicht op die kruising werd belemmerd door een appartementencomplex en bosjes, waardoor pas ongeveer 10 meter voor de kruising goed zicht was. De vrouw fietste door zonder goed te kijken naar medeweggebruikers en remde niet af. Zij verleende geen voorrang aan het slachtoffer dat van rechts kwam. Op de kruising botste het slachtoffer met haar fiets tegen de fiets van de vrouw. Het slachtoffer viel op haar hoofd en overleed kort na het ongeval aan haar verwondingen.
De rechtbank concludeert dat de vrouw de voor haar van rechts komende fietser had kunnen en moeten zien, als zij voldoende had gekeken en had gelet op het kruisende verkeer vóórdat zij de kruising opreed. Zij fietste hier vaker en wist dat het een onoverzichtelijke kruising was. Doordat ze haar snelheid niet verminderde en niet keek naar en lette op het kruisende verkeer, zag zij het slachtoffer niet tijdig en verleende geen voorrang. Daardoor fietste het slachtoffer tegen de vrouw aan en viel. Met fatale gevolgen.
De rechtbank weegt bij de strafbepaling mee dat door het overlijden van het slachtoffer onherstelbaar leed is veroorzaakt bij de nabestaanden. Het plotselinge verlies van hun dierbare zorgt bij de nabestaanden voor groot gemis en verdriet. De rechtbank houdt ook rekening met de impact die het ongeval nog altijd op de vrouw heeft. Zij heeft de gevolgen van het ongeval niet gewild en zal moeten leven met het besef dat door haar gedragingen iemand om het leven is gekomen.
Hiermee rekening houdend vindt de rechtbank de geëiste voorwaardelijke taakstraf van 60 uur passend en legt deze op. De rechtbank stelt daarbij de bijzondere voorwaarde dat de vrouw een cursus over verkeersregels en -gedrag moet volgen. Op de zitting bleek namelijk dat zij de voorrangsregels op de plek van de aanrijding niet kende. Daarnaast bleek dat zij beperkt inzicht heeft in de verwijtbaarheid van haar verkeersgedragingen.