DEN HAAG – Het gerechtshof Den Haag heeft dinsdag een verdachte veroordeeld voor het aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend handelen en voor schuld aan het daardoor veroorzaakte verkeersongeval met dodelijk afloop.
Een 7-jarige fietsster is bij dit ongeval om het leven gekomen. Het betreft een veroordeling op basis van artikel 6 van de Wegenverkeerswet. Het Haagse hof heeft de verdachte een taakstraf van 180 uur opgelegd.
Het slachtoffertje fietste op 5 juni 2021, omstreeks het middaguur, tussen haar vader en moeder in, op de Steenstraat in Leiden. Zij fietsten in de richting van de stad. Aan de rechterkant van de weg stond een taxi, deels op de rijbaan en deels op de stoep, geparkeerd om de verdachte uit te laten stappen. De verdachte zat achterin, aan de kant van de weg. Zijn moeder zat achterin, aan de stoepkant. Van de andere kant kwam een lijnbus de Steenstraat opgereden.
De taxichauffeur en zijn moeder waarschuwden de verdachte om niet uit te stappen. De verdachte opende eerst zijn deur op een kier en sloot die weer, nadat de vader van het slachtoffertje voorbij was gekomen. De verdachte had wel aan zijn kant door de ramen van de taxi gekeken, maar de vader niet gezien. Direct daarna opende de verdachte zijn portier volledig. Op dat moment fietste het slachtoffertje naast de achterzijde van de taxi en botste tegen de open achterdeur. Zij is daardoor op de weg gevallen en werd overreden door de op dat moment passerende lijnbus. Het slachtoffertje is direct ter plaatse overleden.
Het gerechtshof vindt dat de verdachte niet zó voorzichtig en oplettend is geweest als een normaal voorzichtige en oplettende uitstappende passagier van een auto, gezien de verkeersomstandigheden, moet zijn. De verdachte was gewaarschuwd niet uit te stappen. Hij had zeker alert moeten zijn, nadat de vader langsfietste zonder dat de verdachte hem had zien aankomen. Door toen toch zijn deur weer te openen, heeft de verdachte een verkeerde beslissing genomen die hem schuldig maakt aan het verkeersongeluk waarbij het slachtoffertje is gedood.
De dodelijke afloop van het ongeval heeft aan de nabestaanden een onherstelbaar leed en onnoemelijk verdriet toegebracht. Zij waren getuigen van het ongeluk. Geen strafoplegging kan dat leed verzachten. De verschrikkelijke gevolgen van het ongeluk heeft ook grote impact gehad op iedereen op de Steenstraat die daar getuige van was. Het ongeluk heeft ook impact gehad op de verdachte; hij is ernstig getraumatiseerd door de dood van het slachtoffertje. Met dit alles is rekening gehouden bij de strafoplegging. Ook is rekening gehouden met de tijd die is verstreken. Omdat de verdachte niet de bestuurder van de taxi was, is een ontzegging van de rijbevoegdheid niet opgelegd.
De rechtbank had de verdachte eerder ook veroordeeld voor overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet en een taakstraf van 240 uren opgelegd. De advocaat-generaal heeft zich aangesloten bij het oordeel en de strafoplegging van de rechtbank en eiste in hoger beroep dezelfde straf.