ROTTERDAM – Shell heeft de bouw van een biobrandstoffabriek in Rotterdam stopgezet om manieren te zoeken om de kosten van het project te verlagen. Het olie- en gasconcern spreekt van een tijdelijke pauze. Dat moet het bedrijf de ruimte geven om in te schatten wat commercieel gezien de beste weg voorwaarts is voor het project.
Met de fabriek, die wordt gebouwd bij Shell Energy and Chemicals Park bij Pernis, wilde Shell 820.000 ton duurzame vliegtuigbrandstof en hernieuwbare diesel per jaar gaan maken. Daarmee zou het project ook bijdragen aan de verduurzaming bij Shell.
Maar de marktomstandigheden vallen momenteel nog erg tegen. Op de markt voor biobrandstoffen lijkt zelfs sprake van overcapaciteit. Ook branchegenoot BP heeft recent al plannen voor de productie van biobrandstoffen teruggeschroefd.
Shell nam de investeringsbeslissing voor de nieuwe fabriek in 2021. Toen was nog de verwachting om de locatie al in 2024 gereed te hebben. Dat werd later al uitgesteld naar de tweede helft van dit decennium.
“We verwachten nu dat de biobrandstoffenfabriek tegen het einde van het decennium zal opstarten en dat dit beter zal samenvallen met verwachte marktgroei en sterkere marges”, zegt een woordvoerder. Dat is volgens hem “in lijn met regelgeving vanuit de EU, de VS en andere landen”.
Het is niet voor het eerst dit jaar dat Shell als het gaat om vergroening tempo mindert. Onder voormalig topman Ben van Beurden voerde Shell een plan in om in 2050 per saldo geen CO2 meer uit te stoten. Het concern benadrukt nu in een verklaring die doelstelling nog steeds na te streven.