UTRECHT – Het Openbaar Ministerie (OM) kwalificeert de opmerkingen die Johan Derksen heeft gemaakt over het Tweede Kamerlid Habtamu de Hoop in een uitzending van Vandaag Inside op 9 april 2024 als beledigend. Het OM heeft echter besloten niet tot vervolging over te gaan omdat het Tweede Kamerlid zelf geen aangifte heeft gedaan tegen de uitspraken en heeft aangegeven niet op een vervolging te zitten wachten.
In de bewuste uitzending van 9 april werd onder meer gesproken over subsidies voor de Friese taal. Derksen zei in die context over het Tweede Kamerlid: “Die staat toch uit zijn nek te lullen.” En: “Iemand die in Friesland is geboren, die heeft het recht om erover te praten. Hij is toch geen Fries, kom op zeg.” En even later: “Ik ben toch ook geen Surinamer”. Naar aanleiding van deze uitspraken werd twee keer aangifte gedaan van belediging en discriminatie. Het Tweede Kamerlid waarover Derksen zich uitsprak deed zelf geen aangifte.
Na het beoordelen van de aangiftes en de uitspraken van Derksen, komt het OM tot de conclusie dat zijn uitspraken in de uitzending beledigend zijn. Naar oordeel van het OM heeft Derksen het Tweede Kamerlid neergezet als iemand die ongeschikt is om in de discussie rond subsidies voor de Friese taal een standpunt als parlementariër in te nemen, simpelweg vanwege zijn veronderstelde herkomst. Dat schendt volgens het OM zijn eer en goede naam.
Daarnaast meent het OM dat de uitspraken niet bijdragen aan het maatschappelijke debat over subsidies voor de Friese taal. De opmerking was namelijk niet gericht op de inhoud van het onderwerp, maar op de mens Habtamu de Hoop. Het in twijfel trekken van de standpunten van een parlementariër vanwege zijn veronderstelde herkomst, wordt volgens het OM niet beschermd door de vrijheid van meningsuiting.
Van discriminatie van een groep is naar het oordeel van het OM geen sprake. De uitspraken van Derksen zijn alleen gericht op het Tweede Kamerlid zelf. Hij zegt niet expliciet iets over een groep waartoe het Tweede Kamerlid zou behoren. Het artikel in het wetboek dat over groepsbelediging gaat (art. 137c Sr), is daarom niet van toepassing.
Hoewel het OM Derksens uitingen als beledigend beschouwt, zal het toch niet overgaan tot vervolging. Het Tweede Kamerlid heeft namelijk zelf geen aangifte gedaan en op zijn eigen manier Derksen van repliek gediend door middel van een videoboodschap op social media. Daarnaast heeft hij ook aangegeven dat hij niet perse op een vervolging zit te wachten. Het OM heeft daarom besloten de aangiftes te seponeren, omdat vervolging in strijd is met het belang van de benadeelde. De direct betrokkenen zijn hierover geïnformeerd.
De aangevers kunnen bezwaar aantekenen bij het Gerechtshof Arnhem/Leeuwarden als ze het niet eens zijn met de beslissing van het OM om Derksen niet te vervolgen.