AMSTERDAM – Waar het nieuwe kabinet meer ruimte wil voor uitstel van zero-emissiezones, brengen fabrikanten internationaal juist een breder aanbod van elektrische vrachtwagens op de markt om in 2025 aan de eerste CO2-reductieverplichtingen te voldoen. Ook grote opdrachtgevers van transport gaan als gevolg van nieuwe Europese rapportageverplichtingen (CSRD) scherper op de uitstoot letten.
Terwijl de korte ritafstanden (80 procent onder 150 km) in Nederland bij uitstek geschikt zijn voor elektrisch vervoer, dreigt de vaart er de komende tijd hier juist uit te raken. Na jaren van productieproblemen zijn de orderachterstanden op de vrachtwagenmarkt inmiddels hard ingelopen en is de vraag afgekoeld.
Dit jaar blijft de vrachtwagenafzet nog overeind door een golf van nieuwe dieselbakwagens die voor de overgangsregeling van zero-emissiezones besteld zijn. In 2025 doet de vrachtwagenafzet alsnog een stap van zo’n tien procent terug. Transporteurs voelen minder druk om nu al over te stappen naar elektrisch vervoer en dat draagt bij aan uitstel van investeringen. Dit blijkt uit de nieuwe Assetvisie vrachtwagens en Trailers van ING Research die vandaag wordt gepubliceerd.
Investeringen in elektrische vrachtwagens onder druk door afgezwakte koers overheid
Veel bedrijven zijn al bezig om voor te sorteren op de invoering van zero-emissiezones en de overgangsregeling die op 1 januari 2025 ingaat. Dit jaar was de subsidiepot (AANzet-regeling) opnieuw razendsnel leeg en veel bedrijven zijn actief vooruit aan het plannen. Dat het nieuwe kabinet nu naar uitstel wil kijken zorgt voor nieuwe onzekerheid bij investeerders en dat helpt de instroom van zero-emissievrachtwagens niet. Van de 30 tot 40 beoogde gemeenten binnen de ‘Greendeal zero-emissie stadslogistiek’ gaat slechts een minderheid hier begin volgend jaar mee van start en de kans bestaat dat er in verschillende steden uitstel volgt.
Apeldoorn en Ede zijn hiervan al voorbeelden. Dat de subsidie lijkt te blijven is gunstig, maar voor bedrijven die nog niet zijn begonnen met elektrisch rijden, haalt de afzwakking van het beleid de druk enigszins van de ketel.
Erik Slaaf, ING Sector Banker Transport en Logistiek: “Uitstel van zero-emissiezones vertraagt de opbouw van de elektrische vloot die daarna dan alsnog in sneltreinvaart zal moeten plaatsvinden om de gestelde CO2-reductiedoelstellingen voor het wegtransport te halen. Dit zorgt voor grote druk op zowel leveranciers, transporteurs als opdrachtgevers”.
Uitzonderlijke jaren vrachtwagenmarkt voorbij, verkoop zakt vooral in 2025 terug
Na jaren van productiebeperkingen en opstapeling van orders tijdens corona en het uitbreken van de oorlog in Oekraïne, hebben vrachtwagenfabrikanten inmiddels een inhaalslag gemaakt. De productie is terug op peil en de levertijden zijn sterk teruggelopen. Daarmee normaliseert de markt in 2024.
Tegelijkertijd zagen transporteurs de transportvraag al eerder terugvallen. Deze samenloop zorgt ervoor dat er nu een overschot aan capaciteit is en bedrijven op de rem zijn gaan staan bij de aanschaf van nieuw materieel.
Door uitloop leveringen en eerder bestelde dieselbakwagens – die bij kentekenafgifte dit jaar de zero-emissiezones nog in mogen – blijft de afzet in 2024 nog op redelijk goed op peil, maar zakt deze in 2025 alsnog terug.
Voor vrachtwagenfabrikanten blijft opschalen van zero emissie wel prioriteit
Terwijl Nederland druk van de ketel haalt met zero emissie transport gaan meerdere vrachtwagenfabrikanten waaronder DAF en Mercedes in 2025 elektrische trekkers met grotere actieradius leveren. Dit verbreedt de inzet en moet ervoor zorgen dat fabrikanten aan de verplichte CO2-reductie doelstelling van 15 procent over de gemiddelde productie kunnen voldoen (die oploopt naar 45 procent in 2030).
Door deze druk kunnen elektrische vrachtwagens (nu nog zo’n 3 keer zo duur als dieselvrachtwagens) naar verwachting in prijs dalen, maar ze blijven fors duurder dan diesel vrachtwagens. Vanaf 2026 en 2027 gaan de vrachtwagenheffing en de invoering van een Europees emissiehandel systeem voor wegtransport helpen om het prijsverschil te overbruggen. De instroom van elektrische vrachtwagens in Europa neemt dan verder toe. Voor de langere afstanden en zwaar vervoer werken fabrikanten nu allemaal ook aan vrachtwagens met een waterstofverbrandingsmotor.
Verplichte CO2-rapportage (CSRD) gaat transporteurs in 2024 ook al treffen
Beursgenoteerde opdrachtgevers van vervoer moeten met de invoering van de Corporate Social Responsibility Directive (CSRD) in 2025 voor het eerst rapporteren over CO2-uitstoot van hun transport. Dit betekent dat transporteurs die voor hen werken en onderdeel zijn van de keten (zogeheten Scope 3) dit jaar al de vraag om gegevens van opdrachtgevers kunnen verwachten. Dit vraagt om aandacht, omdat lang niet alle transporteurs al zijn voorbereid en precies weten op welke manier opdrachtgevers de prestaties willen gaan meten en de data willen ontvangen.Opvallend is dat biodiesel (HVO-100) ondertussen bezig is met een sterke opmars in het internationale wegtransport, wat hier ook met de rapportageverplichtingen te maken kan hebben.
Erik Slaaf, ING Sector banker Transport en Logistiek: “De inzichten die CSRD gaat opleveren zullen leiden tot een versnelling van de energietransitie. Zo zijn vanaf 2025 de uitstootgegevens van de eerste groep grote transportbedrijven inzichtelijk en kunnen afnemers bedrijven onderling gaan vergelijken.”
Oververhitte trailermarkt snel afgekoeld
Dat de vrachtwagen- en trailermarkt van een verkopersmarkt naar een kopersmarkt is gedraaid, is het sterkst merkbaar op de trailermarkt, die is omgeslagen van oververhit naar onderkoeld. Met de terugval in transportvraag zijn investeringen ook vrij snel afgeschaald, terwijl eerdere bestellingen door lange levertijden net binnen waren.
Vooral de standaard schuifzeiltrailers – die ook vaak in grotere aantallen worden aangeschaft–hebben daar last van. De vraag naar specialistisch materieel houdt beter stand. In totaal zakt de totale trailerafzet naar verwachting in 2024 met meer dan een vijfde terug. Elektrificatie van koelsystemen, maar ook van assen, zijn nuttige innovaties die de markt kunnen opschudden en helpen de vervangingsvraag vanaf 2025 weer meer op gang te brengen.