ARNHEM – Een 33-jarige vrouw uit Veenendaal hoorde vandaag in de rechtbank in Arnhem een gevangenisstraf van 24 maanden waarvan 3 maanden voorwaardelijk tegen zich eisen. Samen met twee medeverdachten, haar 28-jarige broer uit Amsterdam en een 27-jarige man uit Amerongen, stond de vrouw terecht voor afpersing van haar oud-werkgever.
De vrouw had na een faillissement van de werkgever nog geld tegoed. “Het is uitermate begrijpelijk dat iemand die inkomsten misloopt door een faillissement daar kwaad, teleurgesteld en verdrietig over is. Wat niet begrijpelijk en ook niet acceptabel is, is dat dan deze oplossing gekozen wordt” aldus de officier van justitie.
De afpersing speelde zich af over een periode van anderhalve maand in 2023 in Duiven, Zevenaar en Veenendaal. Niet alleen werden zeer dreigende telefoontjes gepleegd naar de oud-werkgever, ook werd hij thuis opgezocht. Op 29 mei 2023 werd de auto die op de oprit van de aangever stond in brand gestoken. Een dag later kreeg het slachtoffer een telefoontje dat hij “gezien wat er gebeurd was, nu echt moest gaan betalen.”
Volgens de officier van justitie geven verdachten elkaar de schuld, bagatelliseren de gebeurtenissen, minimaliseren hun eigen rol en proberen onder het bewijs uit te komen door telefoons te wisselen of te zeggen dat hun toestellen, nummers en social media-accounts ook en vooral op cruciale momenten, door anderen werden gebruikt.
Tegenover deze ontkenningen en uitvluchten staat volgens het OM voldoende bewijs. De vrouw was de instigator, de opdrachtgeefster en drijvende kracht die informatie bezat, maar zij pleegde ook uitvoeringshandelingen. Haar broer was de spil in het geheel, de schakel tussen haar en de uitvoerders, maar hij pleegde zelf ook uitvoeringshandelingen.
De 27-jarige man was een uitvoerder, maar wel één die juist zorgde voor de grootste dreiging en vrees, aldus de officier van justitie: “Zij hebben allen een wezenlijke en significante bijdrage geleverd en vormden alle drie min of meer gelijkwaardige en noodzakelijke schakels in de keten van deze escalatie.” Vanwege deze nauwe en bewuste samenwerking kan er gesproken worden van medeplegen.
De officier van justitie stond stil bij de enorme gevolgen voor de oud-werkgever en zijn gezin: “Aangever en zijn gezin hebben lange tijd in angst geleefd. Wat is de volgende stap? Wat gaat er nu gebeuren? De dreigingen waren van uitzonderlijke ernst; dreigen dingen en mensen in de fik steken, vrouwen te verkrachten, dat staat toch in geen enkele verhouding tot een paar duizend euro? Hoe halen zij zich dit in het hoofd?”, zo hield de officier van justitie de verdachten voor.
De vrouw eiste bovendien aanzienlijk meer geld dan de 2000 euro waar ze volgens de curator die het faillissement afwikkelt nog recht op zou hebben.
Het feit dat verdachten geen openheid van zaken geven, werkt strafverhogend. Alles afwegende komt de officier van justitie tot een eis van 24 maanden waarvan 3 maanden voorwaardelijk voor de vrouw en voor de 27-jarige man.
Tegen de 28-jarige man eiste de officier van justitie een gevangenisstraf van 30 maanden waarvan 3 maanden voorwaardelijk.