DEN HAAG – Bij een debat in de Eerste Kamer heeft voorzitter Jan Anthonie Bruijn (VVD) ingegrepen toen omstreden uitspraken uit het verleden van PVV-minister Marjolein Faber (Asiel en Migratie) ter sprake kwamen. Farah Karimi (GroenLinks-PvdA) begon hierover toen ze aan het woord kwam. Na klachten van BBB, PVV en JA21 maande de voorzitter haar om hiermee op te houden. “Ik begrijp niet waarom ik hier monddood word gemaakt”, reageerde de senator verontwaardigd.
Dit gebeurde tijdens de behandeling van een wet die het makkelijker moet maken om de aanvraag voor een verblijfsvergunning af te wijzen van vreemdelingen met een zwaar crimineel verleden. Het debat moet gaan over die wet en niet over de persoonlijke achtergrond van de minister, vond Bruijn.
De wetswijziging betreft bevoegdheden van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), waarvoor Faber politiek verantwoordelijk is. Daarom maakt de persoonlijke achtergrond van de minister wel degelijk uit, redeneerde Karimi.
‘Omvolking’
“De vraag is of iemand die al jaren systematisch en voortdurend racistisch gedachtegoed en ontmenselijkende taal heeft gebezigd deze wet op een rechtvaardige manier kan doen uitvoeren”, zei het Eerste Kamerlid. Faber heeft volgens Karimi “haar hele politieke loopbaan” besteed aan “het kleineren, dehumaniseren en haten van moslims, asielzoekers, vluchtelingen en Nederlanders met een migratieachtergrond”.
Rond haar aanstelling als minister is in de Tweede Kamer veel discussie geweest over uitspraken van Faber in het verleden. Daarbij ging het met name over het woord ‘omvolking’ dat ze heeft gebezigd in haar tijd als Eerste Kamerlid. Dit woord wordt gebruikt in een extreemrechtse complottheorie. Naar aanleiding van de ophef heeft Faber uiteindelijk afstand genomen van haar uitspraken.
Prinsjesdag
Met haar woorden slaat Karimi “de plank totaal mis”, zei Alexander van Hattem van de PVV. “Ik ga het hier ook niet over de persoon van mevrouw Karimi hebben.” Robert van Gasteren (BBB) vond het ongepast een oordeel te geven over een minister “die nog amper gestart is”.
Karimi kreeg bijval van Volt, Partij voor de Dieren en D66. Toetsen op uitvoerbaarheid is een van de taken van de Eerste Kamer en daarbij krijgt de minister “een belangrijke rol”, merkte Gaby Perin-Gopie (Volt) op.
Bruijn wees op andere gelegenheden waarbij senatoren de kans krijgen om kennis te maken met Faber en “het ook over het verleden te hebben desnoods”. Hij noemt bijvoorbeeld een kennismakingsbijeenkomst in de Kamercommissie en de debatten die volgen op Prinsjesdag.