ROTTERDAM – De overslag in de Rotterdamse haven is tot en met het derde kwartaal van dit jaar met 0,4 procent gedaald. De totale overslag kwam daarmee uit op 328,6 miljoen ton ten opzichte van 329,9 miljoen ton in dezelfde periode vorig jaar. De Rotterdamse containersector groeide wel: er werd een toename in zowel gewicht (3,0 procent) als containers (2,2 procent) genoteerd. Ook ijzererts & schroot nam toe met 2,3 miljoen ton (11,1 procent). Dat de totale overslag toch een lichte daling liet zien komt voornamelijk door minder overslag van kolen en ruwe olie.
Boudewijn Siemons, CEO Havenbedrijf Rotterdam: “De wereldhandel is voorzichtig aangetrokken in de afgelopen maanden. We zien dat het consumentenvertrouwen is toegenomen en dat heeft zich vertaald in groei in de overslag van containers. De daling van de overslag in de andere segmenten laat helaas zien dat de Europese industrie nog steeds te maken heeft met een zwakke concurrentiepositie door de hoge energielasten. Deze ontwikkelingen komen niet als een verrassing. We hebben namelijk nog steeds te maken met grote uitdagingen op het geopolitieke toneel en in de wereldwijde logistieke ketens. De verwachting is dan ook dat we de resterende maanden van dit jaar geen grote verschuivingen in goederstromen meer zullen zien.”
Droog massagoed
De overslag van droog massagoed is in de eerste drie kwartalen van 2024 met 0,9 procent gedaald ten opzichte van 2023. De overslag van ijzererts en schroot (11,1 procent) en overig droog massagoed* (20 procent) is wel toegenomen.
De dalende prijs van ijzererts als gevolg van de ingezakte Chinese staalproductie, is een stimulans voor Europese staalfabrieken om ijzererts in te kopen ook al is de vraag naar staal in Europa niet bijzonder hoog. De kolenoverslag is in het derde kwartaal verder gedaald met 26,6 procent ten opzichte van de eerste negen maanden van 2023, toen de overslag ook al daalde met 17 procent. Vooral de overslag van energiekolen is gedaald. Kolengestookte elektriciteitscentrales verliezen steeds meer terrein als bron van stroom.
In de eerste negen maanden van dit jaar hadden kolengestookte elektriciteitscentrales in Nederland en Duitsland een aandeel in de elektriciteitsmix van respectievelijk 6 procent en 20 procent. Duurzame energie had een aandeel van 58 procent in de Nederlandse stroommix en 59 procent in de Duitse. De overslag van agribulk komt na correctie (*) uit op een toename van 2,0 procent. De aanvoer van sojabonen is gedaald door de hogere prijs van soja als gevolg van slechte oogst en meer vraag uit China.
De aanvoer van mais uit Oekraïne (via Roemenië) is weer toegenomen, nadat deze in 2023 flink was gedaald door de oorlog in Oekraïne. Mais wordt o.a. gebruikt als feed stock voor de productie van bio-ethanol. De overslag van overig droog massagoed is na correctie (*) met 20 procent toegenomen door hogere overslag op de boeien en palen van voornamelijk stenen.
Ook bij verschillende stuwadoors steeg de overslag van grondstoffen. Hoewel met name de energie-intensieve industrie het nog steeds zwaar heeft, worden voorraden wel weer langzaam aangevuld.
Nat massagoed
De overslag van natte massagoed nam af met -1,7 procent in de eerste negen maanden van dit jaar. Dit heeft te maken met de lagere overslag van ruwe olie, LNG en overig nat massagoed. De daling van de overslag van ruwe olie met 3,6 procent en 2,7 miljoen ton werd veroorzaakt door onvoorzien onderhoud aan een Duitse raffinaderij en lage raffinagemarges.
De overslag van minerale olieproducten laat een toename van 4 procent zien, met name de overslag van stookolie en kerosine is toegenomen. De overslag van LNG als bron van aardgas, lag met 300.000 ton iets onder de overslag van vorig jaar. De aardgasvoorraden in Europa zijn hoog, waardoor minder aanvoer noodzakelijk is.
Ook liggen de prijzen voor LNG in Azië iets hoger dan in Europa, waardoor spotlading meer richting Azië gaat. In het segment overig nat massagoed is een daling te zien van 4,4 procent. Deze daling is vooral zichtbaar in biobrandstoffen. Er is minder export door verlaging van bijmengpercentages.
Containers en breakbulk
Het herstel van de containeroverslag heeft zich de afgelopen maanden verder doorgezet. De overslag in tonnen liet een stijging zien van 3,0 procent (van 98,1 miljoen ton naar 101,1 miljoen ton) en in TEU (standaardmaat voor containers) steeg de overslag met 2,2 procent tot 10,4 miljoen TEU. De stijging komt vooral door toenemende uitgaven van consumenten in Europa. Deze uitgaven stijgen weer na een periode van lagere koopkracht. Voorraden die na COVID pandemie werden afgebouwd liggen inmiddels weer op het oude niveau. Doordat de industriële productie in Europa nog niet op niveau is, blijft de export van eindproducten, zoals kapitaalgoederen en auto-onderdelen achter. De onzekerheden als gevolg van het omvaren via Kaap de Goede Hoop, hebben geleid tot een vroeg piekseizoen in de zomer. In september werden er echter een aantal diensten omgeleid via andere havens. Deze maand liet daarom lagere volumes zien in Rotterdam. De congestie in havens in Azië, het Midden-Oosten en Zuid-Europa van eerder dit jaar is inmiddels aan het afnemen. Door de beperkte scheepscapaciteit is het aantal port calls nog steeds lager dan vorig jaar, waardoor de schepen erg vol zitten. Dit betekent dat de terminals in de haven en het achterland nog steeds te maken hebben met piekbelasting.
De overslag van het breakbulk segment (Roll-on/Roll-off en overig stukgoed) liet een daling zien van 4,7 procent. Het RoRo verkeer nam verder af met 3,5 procent tot 19,2 miljoen ton als gevolg van de economische situatie in het Verenigd Koninkrijk. Ook het segment overig stukgoed daalde met 9,5 procent tot 4,5 miljoen ton door minder op- en overslag van staal en non-ferro.
*) Door een correctie in 2023 op een foutieve aangifte in het zeehavengeld systeem in 2022, laten de overslagcijfers van agribulk en overig droog massagoed in 2024 een vertekend beeld zien.