DEN HAAG – Het OM heeft in 2023 67 personen voor de rechter gebracht op verdenking van het bedreigen van politici. In 2022 waren dit er nog 37.
De stijging komt onder meer voort uit het feit dat er meer verdachten in Nederland woonachtig zijn en daardoor sneller geïdentificeerd konden worden. De rechter legde in veel gevallen naast een taakstraf ook een voorwaardelijke gevangenisstraf op.
Politici moeten hun werk ongehinderd kunnen doen. Het Team Bedreigde Politici van de regionale recherche van politie-eenheid Den Haag heeft als taak hieraan bij te dragen. In 2023 ontving het team 753 meldingen van bedreiging. Dat is een stuk minder dan in 2022 toen er 1125 meldingen binnenkwamen. Na binnenkomst beoordeelt het OM de meldingen.
In 2023 concludeerde het OM in 578 gevallen dat de melding een strafbare bedreiging betrof. In 2022 waren dat er nog 889 meldingen.
Vervolgens doen politie en OM onderzoek naar de strafbare bedreigingen. Dat leidde er in 67 gevallen toe dat personen werden gedagvaard om zich voor de strafrechter te verantwoorden. In 83 gevallen loopt dat onderzoek nog. De verwachting is dat dit cijfer nog zal oplopen naarmate meer onderzoeken uit 2023 worden afgerond.
Veel bedreigingen worden gedaan via social media, met name via X en Instagram. Maar ook telefonisch, via de e-mail of zelfs door middel van brieven worden dreigingen geuit. Welke persoon aan een social-media-account is gekoppeld, is vaak alleen te achterhalen via de social-media-bedrijven. Die werken soms wel, maar soms ook niet mee. Sowieso is daar tijd mee gemoeid. Het Team Bedreigde Politici heeft wel gemerkt dat er in 2023 meer bereidheid was vanuit social media bedrijven om mee te werken.
Daarna moet geverifieerd worden of die persoon ook daadwerkelijk de gebruiker is van dat account en of die ook het bedreigende bericht heeft verzonden. De verificatie bestaat onder meer uit het verhoren van de verdachte. Dat is erg gecompliceerd wanneer de verdachte zich bijvoorbeeld bevindt in een land waarmee Nederland geen rechtshulpverdrag heeft. Helaas is dat vaak het geval.
Van de 578 strafbare bedreigingen kwamen 175 bedreigingen uit landen waarmee Nederland geen rechtshulpverdrag heeft. Wanneer cruciale rechtshulp bij identificatie en verdachtenverhoor niet mogelijk is, heeft verder onderzoek geen zin. Het onderzoek wordt dan beëindigd en deze zaken worden ‘opgelegd’. Dat houdt in dat door het ontbreken van verdere opsporingsmogelijkheden de zaken stil liggen. Een andere reden om een zaak op te leggen is dat, ondanks al het mogelijke onderzoek door de politie, het onderzoek niet heeft geleid tot een verdachte. In totaal zijn 420 zaken opgelegd.
Het totale aantal politici dat bedreigd wordt, is vergelijkbaar met voorgaande jaren. In 2023 werden 67 verdachten voor de strafrechter gedaagd tegen 37 in het jaar daarvoor. De verwachting is dat de 83 zaken die nog in onderzoek zijn, zullen leiden tot nieuwe dagvaardingen en zittingen voor de strafrechter.
Verder deed het OM vorig jaar drie zaken zelf af via een OM-strafbeschikking of OM-zitting. Daarnaast voerde de politie twee keer berispende gesprekken. Dat gebeurt in het algemeen met minderjarige verdachten die niet eerder met de politie in aanraking zijn geweest. Een wijkagent van de politie gaat dan thuis, in bijzijn van de ouders, in gesprek met de jongere over de gevolgen van zijn handelen. En drie zaken zijn om uiteenlopende redenen geseponeerd.