HAARLEM – De voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Holland geeft PostNL niet meer tijd voor het verbeteren van de arbeidsomstandigheden voor sorteerders van pakketten. PostNL had de rechter in een voorlopige-voorzieningsprocedure verzocht om schorsing van een beschikking van de Nederlandse Arbeidsinspectie met de eis om te zware belasting op korte termijn te beëindigen, maar de rechter wijst dat verzoek af.
Zware pakketten tillen en verplaatsen
Medewerkers van PostNL tillen en verplaatsen pakketten van verschillende omvang en gewicht in de sorteer- en distributiecentra. Sommige pakketten zijn zwaarder dan de in de Arbowet maximaal toegestane 23 kilo. Ze zetten ze in rolcontainers en halen ze eruit en leggen ze op zogenoemde opvoerlijnen waarin het sorteerproces plaatsvindt.
In 2015 concludeerden deskundigen in arbeidsomstandigheden al dat de fysieke belasting in sorteercentra kan leiden tot gezondheidsschade. In november 2023 heeft de FNV ook een rapport uitgebracht met vergelijkbare conclusies. De werkdruk is volgens dit rapport te hoog en het werk lichamelijk te zwaar.
De Arbeidsinspectie heeft vervolgens bij een aantal distributiecentra nog meer inspecties uitgevoerd. Ook hieruit blijkt dat het werk te zwaar is, vanwege het gewicht van de pakketten, de houding waarin het werk moet gebeuren en de frequentie van de tilwerkzaamheden.
In een beschikking van 21 mei 2024 eist de Arbeidsinspectie dat PostNL het Arbobesluit naleeft. Het bedrijf krijgt 3 maanden om een aantal veranderingen door te voeren die de fysieke belasting van medewerkers moet voorkomen of terugdringen.
PostNL vraagt aan de voorzieningenrechter om de beschikking van de Arbeidsinspectie te schorsen. Een aantal maatregelen zou niet duidelijk zijn omschreven en ze zouden niet doelmatig of onnodig kostbaar zijn. Ook zou in vergelijkbare distributiecentra van concurrenten niet worden ingegrepen, zodat PostNL wordt benadeeld.
Oordeel van de rechtbank
De voorzieningenrechter laat het belang van de gezondheid van de werknemers voorgaan, mede omdat PostNL op korte termijn geen concreet alternatief kan geven voor de opgelegde maatregelen. Dat gezondheidsbelang gaat boven het financieel belang van PostNL om de maatregelen uit te stellen en te onderzoeken of er nog andere, goedkopere maatregelen mogelijk zijn. De voorzieningenrechter weegt mee dat PostNL al langer op de hoogte had kunnen zijn van de te zware belasting en de noodzaak om maatregelen te treffen.
De voorzieningenrechter merkt op dat de Arbeidsinspectie heeft aangegeven dat het werk vooral zo zwaar is door de frequentie van de zware tilwerkzaamheden. PostNL kan er dus ook voor kiezen om de frequentie van de tilwerkzaamheden tijdelijk terug te brengen, zodat geen sprake is van te zware belasting, in afwachting van haar onderzoek naar andere maatregelen die nodig zijn voor een vanuit gezondheidsoogpunt aanvaardbare werkbelasting.