DEN HAAG – De inflatie in Nederland is in juli verder opgelopen naar 3,7 procent op jaarbasis. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) in een snelle raming. In juni liep de inflatie al op tot 3,2 procent, van 2,7 procent in mei.
Volgens het CBS is de gestegen inflatie onder meer het gevolg van hogere prijzen voor voedingsmiddelen, dranken en tabak. Die werden in juli 5,4 procent duurder, vergeleken met een prijsstijging van 4,4 procent in juni. Ook de prijzen van diensten liepen in juli verder op met 5,7 procent, tegen 4,6 procent in juni. De prijzen van energie (inclusief motorbrandstoffen) waren in juli juist veel minder hoog dan in juni.
In juni werd de inflatie ook al gestuwd door hogere prijzen van tabak. Per 1 april 2024 zijn de accijnzen op tabak namelijk verhoogd. Een accijnsverhoging werkt volgens het CBS met wat vertraging door in de verkoopprijzen, omdat er in de eerste maanden na de accijnsverhoging nog tabaksvoorraden met oude accijnstarieven worden verkocht. Ook hogere kledingprijzen zorgden volgens het CBS in juni voor een stijging van de inflatie.
Rentebeleid
De Nederlandse inflatie op basis van de Europese geharmoniseerde rekenmethode was in juli 3,5 procent, tegen 3,4 procent in juni. Die rekenmethode is net iets anders dan die van het CBS. Bij de binnen de Europese Unie afgesproken methode om de inflatie te meten, wordt geen rekening gehouden met de kosten voor het wonen in een eigen woning.
Later op de dag komt het Europese statistiekbureau Eurostat met cijfers over de inflatie in de eurozone in juli. Die bedroeg in juni 2,5 procent. De Europese Centrale Bank (ECB) heeft een inflatiedoelstelling van 2 procent.
De inflatie speelt een belangrijke rol bij het rentebeleid van de ECB. Eerder deze maand hield de centrale bank een rentepauze, nadat de rente in juni voor het eerst in jaren werd verlaagd. Met de rentepauze willen de ECB-bestuurders meer tijd winnen om er zeker van te zijn dat de inflatie in het eurogebied op het goede spoor zit voordat ze de rente opnieuw gaan verlagen. Of de rente bij de volgende vergadering in september verder omlaag kan of gelijk moet blijven, hangt volgens ECB-president Christine Lagarde af van de economische cijfers in de komende tijd.