DEN HAAG – De fractievoorzitters van alle linkse oppositiepartijen in de Tweede Kamer roepen asielminister Faber op om de 11-jarige Mikael niet uit te zetten. Dat doen de fractievoorzitters van GroenLinks-PvdA, D66, SP, PvdD, ChristenUnie, Volt en Denk in een open brief in de Volkskrant.
De Amsterdamse jongen Mikael werd in Nederland geboren terwijl de procedure voor een verblijfsvergunning van zijn moeder liep. Zij kwam in 2010 vanuit Armenië naar Nederland. Haar asielaanvraag werd toen afgewezen. Vorige maand oordeelde de Raad van State dat Mikael en zijn moeder niet in Nederland mogen blijven. Minister Faber herhaalde daarna dat ze niets voor Mikael en zijn moeder kan doen.
Volgens de zeven fractievoorzitters is er echter “geen wet die het kabinet tegenhoudt Mikael in Nederland te laten blijven”. Ze noemen het een “politieke keuze” als het kabinet Mikael niet in Nederland laat blijven. “Een 11-jarig jongetje, hier geboren en getogen, zetten we niet op een vliegtuig naar een land waar hij nog nooit is geweest.”
‘Harteloze symboolpolitiek’
Ook al zegt Faber dat ze niets kan doen, volgens de fractievoorzitters van de linkse oppositie ligt dat anders. Ze verwijzen daarvoor naar twee experts. “Al heeft de bewindspersoon met de IND afgesproken dat ze geen gebruikmaakt van deze discretionaire bevoegdheid, de wet geeft haar alle ruimte om in te grijpen. Alleen: dat wil ze simpelweg niet”, stellen Frans Timmermans, Rob Jetten, Jimmy Dijk, Esther Ouwehand, Mirjam Bikker, Laurens Dassen en Stephan van Baarle.
“Je kunt streng zijn, maar dan moet je ook rechtvaardig zijn”, schrijven ze. “Het uitzetten van Mikael en zijn moeder zal op geen enkele manier bijdragen aan een beter Nederland zoals het kabinet zegt na te streven. Het is niets meer of minder dan harteloze symboolpolitiek. Ook omdat in soortgelijke zaken wel een verblijfsvergunning is verleend.”
Het opiniestuk heeft de kijk van Faber op deze casus niet veranderd, laat ze weten via haar woordvoerder. “Wij zien vooralsnog geen mogelijkheden om daar in te grijpen.”