DEN HAAG – Op 1 januari 2024 hadden 10,6 miljoen mensen van 18 jaar of ouder een keuze ingevuld in het Donorregister. In 2020, het jaar waarin de nieuwe donorwet werd ingevoerd, waren dat er 6,9 miljoen. 4,8 miljoen mensen gaven toestemming voor orgaandonatie, 1 miljoen meer dan in 2020. 4,3 miljoen mensen gaven geen toestemming voor orgaandonatie, 2 miljoen meer dan in 2020.
Volwassenen met herkomst buiten Nederland gaven bijna twee keer zo vaak aan geen donor te willen zijn als volwassenen met Nederlandse herkomst. Dit blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS en het Donorregister.
Voor het Donorregister moest tot 2020 expliciet een keuze worden gemaakt over donatie van organen en weefsels na overlijden. Degenen die geen keuze maakten, stonden niet geregistreerd in het Donorregister. In de donorwet van 1 juli 2020 is geregeld dat alle inwoners van Nederland van 18 jaar of ouder, wanneer zij zelf geen keuze vastleggen, in het Donorregister worden opgenomen met de registratie ‘geen bezwaar tegen orgaandonatie’. Zij worden sinds deze wetswijziging als potentiële orgaandonor gezien. In 2024 hadden – net als in 2022 – 3,3 miljoen mensen geen eigen keuze ingevuld in het Donorregister, en staan daardoor geregistreerd als ‘geen bezwaar’.
Anderhalf keer zoveel volwassenen hebben keuze gemaakt
Op 1 januari 2020 had – onder de oude donorwet – 49 procent van de bevolking van 18 jaar of ouder een eigen keuze ingevuld in het Donorregister. Dit betekent dat zij expliciet toestemming of juist geen toestemming gaven voor orgaandonatie, of dat een familielid of een aangewezen persoon beslist over eventuele orgaandonatie. Op 1 januari 2024 was dat 72 procent.
41 procent van de volwassenen die een eigen keuze hebben ingevuld in het Donorregister gaf geen toestemming voor orgaandonatie, tegen 34 procent in 2020.
Volwassenen met herkomst buiten Nederland vaker geen donor
34 procent van de volwassenen met een Nederlandse herkomst, die een eigen keuze hebben ingevuld in het Donorregister, gaf in 2024 geen toestemming voor orgaandonatie. Onder volwassenen met een herkomst buiten Nederland was dit 64 procent. 18-plussers met een Marokkaanse of Turkse herkomst gaven het vaakst geen toestemming voor orgaandonatie (96 en 89 procent), volwassenen met als herkomst Europa of Indonesië het minst vaak (45 procent).
Dat mensen met een niet-Nederlandse herkomst minder vaak donor zijn, leidt mogelijk tot een tekort aan donoren voor deze groep. De kans om een passend orgaan te vinden, dat niet wordt afgestoten door het lichaam, is het grootst als dit orgaan afkomstig is van iemand met dezelfde achtergrond.
Zelf of beide ouders geboren in buitenland, vaker geen toestemming
Volwassenen van alle herkomstgroepen buiten Nederland die zelf, of van wie beide ouders in het buitenland geboren zijn, geven vaker geen toestemming voor orgaandonatie dan degenen die zelf in Nederland geboren zijn en van wie één ouder in Nederland geboren is.
Zo geeft 78 procent van de mensen die geboren zijn in Suriname geen toestemming voor orgaandonatie; van degenen die wel in Nederland zijn geboren, maar waarvan beide ouders in Suriname zijn geboren, is dat 76 procent. Als een van beide ouders in Suriname is geboren, en de andere ouder in Nederland, is dit aandeel met 53 procent aanzienlijk lager.
20 duizend mensen switchen van wel naar geen toestemming
Mensen kunnen hun keuze in het Donorregister op elk moment veranderen. In de periode van 1 januari 2022 tot 1 januari 2024 hebben ruim 20 duizend volwassenen hun keuze gewijzigd van expliciete toestemming naar geen toestemming, terwijl 6 duizend mensen hun keuze veranderden in omgekeerde richting. Bijna 35 duizend mensen die in 2022 geregistreerd stonden als geen bezwaar tegen orgaandonatie, kozen in 2024 voor geen toestemming, 16 duizend voor expliciete toestemming.
Rotterdam en Den Haag hebben meeste inwoners die geen toestemming geven
In Rozendaal was het aandeel volwassenen dat een keuze heeft ingevuld in het Donorregister het hoogst (86 procent), in Amsterdam en Diemen het laagst (60 procent).
Het hoogste aandeel volwassenen dat geen toestemming gaf voor orgaandonatie woont in Rotterdam (57 procent), op de tweede plek komt Den Haag met 56 procent. In Hilvarenbeek en Rozendaal was het aandeel met 25 procent het laagst.