DEN HAAG – Huishoudens gaan volgend jaar fors meer betalen aan hun energienetbeheerder. De Autoriteit Consument & Markt (ACM) verwacht een tariefstijging van circa 11 procent voor elektriciteit en gas. Voor een gemiddeld huishouden betekent dat een stijging van zo’n 60 euro per jaar. Voor het stroomnet gaan de tarieven ook in de komende decennia waarschijnlijk nog stevig omhoog.
De netbeheerkosten maken onderdeel uit van ieders algehele energierekening. Deze kosten gaan omhoog omdat netbeheerders forse investeringen moeten doen in verzwaring van hun netten. Om de energietransitie moet vooral het stroomnet flink worden verzwaard. Door wind- en zonneparken wordt steeds meer stroom geproduceerd. Tegelijkertijd zit het net op veel plekken in het land vol, waardoor bedrijven moeten wachten voor ze een aansluiting kunnen krijgen.
Omdat bedrijven en huishoudens zelf niet kunnen kiezen tussen netbeheerders maar gebonden zijn aan de in hun regio actieve partij, stelt de ACM de netbeheertarieven jaarlijks vast. Voor komend jaar moet dat nog gebeuren. Maar de waakhond durft nu al een voorspelling te doen.
Breder onderzoek
De ACM heeft breder onderzoek gedaan naar de stroomnettarieven. Die gaan de komende 25 jaar waarschijnlijk meer dan verdubbelen en mogelijk zelfs verdrievoudigen. Nu zijn huishoudens gemiddeld nog zo’n 250 euro per jaar kwijt aan de transportkosten voor elektriciteit. In 2050 gaat het waarschijnlijk om 600 tot 800 euro, voorspelt de ACM.
De toezichthouder gaat er daarbij van uit dat de kosten van alle gebruikers van het stroomnet samen toenemen van circa 7 miljard naar 18 miljard tot 25 miljard euro per jaar. Volgens de ACM maakt de verwachte forse toename het “nog belangrijker” om de kosten van het elektriciteitsnet eerlijk over alle verschillende groepen gebruikers te verdelen.
Ook wijst de toezichthouder erop dat de overheid met subsidies en gerichte belastingmaatregelen allerlei mogelijkheden heeft, bijvoorbeeld om industriële grootverbruikers extra te steunen. Volgens de ACM is het voor de Nederlandse concurrentiepositie bovendien belangrijk dat bedrijven binnen Europa te maken hebben met een gelijk speelveld. “Daarnaast zou de wetgever er ook voor kunnen kiezen om een deel van de benodigde investeringen in het kader van de energietransitie op te nemen in de rijksbegroting”, oppert de ACM.