DEN HAAG – De rechtbank Den Haag heeft een 48-jarige man veroordeeld voor het meer dan tien jaar mishandelen van zes van zijn kinderen in hun ouderlijk huis in Voorhout door ze onder andere te slaan (met voorwerpen), schoppen, knijpen en aan de haren te trekken.
De rechtbank oordeelt dat de verdachte een ernstige inbreuk heeft gemaakt op de lichamelijk en psychische integriteit van zijn kinderen. Ook heeft hij een jeugdzorgmedewerker beledigd. Hij krijgt een celstraf opgelegd van 24 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar.
In december 2022 heeft een van de kinderen aangifte gedaan van mishandeling door zijn vader en twee maanden daarna deed ook de William Schrikker Stichting, een stichting voor jeugdreclassering en jeugdbescherming, aangifte van mishandeling van de zes kinderen. Vijf van hen hebben voorafgaand aan de aangifte gesproken met een gedragswetenschapper van de stichting waarin ze allen over de mishandelingen verklaarden.
Na de aangiftes zijn de zes kinderen op verschillende momenten los van elkaar verhoord door getrainde rechercheurs in een kindvriendelijke studio. Ook tijdens deze verhoren hebben zij verklaard over diverse mishandelingen gepleegd door hun vader in hun ouderlijk huis in Voorhout.
Alle betrokken kinderen verklaarden telkens hetzelfde, namelijk dat de verdachte hen regelmatig sloeg. Ook zeggen meerdere kinderen dat de verdachte hen ook schopte, sloeg met voorwerpen en dat hij aan haren of bakkebaarden trok. Zo heeft een van de kinderen meerdere gedetailleerde verklaringen afgelegd over een dag dat hij een bloedneus had gekregen doordat zijn vader hem met zijn hand een klap op zijn neus gaf. Hij vertelde dat naar mate hij ouder werd, zijn vader hem wekelijks schopte en sloeg, soms met een oplaadsnoer.
Een ander kind verklaarde dat zijn vader hem soms in de voeten kneep, wat erg pijn deed. Het begon met één keer, maar daarna werd het vier of vijf keer in de week. Weer een ander kind zei dat de verdachte een keer boos op haar werd en haar toen bij de keel heeft gegrepen.
Een van de kinderen heeft verklaard dat haar vader haar sinds haar negende stelselmatig heeft misbruikt. Verdachte heeft deze beschuldiging ontkend.
Tijdens de zitting bekende de verdachte dat hij wel eens aan de bakkebaarden van de kinderen trok en een tik op de billen gaf. Hij ontkende echter andere fysieke handelingen te hebben verricht. De verklaringen van de kinderen zijn niet consistent genoeg, vindt de verdediging. De schoolarts en de huisarts zouden nooit enige aanwijzing hebben gezien voor kindermishandeling of letsel door geweld.
De rechtbank vindt de verklaringen van de zes kinderen over de gedragingen van de verdachte in hoofdlijnen en op essentiële punten concreet, gedetailleerd en consistent. Dat niet elk kind over alle incidenten heeft verklaard, vindt de rechtbank goed voorstelbaar. Niet ieder kind hoeft elk incident te hebben meegemaakt, even belangrijk te hebben gevonden of als zodanig te hebben onthouden. Het gaat hierbij ook om jonge kinderen die hebben moeten verklaren over een periode van 12 jaar of zoveel korter als zij zich konden herinneren. Dat bijvoorbeeld de schoolarts en huisarts geen lichamelijk letsel bij de kinderen hebben waargenomen, staat aan een bewezenverklaring van mishandeling niet in de weg.
De rechtbank oordeelt dat de verdachte zes van zijn kinderen gedurende meer dan tien jaar structureel heeft mishandeld. Zijn gedrag ging vaak gepaard met geschreeuw en gescheld en maakte deel uit van een patroon van lichamelijke mishandeling. Het lijkt erop dat de verdachte zijn kinderen met harde hand heeft willen corrigeren en opvoeden. Hij begon hiermee toen zijn kinderen nog maar zeven jaar oud waren.
In het huis was constant sprake van ruzies, huilende kinderen, slaande deuren en kinderen die soms buiten werden gezet en niet meer naar binnen mochten. Het was een zeer schrijnende situatie die in schril contrast staat met de verklaring van de verdachte. Hij omschreef de sfeer in zijn huis als ‘gezellig’ en verklaarde dat omgaan met conflicten meestal op een rustige manier ging.
Voor het seksueel misbruik ziet de rechtbank onvoldoende steunbewijs . Kenmerkend voor zedenzaken is dat slechts twee personen over verweten ontuchtige handelingen kunnen verklaren: de verdachte en het vermeende slachtoffer. Daarom is steunbewijs nodig. De verklaringen van de dochter vindt de rechtbank consistent en betrouwbaar.. Getuigen- vaak van jonge leeftijd- verklaren echter wisselend over wat de dochter hen over de gebeurtenissen heeft verteld en er zijn geen getuigen die de directe gevolgen van de seksuele handelingen hebben gezien. De verdachte wordt daarom vrijgesproken van het plegen van seksueel misbruik.
De reclassering herkent zorgelijke factoren rondom de ontkennende houding van de verdachte, waar sprake is van een gehanteerde opvoedstijl binnen het gezin vanuit een ander normen- en waardenkader beïnvloed door zowel culturele- als religieuze opvattingen.
Alles afwegende vindt de rechtbank een deels voorwaardelijke celstraf op zijn plaats. Daaraan verbindt de rechtbank diverse voorwaarden om te voorkomen dat de verdachte zich in de toekomst opnieuw aan strafbare feiten schuldig maakt en ervoor te zorgen dat een oplossing wordt gevonden voor de problematiek van de verdachte. Zo mag hij gedurende de proeftijd alleen onder professionele begeleiding contact hebben met zijn kinderen. En hij mag zich niet begeven binnen een straal van 500 meter van de woning in Voorhout.