BREDA – Het Openbaar Ministerie (OM) heeft een gevangenisstraf van 12 jaar geëist tegen een 35-jarige man uit Roosendaal voor het ombrengen van zijn stiefvader. Het misdrijf vond plaats op 29 juni 2024. Vijf messteken werden het 57-jarige slachtoffer fataal. “Hij heeft echt de wil gehad om hem te doden’’, sprak de officier van justitie.
Camerabeelden laten zien wat zich op de vroege ochtend van 29 juni afspeelt in de Roosendaalse Feithlaan. De verdachte houdt zich op in de buurt van het huis van zijn moeder en stiefvader. Als die laatste de woning verlaat en om 5.19.40 uur achter het stuur kruipt van zijn geparkeerde bedrijfsbus loopt de verdachte binnen 12 seconden naar de bijrijderskant van het voertuig.
De bus komt dan even in beweging, en na een paar seconden weer tot stilstand. Er klinken stemgeluiden, zonder dat duidelijk wordt wie wat zegt. De verdachte beweegt zich naar de bestuurderszijde van de bus en raakt dan uit zicht van de camera. Om 05.20.45 uur komt de verdachte weer in beeld en loopt hij van de bus richting de woning van zijn moeder.
Binnen belt de verdachte naar 112 om te zeggen dat er iemand met een mes in zijn lichaam is gestoken en dat die persoon in zijn werkbus ligt. Als de medewerker van de meldkamer doorvraagt, zegt de verdachte dat hij het heeft gedaan en zichzelf zal aangeven. Om 5.52 uur arriveert de politie en wordt er nog een vergeefse poging gedaan om het slachtoffer te reanimeren. De verdachte wordt direct aangehouden.
Uit onderzoek blijkt dat het slachtoffer flink te grazen is genomen met een mes en geen kans heeft gehad om het steken af te weren of te ontwijken. Hij is op verschillende vitale plekken geraakt.
Met de bekennende verklaring van de verdachte, de camerabeelden, het onderzoek aan de bus van het slachtoffer, het aantreffen van het mes, de sporen die daar op zijn aangetroffen en de resultaten van het pathologisch onderzoek staat voor het Openbaar Ministerie vast dat de verdachte verantwoordelijk is voor de dood van het 57-jarige slachtoffer.
Hoewel de verdachte voldoende tijd had om na te denken, kan volgens het OM niet worden gesteld dat er sprake was van voorbedachten rade. “Het is niet uitgesloten dat de verdachte pas besloot om te steken nadat het slachtoffer geweigerd had om de huissleutel te geven. Er is dan sprake van een korte tijdspanne tussen besluit en uitvoering”, zei de officier van justitie.” Het OM gaat daarom niet uit van moord, maar van doodslag.
Volgens deskundigen is er bij de verdachte sprake van een licht verstandelijke beperking, een stoornis in alcoholgebruik en een slaapstoornis, maar hebben niet-stoornis gebonden factoren een aanzienlijke rol gespeeld bij het misdrijf. Verdachte had de keuze om het slachtoffer niet op te zoeken op die ochtend. “Maar de verdachte werd in toenemende mate overspoeld door opgestapelde spanningen en boosheid die hij nauwelijks kon herkennen, laat staan duiden”, sprak de officier van justitie in zijn requisitoir.
Hij volgde het advies van de deskundigen op door, naast de onvoorwaardelijke celstraf van 12 jaar, ook te eisen dat de verdachte een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel (GVM) krijgt opgelegd. Dat maakt het mogelijk om na de detentieperiode zicht te houden op de verdachte.
De rechtbank doet uitspraak op 18 februari.