AMSTERDAM – Verdachten van voetbalgeweld bij en rond drie verschillende wedstrijden in het betaald voetbal zijn donderdag door het gerechtshof Amsterdam veroordeeld. Er zijn gevangenisstraffen uitgedeeld tussen twee weken en drie maanden, steeds in combinatie met een taakstraf. Eerder werd een aantal vrijgesproken en werd tegen anderen, door verschillende politierechters, een grote verscheidenheid aan straffen opgelegd. Het OM was in beroep gegaan.
Het voetbalgeweld heeft plaatsgevonden bij de wedstrijden Ajax tegen AZ op 6 mei 2023, AZ tegen West Ham United op 18 mei 2023 en Ajax tegen Feyenoord op 23 september 2023. De verdenking betreft in verreweg de meeste gevallen openlijke geweldpleging, maar ook vernieling, bedreiging en belediging.
Het openlijk geweld kan gaan om iemand die een blikje bier naar de Mobiele Eenheid trapt, iemand die met zijn riem op supporters van de tegenpartij inslaat, iemand die een leidende rol heeft, iemand die stenen gooit richting de Mobiele Eenheid of iemand die bijvoorbeeld met een groep een hek in een stadion vernielt. De verdachten zijn allemaal voetbalsupporters.
Voetbal is een populaire sport met een grote maatschappelijke waarde. Het biedt ontspanning en plezier aan veel mensen en promoot sportiviteit. Helaas leiden hoog risicowedstrijden regelmatig tot rellen in en rond de stadions. Dit veroorzaakt vaak materiële schade en/of lichamelijk letsel. Bovendien is de impact op stewards, politiemensen en andere hulpverleners, die te maken krijgen met geweld, terwijl ze gewoon hun werk doen vaak groot.
De rellen kosten clubs en de samenleving veel geld en zorgen voor een gevoel van onveiligheid bij supporters en soms ook in stadscentra of horecagebieden. Daarnaast slokt voetbal een groot deel van de politiecapaciteit op, waardoor minder aandacht naar andere politietaken kan gaan.
Er bestaat dan ook een breed gedragen roep in de samenleving om dit wangedrag een halt toe te roepen en de daders ervan streng te straffen.
Het hof heeft in 22 zaken allerlei verdachten voor zich gezien die door hun advocaten vaak worden omschreven als een ‘niet typische’ relschopper of ‘geen echte hooligan’. Het grootste deel van hen had geen of een beperkt strafblad, en lijkt in het dagelijks leven over het algemeen naar behoren te functioneren (werk, opleiding, gezinssituatie). Vrijwel alle verdachten hebben enige tijd in voorarrest gezeten. De meeste verdachten hebben spijt betuigd.
Het beeld dat veel van deze verdachten ter terechtzitting van zichzelf gaven, vindt het hof zeer moeilijk te rijmen met de grofheid en ernst van de feiten waarvan zij worden verdacht, en welke zij veelal ook hebben bekend. Het lijkt alsof sommige verdachten op de betreffende “voetbal” dag elk fatsoen hebben verloren en (tijdelijk) volledig ontremd waren. Eenmaal bij zinnen lijken ze te zijn geschrokken van hun daden en de gevolgen daarvan voor anderen, maar ook voor zichzelf.
Volgens het hof moet een gevangenisstraf het uitgangspunt zijn bij het bijdragen aan voetbalrellen door het plegen van een strafbaar feit, om tegemoet te komen aan de strafdoelen van vergelding en preventie. Daarom heeft het hof, na alle 22 zaken behandeld te hebben, een bandbreedte van 2 weken tot 3 maanden gevangenisstraf, al dan niet in combinatie met een taakstraf, geformuleerd.
Buiten deze bandbreedte vallen zaken waarin sprake is van (ernstig) letsel of zaken van verdachten met een strafblad waarop al soortgelijke misdrijven staan (zoals bij recidiverende ‘hooligans’). De aard en ernst van het concrete geval en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zijn factoren die vervolgens richting geven aan het vaststellen van de uiteindelijk op te leggen straf.
Het hof wil met deze bandbreedte een signaal geven dat past bij de strafdoelen van vergelding, bijzondere en algemene preventie en duidelijk maken dat dit gedrag, dat de maatschappij zeer veel schade berokkent, onaanvaardbaar is.
In de arresten beschrijft het hof de afwegingen per zaak en per verdachte. Het hof heeft steeds alle aspecten afgewogen en vervolgens een beslissing genomen.