DEN HAAG – Nederland moet zich beter verdedigen tegen militaire dreigingen, maar ook mogelijke aanvallen op belangrijke infrastructuur als internet- en stroomkabels.
Volgens defensieminister Ruben Brekelmans is dit nodig omdat we “niet in een oorlog, maar ook niet in een vredessituatie” leven. “We hebben dagelijks te maken met hybride aanvallen, bijvoorbeeld cyber. Maar ook sabotage, spionage. Daar moeten we onszelf beter tegen verweren.”
Het kabinet maakt zich al langer zorgen over militaire dreigingen of aanvallen waardoor ‘vitale processen’ (zoals financiële diensten en de energiesector) plat komen te liggen. Het heeft daarom in kaart gebracht wat er nodig is om beter bestand te zijn tegen dit soort dreigingen. Betrokken ministers gaan werken aan een plan om “maatschappelijke weerbaarheid en militaire paraatheid” te verbeteren. Hoe dat er precies uit komt te zien, wordt pas later uitgewerkt. De komende maanden gaan ministeries samen met provincies en gemeenten “de weerbaarheidsopgave” verder invullen.
Maar de bewindspersonen kijken ook naar inwoners zelf. Mensen moeten volgens minister David van Weel (Justitie) “in alle aspecten van het leven gaan nadenken: wat zijn de kwetsbaarheden en wat kunnen we ertegen doen”. Mensen moeten nagaan of ze genoeg houdbaar eten in huis hebben en of er genoeg zaklampen en extra batterijen op zolder liggen. “Stap één is: wees je bewust. Stap twee is: wat kan je er dan tegen doen.”