LUXEMBURG – De inflatie in de eurozone is in november verder opgelopen. Gemiddeld werd het leven in het eurogebied deze maand 2,3 procent duurder, meldt het Europese statistiekbureau Eurostat op basis van een eerste schatting. De inflatie ligt daarmee weer boven de doelstelling van de Europese Centrale Bank (ECB) van 2 procent.
In oktober liep de inflatie al op tot 2 procent, na een afkoeling tot 1,7 procent in september. In die maand kwam de inflatie voor het eerst sinds april 2021 onder de doelstelling van de ECB uit. Economen hadden ook verwacht dat de inflatie in november met 2,3 procent weer boven het ECB-doel zou uitkomen.
De stijging is het gevolg van aanhoudende prijsstijgingen van diensten, aldus Eurostat. Ook voeding, alcohol en tabak werden opnieuw duurder in november, terwijl de energieprijzen veel minder sterk daalden dan een maand eerder. De kerninflatie, waarin de schommelende prijzen voor energie, voeding, alcohol en tabak niet worden meegenomen, bleef onveranderd op 2,7 procent.
Binnen de eurozone had België met 5 procent opnieuw de hoogste inflatie. In Ierland was die met 0,5 procent het laagst. In Duitsland en Frankrijk, de twee grootste economieën van het eurogebied, kwam de inflatie uit op respectievelijk 2,4 en 1,6 procent.
De Nederlandse inflatie op basis van de Europese rekenmethode steeg van 3,3 procent in oktober naar 3,8 procent in november en bleef daarmee ruim boven het gemiddelde in het eurogebied, meldde statistiekbureau CBS eerder op de dag. De hogere inflatie in Nederland wordt vooral veroorzaakt door de stijgende prijzen van diensten en tabaksproducten.
De ECB heeft de rente dit jaar al drie keer verlaagd. In december zal de centrale bank waarschijnlijk opnieuw de rente verlagen om het kwakkelende economische herstel in het eurogebied aan te jagen. De beleidsmakers van de ECB zullen mogelijk wel terughoudender worden met verdere verlagingen nu de inflatie weer oploopt.