NEW YORK – Unilever wil dat de Amerikaanse rechtszaak van ijsmerk Ben & Jerry’s tegen het levensmiddelenconcern wordt geseponeerd. Unilever ontkent dat het probeerde voormalig Ben & Jerry’s-topman Dave Stever te ontslaan om zijn rol in het activisme van het ijsmerk. Stever zou juist een grotere rol en meer loon zijn aangeboden, maar zou in maart zelf hebben gekozen weg te gaan.
Ben & Jerry’s staat bekend om zijn bijzondere smaken, maar ook om de progressieve maatschappelijke idealen waar het merk zich aan verbindt. Unilever kocht Ben & Jerry’s in 2000. Destijds werd afgesproken dat een onafhankelijke raad de sociale waarden van het merk zou beschermen. Maar sindsdien liggen Ben & Jerry’s en Unilever hierover regelmatig in de clinch.
In 2022 klaagde Ben & Jerry’s Unilever aan voor het blokkeren van zijn pogingen de verkoop van ijs in de door Israël bezette Westelijke Jordaanoever te stoppen. Ook stelde het dat Unilever pogingen om Palestijnse vluchtelingen te steunen heeft gedwarsboomd. Recent kwamen daar beschuldigingen over het plotse vertrek van Stever bij.
‘Geschiedvervalsing’
Unilever heeft de rechtszaak in een rechtbankdocument een middel genoemd voor Ben & Jerry’s-voorzitter Anuradha Mittal om het bedrijf zwart te maken, terwijl de ijsmaker een “uitgesproken pro-Palestijns, anti-Israëlisch standpunt” zou innemen, waardoor Unilever investeerders verloor en zijn reputatie werd beschadigd.
Een advocaat van Ben & Jerry’s spreekt echter van “geschiedvervalsing” door Unilever en noemt dit een “doorzichtige poging om gezichtsverlies te voorkomen in de context van zijn bedreigingen, professionele represailles en verbod op het bekritiseren van het beleid van de Trump-regering”.