MIDDELBURG – De rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft op 21 februari 2025 uitspraak gedaan in een zaak over een verkeersboete die was opgelegd aan een vrachtwagenchauffeur vanwege het gebruik van een zogenoemde bullbar zonder zichtbaar EU-typegoedkeuringsmerk. De rechter oordeelde dat de boete terecht was opgelegd, maar matigde het bedrag vanwege de aard van de overtreding.
De overtreding vond plaats op 2 januari 2023 op de Nansenbaan in Goes. Volgens de verbalisant was de vrachtwagen voorzien van een frontbeschermingsconstructie (bullbar) die het risico op letsel bij een aanrijding zou vergroten. Omdat het vereiste goedkeuringsmerk ontbrak, werd een boete opgelegd.
Chauffeur verweert zich
De vrachtwagenchauffeur betwistte de boete. Hij voerde aan dat zijn voertuig zwaarder is dan 3.500 kg en dat de CE-markering alleen verplicht zou zijn voor lichtere voertuigen. Daarnaast stelde hij dat de bullbar was voorzien van een veiligheidscertificaat, geen scherpe randen bevatte en binnen de voertuigbreedte viel. Volgens hem had de verbalisant de situatie onvoldoende onderbouwd.
De vertegenwoordiger van het Openbaar Ministerie stelde echter dat de regelgeving ook van toepassing is op zwaardere voertuigen en dat het goedkeuringsmerk zichtbaar en onuitwisbaar aanwezig moet zijn, ongeacht het gewicht.
Rechter matigt boete
De rechtbank gaf de officier van justitie gelijk dat de gedraging bewezen is en dat de boete terecht is opgelegd. Toch zag de kantonrechter aanleiding om het bedrag te matigen. De overtreding betrof niet het directe veiligheidsrisico, maar het ontbreken van het zichtbaar aangebrachte keurmerk. De boete werd daarom verlaagd naar €125,- (plus €9,- administratiekosten), in plaats van het oorspronkelijke bedrag.
De beslissing van de officier van justitie werd daarmee gewijzigd en het te veel betaalde bedrag wordt aan de betrokkene terugbetaald.
