AMSTERDAM – Tientallen lopende en geplande projecten in het Noordzeekanaalgebied dreigen te worden stilgelegd door nieuwe stikstofregels. Het gaat om investeringen van miljarden euro’s, veelal gericht op verduurzaming, zoals de productie van biobrandstoffen, waterstof en elektrificatie. Dat blijkt uit een enquête van ondernemersvereniging ORAM en Port of Amsterdam onder bedrijven in de regio.
Aan de enquête deden 70 bedrijven mee uit sectoren als transport, industrie, energieproductie, nautische dienstverlening en bouw. De aanleiding voor de enquête is de groeiende onzekerheid onder ondernemers door recente rechterlijke uitspraken die de stikstofregels aanscherpen.
Een uitspraak van de Raad van State van 18 december 2024 bepaalt dat intern salderen – waarbij binnen bestaande stikstofruimte wordt gebleven – niet langer vergunningsvrij is. Dit geldt bovendien met terugwerkende kracht voor projecten gestart tussen 1 januari 2020 en 1 januari 2025. Bedrijven moeten daardoor alsnog een natuurvergunning aanvragen, zelfs als hun stikstofuitstoot niet toeneemt. Ook een uitspraak van de rechtbank Den Haag van 22 januari 2025, in een zaak aangespannen door Greenpeace, draagt bij aan de onzekerheid.
Volgens ORAM-directeur Kees Noorman komt het investeringsklimaat hierdoor ernstig onder druk te staan. “Bedrijven willen verduurzamen, maar weten nu niet of hun plannen juridisch standhouden. Dat remt juist de innovaties die stikstof én CO₂ kunnen verminderen.” Hij pleit voor duidelijkheid vanuit het kabinet over natuurvergunningen en het mogelijk maken van duurzame projecten binnen de Europese regelgeving.
De industrie in Nederland is verantwoordelijk voor circa twee procent van de totale stikstofuitstoot. Zonder heldere regelgeving dreigt dat percentage niet verder te dalen, waarschuwen de betrokken partijen.